Geachte Shirley, week 19 2018: kamperen met Beth Hart

MAN LadyGeachte Shirley, je zou denken dat na zo’n uitgeruste zondag, alles maandag weer fris de weg op zou gaan. Helaas kwamen we onderweg naar Amsterdam al wat drukte tegen, en werden er op de radio nog veel meer files gemeld. Het had er alle schijn van dat er meer mensen een onrustige nacht hadden gehad na de warme zondag en wat muggenbezoek. We hadden ook tijd genoeg om naar al die fileberichten te luisteren, want de planner had ons weer op het rondje Amsterdam-Assendelft gezet. Waar we eerst de A8 rechtdoor uitreden en zo de brug over Assendelft en vervolgens Saendelft in rolden, daar moesten we nu bij het einde van de A8 rechtsaf de N246 op, dan weer rechtsaf de N8 op, Krommenie door naar de A9, even de snelweg op richting Heemskerk en er daar ook meteen weer af, dan langs het industrieterrein met de Land Rover-Jaguardealer een boerenweggetje op en vervolgens ergens linksaf een doodlopend slingerpaadje op, dat aan het einde over ging in de rijplatenbaan waar het werk mee begon. Pittig stukkie toeren inderdaad, en ook een flinke last voor de boerenweggetjes waar we overheen reden, want die barstten uit hun voegen. Letterlijk. Om elkaar met 2 vrachtwagens te kunnen passeren, moest er op het randje van het asfalt gereden worden. Gelukkig treft ons en die 19 andere auto’s weinig blaam, want het motorclubje is daar ook wel eens langs getoerd, en die weg ligt er al jaren zo belabberd bij *smiley die z’n schouders ophaalt* wie weet word het nog eens opgeknapt als ook dat nieuwe gedeelte van Saendelft klaar is, en die weg langs de golfbaan nog drukker word dan ie nu al is. Wat veel leuker was, was de zandbaan op het werk. De rijplaten waren bijna allemaal verdwenen, dus konden jouw sperren weer eens flink afgestoft worden *smiley die zit te juichen in z’n tuigje* zwoegend door sporen, op zoek naar betere sporen, het was een heerlijke dag. Jammer dat we zo weinig vrachten konden doen. En helemaal een tegenvaller dat we bij het laatste vrachtje nog even stil vielen in een spoor dat iets te droog en te rul was. Om er toch nog een winstgevende dag van te kunnen maken, stuurde de planner ons samen met een paar collega’s nog even naar Beverwijk, waar we konden laden voor Garbage City in Alkmaar. Behalve puin, troep en zooi word daar ook zand heengebracht. Een ideaal adres om de dag mee af te sluiten, ware het niet dat we vervolgens zo de file in doken voor en op de Leeghwaterbrug.

Ach ja, dinsdag weer een nieuwe poging. Met een nieuwe auto. Jij had nogal wat werk nodig. Ik had al gedreigd om te gaan muiten als de trage kiepcilinder niet zou zijn gemaakt na het Hemelvaartweekend, blijkbaar kwam dat zo dreigend over dat de mannen van de garage dat afgelopen weekend al hadden gemaakt. Nu mocht je naar binnen vanwege wat speling op de derde as en nog wat ander studderwerk, geloof ik. Heel technisch allemaal. Maar goed, andere auto dus. Een 10×4, waarmee ik in de Amsterdamse Westpoort een slibdepot leeg mocht rijden. Achter op het terrein bij een betonboer was een groot vak gemaakt dat vol lag met betonresten, variërend van slappe smurrie tot grote brokken *smiley die wit wegtrekt* en die grote brokken wil je nu juist niet in een aluminium bak hebben. Volgens de machinist kon het geen kwaad, er waren al een paar collega’s geweest die dat eerder hadden gedaan, en als je begint met het fijnere spul, dan kun je daar bovenop wel wat groters gooien. Gooien ja, want met een shovel laad het een tikkeltje minder voorzichtig dan met een kraan. De spetters vlogen mij om de oren, binnen geen tijd zag de auto eruit als een doorleefde betonmixer-met-vierkante-bak. Gelukkig was er wel gelegenheid om daarna de bak schoon te maken *smiley die begint te tandenknarsen* maar het water liep net zo snel uit de bak als dat het erin werd gesproeid. Ja hoor, gat in de bodem. Sorry collega, eerst de troep al smerig gemaakt, en nu ook nog gesloopt. Ondertussen liep de temperatuur ook pittig op, en stiekem was ik wel blij dat de planner slechts nog 1 ritje zand had, voordat ik de auto in de garage bij de technische afdeling mocht parkeren. Jij was nog niet klaar, en de volgende stond alweer binnen.

Die vrije middag gaf me wel alvast een voorsprong op de vakantie. Woensdag had ik vrij, maar een groot gedeelte van de spullen was nu al ingepakt. Nog even een wassie draaien, boodschappen doen, wat chillaxen omdat er toch tijd genoeg was, beetje opruimen, tot Zusje plotseling belde. Zij zou mij samen met Nichtjes ophalen om naar de camping te gaan, maar Nichtjes waren zo zenuwachtig voor de vakantie, ze waren niet meer te houden. En dus kwamen ze bij mij lunchen, waarna we nog even het konijn en de cavia door de tuin heen joegen, voordat we de volgeladen auto nog wat voller propten en koers zetten naar Bovenkarspel. De familie was op zoek geweest naar een geschikte camping om met een groep van 10 tot 15 personen vakantie te vieren, en tijdens mijn ritten voor en over de Westfrisiaweg had ik al eens borden zien staan bij een boerencamping met een blotevoetenpad *smiley die zit te juichen in z’n tuigje* dat leek mij nog wel eens leuk! En de rest van de groep ook, dus mocht ik het geheel regelen. Tegen de tijd dat we op de camping waren, stond een gedeelte al opgebouwd. Vader en Moeder hadden de caravan gebracht voor hun kleinkinderen, en waren bezig met de voortent, Oom en Tante hadden hun vouwwagen bijna in stelling gebracht, terwijl de andere Oom en Tante de meters vanaf de voortent aan het uitstappen waren, zodat we met 2 luifels tegenover elkaar een overdekte groepsruimte konden creëren. Nicht en haar Vriend kwamen er ook nog bij met hun Zoon, die noodgedwongen in andermans zitruimte de tent op moesten zetten, omdat op het veldje met 6 plaatsen er al 2 bezet waren door anderen *smiley die aan z’n kin krabt* terwijl wij 5 plaatsen hadden gereserveerd, met de voorkeur om naast en/of tegenover elkaar te staan. Nu moesten we onze groep dus om anderen heen parkeren. Vader en Moeder vertrokken weer toen de boel overeind stond en we van Oma een koekie bij de koffie hadden gekregen. Onderweg kwamen ze Neef en zijn Vriendin tegen, die hun tentje achter een vouwwagen langs het slootkantje wisten te proppen. Terwijl werd besloten dat er snack gehaald zou gaan worden, kwam Zwager aanrijden met de camper (en mijn bed), en werd Nicht door Oom en Tante opgehaald bij het station *smiley die het zweet van z’n voorhoofd veegt* het is nogal een organisatie, maar nu was het officieel: de vakantie is aan! Met een lekker borreltje zaten we die avond in de gezelschapsruimte onder de luifels, waar Nicht een bingo inclusief waanzinnige prijzen had georganiseerd. Ook de andere Zwager verscheen op het veldje, deed nog mee in de ronde ‘wie als eerste een diagonale + heeft’ en toen was het opeens al middernacht en zochten we de slaapplaatsen op.

Donderdag begon als kramperen. We werden wakker van de regen die op het dak tikte, maar waren zo wel op tijd om het ontbijtbuffet op te halen. Een bolderkar gevuld met manden brood, beleg, koffie thee sju de rans, fruit en gekookte eitjes. Bij het inleveren bleek dat het niet de bedoeling was geweest om de hele mand leeg te roven, dus moesten we de receptioniste/bazin beloven om weer wat jam en poedermelk in te leveren, voordat we een broodmand konden bestellen voor de volgende dag. Wingman was die ochtend ook bij de groep aangesloten, en in colonne reden we naar Medemblik, waar we dachten dat een markt zou zijn *smiley die z’n neus tegen de etalageruit drukt* maar alles was dicht. Op de Kruidvat en een paar terrassen na, waren alle deuren gesloten. Dan maar een terras opzoeken, een rondje koffie-met doen en daarna langs het podium van Mokum In Medemblik het dorp weer verlaten. De ene helft ging terug naar de camping maar bleek later in een binnenspeeltuin te hebben gezeten om op te warmen, de andere helft reed naar Waarland om Amerikaanse auto’s, hillbillies, rednecks en rockabella’s te bekijken. De temperatuur daar was al wat beter. De week begon absurd warm, maar zodra we op de camping waren, werd het al minder. Die avond konden we gelukkig wel binnen eten, er was gekozen voor het pannenkoekenstation in Opperdoes, waar we ons eerst vergaapten aan de grote minitreintjesbaan, waarna vervolgens iedereen aan tafel naar het plafond zat te kijken, omdat ook daar treinen rond reden. Nicht, Vriend en Zoon vertrokken als eerste, de rest nam een toetje en het laatste speciaalbiertje, voordat de hele horde weer in de auto stapte en naar de camping vertrok. Vriend zwaaide af, de rest kwam samen in de tent voor koffie, thee en 30 Seconds. Borrels, nootjes en spelbord verschenen op tafel, er werd nog even bij Nichtjes geluisterd of ze al lagen te slapen, de teams verdeeld, en zo doken we de nacht in. Wanneer iemand aan de beurt is, krijgt ie een kaartje met 5 willekeurige woorden, die dan zo omschreven moeten worden dat de teamleden raden welk woord je bedoelt, zonder dat je het letterlijk zegt. Zo kwamen we erachter dat iemand hier zat met zijn “Team!” “Nachtmerrie!” “Nee, schoonfamilie…”, wat wij zijn is “Verveeld!” “Chagrijnig!” “Nee, romantisch….”, en auto’s zet je op “De brug!” “Internet!” “Nee, een parkeerplaats…”.

Na dat mooie inkijkje in de relationele sferen en slingerende gedachtegangen, werden we vrijdag wakker zonder regen en met iets meer temperatuur in de slaapruimtes. Na de mislukte markt van gisteren, werd nu besloten om naar Hoogkarspel te gaan. Wingman was die ochtend al vroeg vertrokken omdat hij nog een dagje moest werken, Vriendin had hardlooples, maar met wat inschikken wisten we het resterende gezelschap in de nog beschikbare auto’s te proppen. Hoogkarspel dus. Niet alleen markt, maar ook nog eens kermis *smiley die in de tentstokken hangt* de koffie-na-het-ontbijt op de camping werd overgeslagen, dat kon daar vast ook wel *smiley met trillende handen en wegdraaiende ogen* nou nee, op jacht naar caffeïne renden we de eerste helft van de markt over, om onze teleurstelling weg te eten bij een poffertjeskraam. Slechts 2 terrassen in het hele dorp, voor de ene stond bijkans een rij wachtenden, de andere werd bezetten door dorpsjongelui die alweer (of nog steeds?) aan het bier zaten. Gedesillusioneerd sloften we over de tweede helft van de markt, om te besluiten naar Enkhuizen te vertrekken. We wachtten nog even tot de Zangeres Zonder Naam, Mexieieieiecooooo en een beetje enge stier voorbij waren gelopen, en sprongen toen snel weer in de auto. Vriendin was inmiddels klaar met hardlopen, Zusje en Zwager namen Nichtjes mee terug naar de camping, zo kwamen we op een totaal van 10 personen die aanschoven op het eerste beste terras wat we konden vinden, De Compagnie. Met uitzicht op de boten bestelden we die middag dan eindelijk een bakkie koffie. Met wat lekkers erbij natuurlijk. Op de kaart vonden we niet alleen speciaalbiertjes, maar ook een proeverijtje, dus werd meteen een tafel gereserveerd voor die avond. De dames liepen na de borrel nog even de winkelstraat in, de mannen bleven op het terras zitten, en aan het begin van de namiddag troffen we mekander weer voor het eten. Zusje, Zwager en hun Dochters schoven ook weer aan, en net op tijd voor het hoofdgerecht kwam ook het andere Zusje aangereden. De biertjes met klinkende namen als ‘walking trough a field of wheat’ en ‘7%’ smaakten goed. Niet allemaal even goed, maar zeker niet heel verkeerd. Na een toetje van ananas met spekkies *smiley met een dikke pens die langzaam zit te juichen in z’n tuigje* toerde het hele gezelschap weer terug naar de camping. Snel afblussen met een rondje koffie/thee, voordat de Party&Co op tafel kwam, samen met de Blue&7Up, Ba&Co en voor de echte fijnproever: La-straight. Nieuwe avond, nieuw spel. Geen lange cijferreeksen of woorden raden, maar proberen zo snel mogelijk verschillende kleuren pinda’s te verzamelen door tekeningen, typetjes, geneuriede liedjes en mekaars gedachten goed te raden. Zwager zwaaide snel af en zo konden we ons met 3 teams van 4 in deze absurde braintrainer werpen.

Zaterdag begon een beetje rommelig. Er was gekozen om naar het Zuiderzeemuseum te gaan, maar die avond hadden Wingman en ik nog iets anders op de agenda, dus dacht ik op de camping te blijven en samen met Nichtjes het blotevoetenpad te gaan lopen. Wingman en Vriend waren inmiddels ook weer op het veldje verschenen, Wingman wilde graag ouwe troep bekijken zodat ik me nog even snel in de knappe kleren moest haasten, terwijl Vriend er samen met Nicht en Zusje voor koos om de kinderen mee te nemen naar het speelstrandje verderop. Zo reden we weer in colonne naar Enkhuizen, om net buiten de stad, achter de snackbar te parkeren, waar we eerst werden belaagd door mensen van de bankgiroloterij die ons korting maar ook loten wilden aansmeren. Zusje had bij diezelfde loterij al kaarten gewonnen, Nicht had met munten van een supermarkt goedkopere kaarten op haar telefoon weten te ritselen, en na wat onderhandelen over het wel of niet aansmeren van loten, hadden ook de Ooms en Tantes hun korting gekregen. Nu kun je wel grappen maken over zuinige Hollanders, maar als je voor de deur al word opgewacht met een verhaal over goedkopere kaartjes, tja dan is er weinig ontkomen aan natuurlijk. Na een tochtje met de boot meerden we aan bij een gedeelte van het buitenluchtmuseum dat nog in aanbouw is. Via de Hoogovens en grote borden met veel tekst over het ontstaan van het museum, struinden we het dorp in. Bij vrijwel elk gebouw hing een bordje naast de deur met informatie over de herkomst en functie of vorige bewoners van het pand. Zo hier en daar stonden deuren open, en konden we naar binnen lopen voor een film over de verplaatsing van een kaaspakhuis of een verhaal van een vrijwilliger. Huisinrichtingen waren nagemaakt, we konden chips van varkenshuid proeven, Oudhollandsche speelgoed proberen, en natuurlijk diverse souvenirs kopen. Na een borrel met een hapje eten liepen we verder naar het binnenmuseum, waar we nog een halfuur snel doorheen konden lopen voordat de boel ging sluiten. De rest stapte weer op de boot terug naar de parkeerplaats, Wingman en ik stapten bij Taxi Snor in, die ons via het avondeten bij De Woeste Hoogte naar Amsterdam bracht, voor een concert van Beth Hart *smiley met opengesperde ogen* Beth Hart, de vrouw met de waanzinnige stem die ik alleen kende van een gebrand cdtje van een vriendin en verhalen van Snor over haar optredens in rokerige kroegen. Geen rook uit machines, maar rook omdat zijzelf en haar publiek er lustig op los pafte. En dronk. En snoof/spoot/rookte/slikte/inhaleerde op een andere manier. Wingman navigeerde ons naar de Ziggodome, dat grote vierkante hok, dat veel binnen vele malen groter bleek te zijn dan het van buiten lijkt. Ik kreeg ook het idee dat we helemaal verkeerd zaten. Het publiek om ons heen leek onderweg te zijn naar Libelle Ladies On Toer, of de Magriet Zomershow, niet naar een misbruikte rockbitch die zichzelf bijkans de dood in zoop en daar nu met veel trilling in haar stem over zingt. Zittend op de eerste ring, uitkijkend over de zaal die was gevuld met keurige rijen stoelen, dronken we ons veel te dure biertje uit dun plastic, terwijl we keken naar Judy Blank. Vers vanuit Nashville had zij een album opgenomen en was ze zo dankbaar dat ze voor Beth Hart mocht zingen, dat ze dat bij zowat elk nummer even moest vermelden. Beetje countrypop, beetje countryballads, het kon ons niet erg inspireren. Sterker nog, toen de lichten weer aangingen, zag ik 2 mensen die ook daadwerkelijk in slaap waren gevallen, op een tribune naast ons. Na de plaspauze (dat heb je nou eenmaal als er veel vrouwen in de zaal zitten) dimde het licht weer, en werd er om ons heen veel licht gemaakt door al die telefoons die probeerden het logo van Beth Hart boven het podium in pixels vast te leggen *smiley die zit te tandenknarsen* en dat terwijl er voor de show nog aan iedereen werd gevraagd om geen foto’s of filmpjes te maken, omdat de artiest daar expliciet om had gevraagd. Achter ons zaten wat giebelende vriendinnen die continue selfies maakten van zichzelf en/of de show, voor ons zat een man met een kam-over en een kalend achterhoofd, waardoor het licht irritant in ons gezicht reflecteerde. Maar de avond draaide natuurlijk om Beth Hart. Ze kwam op tussen het publiek, knuffelde met haar fans, en ging al zingend chitchattend het podium op. Wat een tof wijf, wat een stem, wat een stevige muziek en wat liet zij zich mooi en breekbaar zien aan haar publiek. Tussen het zingen door vertelde ze over de nummers, waar ze was in haar leven toen ze het schreef, wat voor documentaire over psychopaten ze had gezien waardoor ze inspiratie kreeg, dat ze als rocker in aanraking kwam met jazz en geïnspireerd raakte om weer verder te schrijven. Niet alleen de band speelde stevige muziek, ook zat zij zelf zo hard op de piano te rammen dat ik bang wat dat die op de vloer zou eindigen, net als de microfoon en zijzelf. Een paar nummers herkende ik van de cd van een vriendin, en zoals ik had verwacht kwamen bij mij de tranen op toen ze Leave the light on zong, waarbij de camera haar getergde gezicht in beeld bracht, met op de achtergrond een publiek vol telefoonzaklampen. In de toegift trok ze nog even haar waanzinnig brute laarzen uit, waarna het leek alsof het concert weer opnieuw begon, maar toch stopte het feest na een paar nummers. Nog woesie van alle emoties liepen we via de merchandise-stand naar de uitgang, om de weg naar de camping weer te zoeken, voor een laatste borreltje en een napraat met de vakantievierders.

Zondag begon al op tijd, ruim voor 9 uur was iedereen wakker. De laatste dag, tijd om alles weer op te ruimen. En dat voordat de verwachte buien zouden komen. Zo goed als droog werden de vouwwagens en tenten opgeruimd. Zwager zette zijn camper tegenover de caravan, zodat we droog onder luifel-voortent van het laatste gezamenlijke ontbijt konden genieten. Moeder en Oma waren nog onderweg om ons te vergezellen bij de afscheidskoffie, maar op de camping was niks en de koffietent die ik had aangewezen bleek dicht te zijn. Tijd om naar huis te rijden en de boel uit te pakken, wassies draaien, opruimen, ‘napret’ zoals Oma dat noemde. Wingman was ondertussen met Zwager en de andere mannen van de andere helft van de familie vertrokken naar Ankeveen, waar de andere Oma werd getrakteerd op een boottocht. Met natte motorkleding kwam hij weer thuis, lekker opwarmen op de bank met een pizza op schoot en de Formule 1 race van Barcelona op tv. Op het circuit van Catalonië startten Hamilton en Bottas met hun Zilveren Pijlen voorop, daarachter de Steigerende Paarden van Vettel en Raikkonen, gevolgd door de Rode Stieren van Verstappen en Ricciardo, die in hun spiegels de rest van het veld zagen volgen. De start ging lekker, voor de eerste 6. Niet ver daarachter was het Grosjean die zijn Haas niet onder controle kon houden en spinde, waarmee hij ook Hulkenberg en Gasly van de baan drukte. Nog geen hele ronde gereden en de Mercedes met knipperende lampen moest de baan al op. 7 rondes waren er nodig om de rommel van het asfalt te vegen, waarna de boel in iets gewijzigde volgorde weer verder ging. Er werd hier en daar wat ingehaald, gas gegeven wanneer anderen de pits indoken, het was de Zilveren Pijl van Hamilton die de eerste plaats pakte en vasthield, voor teamgenoot Bottas en onze Max. Op het korte circuit waren inmiddels al wat auto’s op een ronde gezet. Ocon zette zijn auto buiten baan na, wat zorgde voor een virtual safety car. Bij Max ging het net goed toen hij bij het inhalen van achterblijver Sirotkin een hoekje van zijn voorvleugel eraf reed, maar gelukkig kon hij zijn plek voor Vettel behouden. De mogelijke regen bleef weg, Raikkonen stalde zijn Steigerende Paard in de box met motorproblemen, Vandoorne viel ook uit wegens technische redenen, en bij mij begonnen de korte nachten en gezellige dagen zich te wreken. Knikkebollend naast een grinnikende Wingman zag ik stukje bij beetje de race vorderen, tot de vlag werd gezwaaid en ik, net als mijn collega’s eerder die dag al in de groeps-watsep lieten weten, Max zag finishen op een derde plaats *smiley die zich nog eens uitrekt* de nabeschouwing van de Formule 1 en de voorbeschouwing van het nieuwe seizoen Boer Zoekt Vrouw bewaar ik voor een andere keer. Slaap lekker allemaal!

Reageer

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *