Trucks
506 Martin van den Brink – Wouter Rosegaar – Daniël Kozlovsky (Tsj)
509 Ton van Genugten – Peter Willemsen (Bel) – Bernard der Kinderen
516 Maurik van den Heuvel – Wilko van Oort – Martijn van Rooij
517 Gert Huzink – Rob Buursen – Martin Roesink
524 Gerrit Zuurmond – Jasper Riezebos – Klaas Kwakkel
525 Richard de Groot – Gerard Beelen – Jan Hulsebosch
526 Ed Wigman – Joël Ebbers – Dirk Schatorie
527 Marc Leeuw – Maurice Geraards – Bart Gloudemans
531 Janus van Kasteren jr – Wouter de Graaff – Richard Mouw
Auto’s
309 Bernhard ten Brinke – Michel Périn (Fra)
333 Maik Willems – Rob van Pelt
334 Peter van Merksteijn – Maciej Marton (Pol)
347 Tim Coronel – Tom Coronel
348 Ebert Dollevoet – Arjan Arendse
365 Erik Wevers – Anton van Limpt
369 Eelco Bekker – Sybrand Booij
389 Henri van Steenbergen – Gert Bravenboer
Motoren
48 Jurgen van den Goorbergh
50 Mirjam Pol
51 Hans-Jos Liefhebber
118 Luc van de Huijgevoort
121 Edwin Straver
128 Maikel Smits
140 Guillaume Martens
Quads
254 Kees Koolen
268 Bastiaan Nijen Twilhaar
“In Afrika in het begin van de jaren 80 of in Zuid-Amerika aan het begin van de 21ste eeuw; altijd vertrokken de coureurs die deelnamen aan de Dakar met hetzelfde verlangen om een uitdaging aan te gaan en met dezelfde honger naar avontuur”, bracht Étienne Lavigne, directeur van de Dakar Rally, in herinnering aan het begin van de presentatie van de 40ste editie.
Voor deze jubileumeditie, die bovendien de tiende keer is in Zuid-Amerika, is een speciaal programma samengesteld om te voldoen aan de verwachtingen van de deelnemers die ernaar uitkijken om zichzelf opnieuw tegen te komen in de Peruaanse woestijn, waarvan ze al in 2012 en 2013 hebben geproefd.
Al meteen aan het begin van de Dakar Rally van 2018 krijgen de in totaal 525 ingeschreven deelnemers vijf etappes met majestueuze duinen meteen voor de kiezen. Sportdirecteur Marc Coma verzekerde dat het programma van deze eerste reeks “alle soorten zand in Peru” zal omvatten.
In de tweede etappe starten de auto’s bij uitzondering als eerste, vóór de motoren. De vierde etappe kent een massastart op het strand. Terwijl de Peruaanse fase van de rally al meteen tot een eerste schifting onder de deelnemers zal leiden, zal de verandering van omgeving in Bolivia zeker ook niet meevallen. De hoogte vereist een extreem uithoudingsvermogen. De deelnemers hebben in Bolivia bovendien een marathonetappe (Uyuni) waar in het bivak geen assistentie is toegestaan.
Toch is dat alles niet meer dan de opmaat naar de derde fase van de wedstrijd, in Argentinië. “De Super Fiambalá-etappe (Belén-Chilecito), wat ook de helft van de marathonetappe voor de motoren en quads zal zijn, zou het hoogtepunt van de race moeten zijn”, aldus Coma. In deze etappe – de koninginnenrit van deze Dakar – starten de 25 besten van de dag ervoor (tien motoren, tien auto’s en vijf trucks) tegelijkertijd.
337 voertuigen aan de start van een tocht van 9000 kilometer
Op 6 januari gaan 337 voertuigen (190 motoren en quads, 105 auto’s, 42 trucks) van start in Lima, de hoofdstad van Peru, met als enige doel de finish in Córdoba op 20 januari. Zo’n 9000 kilometer, waarvan 4500 tegen de klok, hebben de deelnemers uit 54 landen voor de boeg. Voor de meeste deelnemers is alleen al het halen van de eindstreep een opgave, een handjevol gaat voor niets minder dan de overwinning.
Dat is zeker het geval bij Stéphane Peterhansel, dertienvoudig winnaar die dertig jaar geleden (in 1988) voor het eerst aan de start stond. ‘Monsieur Dakar’ krijgt niet alleen concurrentie van zijn Peugeot-teamgenoten Sébastien Loeb en Cyril Despres, die vorig jaar met hem het podium deelden, maar ook met de coureurs in de kleuren van Mini en Toyota.
Het fabrieksteam van Toyota wordt aangevoerd door Nasser Al-Attiyah, die sinds hij vorig jaar al op de derde dag uitviel ongeslagen is. Voor het topteam van Toyota komt ook Bernhard ten Brinke uit, van wie heel wat verwacht mag worden.
Terug bij Mini is de Dakar-winnaar van 2014, Nani Roma, met de betrouwbare John Cooper Works. Teamgenoot Mikko Hirvonen zal met de nieuwe tweewielaangedreven Mini Buggy aan de start komen.
Bij de motoren verdedigt Sam Sunderland zijn titel, maar de Brit kan hevige concurrentie verwachten van zijn KTM-teamgenoten Toby Price, Matthias Walkner en Antoine Meo. Bij Yamaha staat een nieuwe generatie op met Adrian van Beveren, Franco Caimi en Xavier de Soultrait als aanvoerders, terwijl Honda vertrouwt op de ervaring van Paulo Gonçalves en Joan Barreda en op de jeugd van Kevin Benavides en Ricky Brabec.
Bij de trucks zijn het de Russen van Kamaz, die met drie gelijkwaardige rijders aan de start verschijnen: Nikolaev, Mardeev en Sotnikov. De eer van Team De Rooy Iveco wordt hoog gehouden door Federico Villagra en Ton van Genugten, maar ook Martin van den Brink zou het de Kamaz-armada moeilijk kunnen maken.
“Originals by Motul”: 28 kistrijders aan de start
In de geest van de vroegste Dakars staan dit jaar 28 motorrijders aan de start die meedoen zonder enige vorm van assistentie. Zonder hulp van een monteur zorgen ze er zelf voor dat hun machines in raceconditie blijven, zelfs als dat uren broodnodige slaap kost. Motul, de officiële Dakar-partner, heeft besloten deze dappere avonturiers te ondersteunen door producten en apparatuur ter beschikking te stellen van de bivaks. Met 28 inschrijvingen, onder wie Olivier Pain (derde in 2014) en Jurgen van den Goorbergh, is het zogeheten kistklassement populairder dan ooit.
Bijna een kwart nieuwkomers
Voor 78 coureurs (24% van het totaal) is de veertigste editie van de Dakar hun eerste. Vijf van deze rookies komen uit Nederland: Maikel Smits, Luc van de Huijgevoort en Edwin Straver op de motor, Henri van Steenbergen met de auto en Janus van Kasteren jr met de truck.Tegenover de 78 rookies staan 70 oude rotten: coureurs en co-piloten die er alle negen eerdere edities in Zuid-Amerika bij waren.
Morgen en overmorgen inschepen in Le Havre
De deelnemers uit Europa melden zich donderdag en vrijdag in Le Havre, van waaruit de voertuigen naar Lima worden verscheept. In de haven ondergaan de motoren, quads, ssv’s, auto’s en trucks een eerste keuring. Na de overtocht via de Atlantische Oceaan en het Panamakanaal kunnen de deelnemers hun voertuigen op 2 en 3 januari weer ophalen in Callao, de haven van Lima. Daarna volgen de technische en administratieve keuringen, voorafgaand aan de start op 6 januari.
