Geachte Shirley, week 43 2016 (o.a. op de preproloog)


MAN TGS 2nd gen
Geachte Shirley, zo rond 9 uur ’s avonds Nederlandse tijd begon het festijn dan, de Grote Prijs van Amerika. Onze Max stond op de vierde plaats, achter zijn teammaatje Ricciardo en de 2 Mercedessen, met in zijn nek de briesende paarden van Ferrari. De eerste bocht na de start gaat bergopwaarts en maakt dan een gemene knik, waarna Ricciardo tussen de 2 grijze sterren terechtkwam en Max tussen de rode ponies. Al vrij snel waren er een paar pitstops, omdat een aantal coureurs waren gestart op de superzachte banden. Ideaal om hard mee op te trekken en snel door bochten heen te kogelen, maar ze slijten ook vrij snel. Er werd wat van plek gewisseld, maar nadat iedereen zijn eerste pitstop had gemaakt, reed Max weer in de top 5, zoals we van hem zijn gewend. Helaas maakte hij een foutje door de pits in te rijden terwijl de monteurs van niets wisten. In allerijl renden ze naar buiten, bandenwarmers vlogen in het rond en de schade werd beperkt tot een paar seconden. Iets wat hij nog wel goed zou kunnen maken in de rest van de race. Ware het niet dat zijn auto geen zin meer had in rondje 30 *smiley met opengesperde ogen* via de onboard camera was te zien dat het schakelen niet meer lukte, er was een luid gerammel te horen en Max reed als een rijdend obstakel over de baan. Uiteindelijk parkeerde hij de auto maar in het gras achter de grindbak, waarna er een safety car situatie ontstond die veel coureurs gebruikten om een bandenwisseltje te doen. Wingman en ik maakten van het moment gebruik om ons bedje op te zoeken. De race zou waarschijnlijk wel gewonnen worden door Hamilton en anders Rosberg, die beiden nog kans maakten op een nummer 1 positie in het algemene klassement.

De maandag begon voor ons ook met een pitstop, waarna we met een volle tank richting Harlingen toerden. Het voelde alweer frisjes aan, sterker nog, er was zelfs al een auto die starthulp nodig had. Jij was net op temperatuur toen het nieuws begon, en ook dat was nogal onguur. Een auto met 5 vrouwen die van het talud af waren gereden, een bus in Amerika met een groep feestgangers erin, die zich 5 meter in een vrachtwagen boordde, een auto met 4 toeristen in Australië die over de kop sloeg, er was weer een hoop gaande geweest in het afgelopen weekend. Wat me plots deed afvragen of ik de tankdop eigenlijk wel weer dicht had gedraaid *smiley die uit het raam hangt* ja zie je wel, was ik gewoon de AdBlue-dop bijna aan het strooien. Na een rustig ritje kwamen we in Harns aan, waar we net als vorige week klei om gingen rijden. Het was een kalme dag, tijd genoeg om naar de radio te luisteren zou je zeggen, maar helaas kon ik nog steeds nergens horen wie de race van gisteren nou eigenlijk had gewonnen. Dat Max was uitgevallen werd wel vaak opgenoemd. Nouja ook wel weer fijn, dat de nieuwslezers hem blijkbaar belangrijker vinden dan de uiteindelijke winnaar, wat Max alsnog tot winnaar maakt. Na 12 vrachten door Harlingen heen te hebben gesjouwd, vonden we het mooi geweest. Ja het werden er steeds meer, maar de zandbaan werd dan ook steeds korter. We konden er nog 1 keertje naar kijken toen we een vracht schone schelpen vanaf de loswal in Harlingen richting Noord Holland sleepten. Nog even een vrachtje naar de loswal in Schagen, om de dag vol te maken.

Om vervolgens dinsdag een heel andere kant op te rijden *smiley met opengesperde ogen* dat het klei-rijden op z’n end liep, dat hadden we wel gezien, maar blijkbaar hadden ze niets anders voor ons kunnen regelen, want de planner stuurde ons naar Nauerna. Totaal overstuur gingen we die kant op, het was alweer een tijd geleden dat we daar waren geweest, en van schrik had ik me verrekend in de reistijd. Wat de planner er nog eens inwreef toen hij ons belde om te vragen waar we reden, want er was een collega die zich ziek had gemeld. Een kwartier vroeger dan nodig was stonden we voor de weegbrug. Iedereen weet dat ze bij Nauerna pas om 7:00 beginnen, maar toch stonden er om 6:30 al 2 auto’s voor ons. Zouden die chauffeurs zich ook verkeken hebben op de tijd? Vreemd genoeg stopte er een paar minuten later een collega achter ons, ik zou toch zweren dat hij hier vaker had gereden, maar misschien had ie z’n wekker niet goed gezet, of vond ie de koffie zo lekker dat ie graag 2 bakkies deed voor het werk begon. Nadat we dan eindelijk hadden ingewogen, geladen en weer uitgewogen, kregen we ook een berichtje van de planner, die ons redde uit al die drukte. Na het kiepen mochten we namelijk weer de dijk over naar Harlingen toe, om in te vallen voor de zieke collega. Maar eerst in de drukte naar Schagen toe, waar we die vracht kwijt moesten. Het was wel erg druk op de A9 naar de tunnel toe, gelukkig reden wij in de tegengestelde richting. En hoe verder we naar boven reden, hoe rustiger het werd. Tot we midden in Harlingen stonden, met een onduidelijke uitleg van een uitvoerder, naast een kraan waarvan de machinist hoogstwaarschijnlijk in de keet zat. Dan maar naar het geheime thee-adresje, en het daarna opnieuw proberen. Uiteindelijk wist de uitvoerder ons naar de juiste plek langs de Almenumerweg de dirigeren, en was er een grondwerker zo vriendelijk om ons in te lichten wat we nu eigenlijk moesten doen. Asfaltbrokken laden *smiley met natte oogjes* dat gaat niet met een aluminium bak. Dus eerst even in de wacht tot de brokken aan de kant waren, en daarna konden we op het gemakje korrel laden *smiley die druk zit te krassen* nee toch klei. Het kwam erop neer: zo tegen het einde van de middag was ik blij dat we weg konden, want ik had het boekie al uit. Nog even een bollenzandje laden, en toen konden we weer terug naar Noord Holland.

Om woensdag weer opnieuw naar Fryslân toe te rijden. In plaats van de zieke collega af te wachten, stuurde de planner ons nu meteen die kant op. Blijkbaar zijn Fryslân en wij een beetje voorbestemd *smiley die aan z’n kin krabt* en ik was nu wat beter voorbereid ook, want dit keer had ik 2 boekies in m’n tas gestopt. Weer moesten we klei laden in dat pietepeuterige hoekje langs de Almenumerweg, en dat ging wederom naar het depot aan de Kanaalweg. Voor de verandering konden we nu de hele dag binnendoor rijden. Gelukkig maar, want de trailercollega’s die om ons heen draaiden stonden bijna de hele ochtend in de file. Nadat de brug voor de eerste keer die dag dicht was gegaan, bleef er bij het omhooggaan van de slagbomen een auto staan. En dan is het lastig bij een tweebaanswegje, want het verkeer vanaf de andere kant (dat ook in de rij had staan wachten) bleef maar doorrijden, waardoor het verkeer achter de niet-startende auto moest wachten. Op een gegeven moment duurde het zo lang, dat er een agent naar voren toe kwam gelopen om het verkeer te regelen *smiley die grinnikt in z’n knuistje* weer eens wat anders dan met loeiende sirenes de file voorbij rijden. Ondertussen kwamen wij heerlijk tot rust, lekker lezen, af en toe even kiepen of aan de kant gaan voor passerende heipalentruckers, zulke dagen mogen ze vaker doen. Tijdens de korte ritjes had ik ook nog even tijd om radio te luisteren. Er was namelijk een dominee die een boek had geschreven met de titel ‘De dominee leert vloeken’, waarin hij diverse vloeken eens nader onderzocht, evenals de emotie woede. Zo wil de Bijbel bijvoorbeeld niet dat we ‘godverdomme’ zeggen, omdat je daarmee zegt ‘God verdoem mij’. Wat eigenlijk vreemd is, want God is de maker van alles, waarom zou je hem dan vragen jou te verdoemen? Misschien hebben wij het wel verkeerd vertaald, word er eigenlijk bedoeld ‘God verdoemd’, zoals God ook iets kan schapen (als in creeëren) en kan vergeven. Misschien is die uitdrukking wel bedoeld in de trant van ‘God verdoem dit, want dit is iets wat groter is dan mij, ik kan dit nu niet aan’. Kortom: een boek wat op mijn verlanglijst gaat *smiley die in z’n handen wrijft* al was het maar omdat ik dan iets heb om Oma onder d’r neus te schuiven, wanneer ik weer eens als een bouwvakker praat waar ze bij is.

Donderdag mochten we weer naar Nauerna toe. Dit keer konden we een kwartier later gaan rijden. En omdat ik er slecht uit kon komen, werd dat nog eens 10 minuten later. Ondanks die aangepaste tijd stonden we niet eens achteraan in het rijtje, en dankzij een behulpzame machinist schoven we zelfs nog een plekje verder naar voren. Wat mijn collega dan weer niet erg kon waarderen *smiley met een grote grijns* ach op de afstand Nauerna-Schagen zal die paar minuten weinig uitmaken. Het is wel wat vreemd, materiaal van een vuilstort naar een nieuw aan te leggen weg brengen, maar volgens de bon was het gereinigd zand. Hopelijk reinigde de dat de bak ook nog een beetje, want het rook wel een beetje vreemd gisteren. Die klei kwam van het Perseverantia-terrein, misschien zaten er nog een paar kleine restjes langs de rand van het saneringsgebied. Al zullen ze daar bij Nauerna weinig van gemerkt hebben, want de medewerkers in het asbesthoekje naast ons hadden netjes een gezichtsmasker op. Wederom was het een rustige dag, met ruim 3 kwartier rijden van laad- naar lospunt, alleen kon ik nu geen boekie op het stuur leggen. Wel hadden we mooi de tijd om wat bij te kletsen met collega’s, altijd gezellig, beetje collegiaal roddelen en het werk doorbespreken, tot onze aandacht werd getrokken door een bruut lekkere kont. Voor ons dook een Lamborghini Huracan op *smiley die zit te kwijlen* de zwarte kleur kon het buitenissige exterieur niet verhullen. Wat een heerlijke lijn, mooi gestrekt *smiley die zit te juichen in z’n tuigje* en uitlopend in een waanzinnige reet met achterlichten als luxe sieraden. We hebben ‘em zo lang mogelijk geprobeerd te achtervolgen, alleen al voor het heerlijke geluid wat zelfs bij stationair draaien inspirerend klinkt, maar toen ie van onze route afboog, moesten we toch afscheid nemen. Ja snoes, ik zeg het niet gauw, maar hier heb ik zeker wel 2 nachten ruzie met de Kadett voor over.
Vrijdag had de planner weer iets totaal anders voor ons verzonnen. Na het rustieke Harlingen en de lange afstanden van Nauerna-Schagen, mochten we nu Hoorn onveilig maken. En dan niet het circuit van Hoorn, maar dat gedeelte binnen de bebouwde kom. Het gedeelte dat versmolten is met Zwaag en Blokker. We moesten namelijk zand rijden van de loswal naar de nieuwbouw, en aangezien deze aannemer geen rare regeltjes had over welke rijkswegen we wel of niet mochten betreden, konden we nu binnendoor rijden. Wel een beetje bewerkelijk, met al die kruisingen, verkeerslichten en een enkele rotonde. Gelukkig konden we een route vinden die op zich wel breed genoeg was voor vrachtwagens, met op de terugweg slechts 1 rotonde (op de heenweg zou je daar driekwart moeten draaien, maar die draai is haast niet te maken), en gescheiden fietspaden. Alleen het laatste stukje is een beetje lastig. De wijk Bangert Oosterpolder is een grote mix van huizen die al bewoond worden, huizen die nog afgebouwd moeten worden, en nog aan te leggen funderingen. Oftewel mensen die ’s ochtends naar hun werk rijden tussen het werkverkeer door. En oja, om alvast voor te bereiden om de enorme bevolkingsgroei, is er ook al een grote school gebouwd, met daarnaast een kinderopvang, dus op gezette tijden zijn er veel (bak)fietsers en moedertjes in auto’s op pad. Gelukkig wisten we de dag zonder krassen op de bumper door te komen, en konden we net voor 4 uur nog even een vrachtje laden om de middag vol te maken. Onderweg naar het losadres, op slechts 5 minuten rijden van het laadadres, kwamen we al een collega tegen. De mannen hadden blijkbaar hard genoeg gewerkt, en waren al richting huis gegaan. Na een half uurtje wachten, proberen de kettingen uit elkaar te trekken en heen en weer bellen, vertelde de planner ons dat we de vracht mee naar huis mochten nemen *smiley die zit te juichen in z’n tuigje* en maandag pas om 7 uur hoeven te lossen. Wat een heerlijk vooruitzicht voor volgende week snoes!

Maar nu eerst even van het weekend gaan genieten hoor. Dat begon zaterdag al goed bij de schoonheidsspecialiste. Na 2 uurtjes op tafel had ik weer een stralend en fris gezicht en waren mijn wenkbrauwen weer duidelijk zichtbaar *smiley die een kushandje doet* heerlijk om jezelf zo te kunnen laten verwennen. Ook al is de bindweefselmassage niet echt prettig. Maar tijdens de rit naar het verre zuiden had ik genoeg tijd om in de binnenspiegel te zien hoe mijn frons was verdwenen. Die avond was Wingman namelijk uitgenodigd voor een feestje van de familie Vullers, een gedeelte van de drijvende kracht achter de stichting Hoogvliegers, en ik mocht mee als zijn +1. Normaal gesproken draait het helemaal om de kinderen, maar nu werden die even naar de achtergrond geschoven en kon de hechte club vrijwilligers en vrienden en familie genieten van een barbecue met kwaliteitsvlees, een uitgebreid saladebuffet met heerlijke gevulde eitjes, en een paar jonge gozers achter de tap *smiley die in z’n handen wrijft* oftewel: het was een top-avond! Ik kreeg een mooi inkijkje in de verhalen achter zo’n Hoogvliegersdag, met de gevoelige maar zeker ook de grappige momenten. Nadat de barbecue voor een tweede keer was aangestoken voor een midnightsnack, en de meeste gasten al waren vertrokken, besloten Wingman en ik ook om ons bed voor die avond op te zoeken. Speciaal voor de gelegenheid mochten wij in het zogenaamde ‘kippenhok’ slapen: een grote Scania trekker stond al voor de deur klaar *smiley die zit te rillen in z’n tuigje* dit zou de eerste keer worden dat ik in een vrachtwagen zou gaan slapen. In het bed welteverstaan, want heb ik al een paar uiltjes geknapt bij jou op de stoel. Het was gezellig knus toen we ons samen stonden om te kleden in de ruime cabine. Gelukkig was ie hoog genoeg om de 2 bedden boven elkaar te kunnen huisvesten, en daardoor konden wij ook rechtop staan in de cabine. Wingman kroop in het bovenbed, en ik lag onder, bij het lichtknopje en het bedieningskastje van de kachel. Waarom sommige chauffeurs klagen over smalle cabines, ik snap het niet, want zowel aan het hoofdeind als aan het voeteneind had ik wat ruimte over. Het lag niet eens zo verkeerd, bedacht ik me nog net voordat ik wegdoezelde in een dronkevrouwsslaapje. Om een paar uur later weer wakker te worden van het stofzuigergeluid van de kachel, even omdraaien dan maar, ja hoor, lampje van de kachel in me porem, weer terugdraaien dan maar, wel voorzichtig want in de breedte hield de ruimte niet al teveel over. Lekker in foetushouding weer wegdoezelen was er dan ook niet bij.

Een aantal uur later was het Wingman die als eerste de gordijnen opentrok. Dit keer was ik er wel erg blij mee, want eenmaal uitgeschoven houden die patseraccesoires toch een hoop licht tegen. Nadat een paar vrolijke snuiters waren langsgerend en overal op de deuren hadden geklopt, zijn we dan toch maar tevoorschijn gekomen om een ontbijtje te gaan halen. De gastvrouw had na 80 gevulde eitjes gelukkig nog een paar stuks over om voor iedereen een gebakken eitje te maken. De koffie en thee vloeide rijkelijk en daarna was het tijd om het boetje weer op te ruimen. De gezellige kroeg werd ontdaan van vloerbedekking en meubilair en begon weer op een schuur te lijken. Na nog een laatste rondje koffie stapten Wingman en ik in de auto om nog even in Valkenswaard te kijken, bij de Dakar preproloog. Het was heerlijk weer en we hadden de Kadett een stukje verderop geparkeerd, zodat ze niet door de bagger hoefde te banjeren, en wij lekker een stukje door het rustieke Dommelen konden wandelen. Eenmaal op het Eurocircuit aangekomen gingen we op zoek naar de grote tent waar we eten konden krijgen, en hoe kan het ook anders, daar troffen we ook wat bekenden en Bekenden. Er werden handjes geschud met transport-collega’s en we zagen onder andere Allard Kalf, die ene van Coronel, Alex Miedema en Nasr al Attiyah voorbij komen. En nog een aantal coureurs in vrolijk gekleurde race-overalls, maar ja zo zonder het onderschrift erbij van de tv was het toch moeilijk om op al die namen te komen. Na het eten was het tijd om naar de vrachtwagens te kijken, maar het viel eerlijk gezegd een beetje tegen. Veel coureurs gebruikten de toeter om de aandacht te trekken, want het motorgeluid was slecht te horen. Heeft de Euro5-crisis ook hier toegeslagen, of maken ze die auto’s stiller en comfortabeler voor de coureurs? Voordat er een grote file zou ontstaan wandelden wij het terrein weer af, naar de Kadett toe, om met een grote grijns, beetje moe maar wel voldaan, weer huiswaarts te keren. Nog een paar uurtjes slapen en nagenieten van een mooi weekend, en dan gaan wij weer beginnen aan onze eigen preproloog *smiley met een zwart gezicht en een grote stofbril op* tot morgen snoes.

Reageer

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *