Op bezoek bij het British Motor Museum

Op onze vakantie in Engeland bleken we bij toeval vlak bij het British Motor Museum in Gaydon te zitten. Het plan was om er even snel een uurtje te kijken. Dat werd een halve dag, wat is dit een ontzettend gaaf museum met een enorme collectie! En natuurlijk de vriendelijkheid van de medewerkers, iets wat we op het hele eiland ervaren hebben. Mocht je in de buurt van Gaydon zijn, mag je dit museum niet links laten liggen (of, omdat het in Engeland is, niet rechts laten liggen). En mocht je niet in de buurt van Gaydon zijn? Zorg dan dat je dat wel bent in de toekomst! Echt een aanrader.

Het museum herbergt met meer dan 300 Britse auto’s wereldwijd de grootste collectie op dat gebied. De basis van de collectie is in de jaren ’70 door Leyland gelegd, toen die pronkstukken uit haar eigen verleden ging verzamelen. Leyland nam stukje bij beetje de hele Britse auto-industrie over, en daarmee ook de eigen collecties van historische voertuigen van overgenomen fabrieken. Via Rover en BMW kwam het museum en haar collectie in de handen van Ford, die het samenvoegde met de Jaguar collectie.

Smith and Starley Coventry Lever driewieler uit 1876.

Wolseley Autocar Number One uit 1896.

Jensen FF series II uit 1970. Deze mango-kleur werd speciaal voor de eerste eigenaar van deze auto in het Jensen assortiment opgenomen.

Brum, maar één van de tig redenen waarom dit museum ook voor kinderen erg leuk is.

HUE 166, de allereerste Land Rover, die op de RAI van 1948 gepresenteerd werd.

Luey the lion uit 2002, met dezelfde materialen en kleuren als Huey.

De allereerste productie-Mini, uit 1959.




Je kunt je eigen Land Rover in elkaar knutselen in het museum. Uiteraard heb ik voor mijn jongste neefje (Land Rover was één van zijn eerste woordjes, nu hij 5 is vind hij ze nog steeds geweldig) ook een exemplaar meegenomen.

Ook leuk: een speurtocht door het museum. Vaak genoten de begeleidende opa en oma hier nog meer van dan de kinderen zelf overigens.

Jaguar E-type uit 1963.

Rolls-Royce Phantom uit 2002.

Het archief van het museum staat voor een ieder open om eigen onderzoek te doen.

Mijn favoriete afdeling is direct om de eerste hoek: prototypes en concept cars.

MG/Mini ADO 34.

MG/Mini ADO 70.

MG EX-E.

Austin A30 cabrio.

Rover SD1 stationwagon.

Triumph Lynx.

Mini 9X.

Mini ‘Twini’ Moke prototype met twee motoren.

Austin Ant.

Nuffield ‘Gutty’.

Alvis P6BS.

Austin Zanda.

Rover T3 gas turbine coupé.

Rove T4 gas turbine sedan.


Rover-B.R.M. gas turbine Le Mans racer.

Ford Cortina 80.

Austin Mini-Metro.

Wolseley 2200, de allerlaatste gebouwde auto van dit merk.

Reliant Regal Supervan 3 in de Royal Mail kleuren.

Jaguar XK 120 coupé Montlhéry recordwagen, bestuurd door onder andere Stirling Moss.

Jaguar E-type door het Amerikaanse bedrijf Group 44 voor races geprepareerd.

Jaguar D-type.

Door Group 44 geprepareerde Jaguar XJR-5.

Met deze Jaguar TWS XJ-S won Tom Walkinshaw in 1984 de group A voor Europese sportwagens.

De snelste Jaguar ter wreld, en war anders dan op de zoutvlakte van Bonneville zou dat record gevestigd moeten worden? De topsnelheid die deze Jagaur XF-R met 5 liter V8 motor heeft gehaald is 363 kilometer per uur.

Jaguar XJ13.


Langs de rand van het (ronde) museum is een ‘timeline’, waar auto’s in chronologische volgorde opgesteld staan. Vaak hele normale auto’s maar daardoor des te herkenbaarder, vooral voor de ietwat oudere Engelsman. Maar ook auto’s uit de tijd dat de Britten bij ons nog succes hadden vind je hier tussen.

Austin Metropolitan, licentiebouw van de Nash, maar dan met onderdelen uit de BMC-magazijnen.

Onlangs was een Bugatti van Lego in schaal 1:1 in het nieuws. Deze Mini bestaat al wat langer, maar is niet rijdbaar.

Twee halve MGB GT’s, voor op autoshows en dergelijke. De MG-medewerkers noemden deze auto liefkozend ‘the divorce model’.

Alvis Super Graber cabrio uit 1965.

Aston Martin DB2 uit 1952, het tweede model van na de overname door David Brown (de tractorfabrikant inderdaad), en de eerste met de initialen DB in de typenaam.

Aston Martin Vanquish uit 2001. Deze specifieke auto stond bij de lancering van het model op de autosalon van Genève te pronk.

Deze McLaren MP4-12C werd bij de introductie gebruikt door de pers om de auto te testen, onder andere voor een hele rappe rondetijd bij Top Gear.

MG X-Power SV. Deze komt uit de erfenis van Qvale, die weer uit de erfenis van De Tomaso voort is gekomen. Er zijn minder dan 100 van gebouwd en minder dan 10 aan betalende klanten verkocht.

Lotus Mark VI uit 1953, het eerste productie-model van het merk. Chassis en body kwamen bij buren van Lotus vandaan, techniek kwam (meestal) van een Ford Prefect. De 110 kopers moesten de auto thuis nog wel even zelf in elkaar zetten, om belasting te besparen.

Na de Tweede Wereloorlog leek het Swallow Sidecars (SS) verstanig haar naam naar Jaguar te veranderen. De merknaam Swallow werd verkocht aan Tube Investments, een toeleverancier uit de auto-industrie. Die bracht in 1954 deze Swallow Doretti op de markt.

Sunbeam Alpine mark I uit 1954.

Morgan 4-4 uit 1939, het eerste model met vier wielen van het merk.

Austin Healey Sprite.

Stapeltje Triumphs.

Lotus Europa S2 uit 1971. De eerste drie jaar na introductie was dit model daadwerkelijk alleen op het Europese vasteland te koop, en niet in Groot-Brittannië.

MG 18/80 mk 1 uit 1931, het eerste eigen model van het merk.


(Stiekem niet helemaal) de miljoenste Austin, met handtekeningen van het personeel.

Cuthbertson rupsconversie van een Land Rover Series II uit 1958.

Land Rover fiets.

Land Rover Defender SVX concept car uit 1999.

Range Rover State I ceremonievoertuig voor het Britse koningshuis.


Range Rover Stormer conceptvoertuig uit 2004.

Land Rover FC.

Land Rover Series I 80″ stationwagon uit 1949.

De Morris Oxford F-type uit 1921 waar Sir William Morris zelf mee reed.

AEC S-type dubbeldekker.

Riley Popular uit 1907.

Hutchings Royal Winchester Caravan uit 1935. Van dit model zijn er slechts negen gebouwd, waarvan dit het laatste overlevende exemplaar is. De tweede eigenaren waren een Joods gezin wat uit nazi-Duitsland gevlucht was en een jaar in deze caravan leefde in 1938/1939, wachtend tot er een volwaardig huis beschikbaar kwam.

Wolseley 10hp tonneau uit 1901.

Piers Johnson, Richard Stanton en John Hartshorne deden in 2001 met deze TVR Tuscan T400R mee aan de 24 uur van Le Mans.

March-Triumph 783 van het Unipart Formule 3 team uit 1978. Onder andere Nigel Mansell, Brett Riley, Tony Dron en Tiff Needell reden eind jaren ’70 bij dit F3 team.

March Ford 701 van Tyrell, formule 1 wagen uit 1970, het eerste jaar van March in de F1. Naast het eigen team leverden ze ook chassis aan Tyrell. De mannen achter March waren Max Moseley, Alan Rees, Graham Coaker en Robin Herd. De naam March is uit de eerste letters van hun namen samengesteld. Met deze specifieke auto werd Jackie Stewart tweede bij de Grand Prix van Zandvoort in 1970.

Issigonis lichtgewicht special uit 1938; een thuisknutselproject voor heuvelraces op basis van de Austin Seven van de latere ontwerper van de Mini.


Mini’s uit de Rally van Monte Carlo.

Morris Oxford ‘Red Flash’.

Met deze Cooper T51 werd Jack Brabham Formule 1 kampioen in 1959.

Healey Westland roadster uit 1948.

Met deze Triumph TR7 V8 haalden Tony Pond en Fred Gallagher in 1978 diverse rallysuccessen.

De allereerste Austin Healey 3000.

Met deze Austin Twenty reed meneer Filby van London naar Kaapstad en terug.

Door Downtown Engineering aangepakte Austin Se7en.

MG EX255.

MG EX181.

MG EX179.

MG EX135.

Morris Mini Traveller, ooit nieuw aangeschaft door Lord Mountbatten, een neefje van de Britse koningin.

De allerlaatse gebouwde Triumph 2500 estate.

Allard P2 Safari uit 1953.

Humber Hawk series IVA. Met zo’n naam een ideale wagen voor autoverkopers 😉 .

Ik dacht dat de Th!nk Noors was?

Als er iets is wat kenmerkend is voor de Britse auto-industrie zijn het de vele stakingen.


Morris Minor brandweerwagen. Dit prototype-chassis werd in eigen beheer omgebouwd en nog tot 1990 ingezet door de bedrijfsbrandweer.

Triumph TR3a.


In deze meer dan 100 jaar oude Rover mag je (voorzichtig) zitten.

De FAB 1 uit de Thunderbirds film is, zeer toepasselijk, gebaseerd op de Ford Thunderbird.

Land Rover Defender 110 uit de James Bond film ‘Skyfall’.

De City Cab uit Judge Dredd is gebaseerd op de Land Rover FC. Er zijn 22 van deze voertuigen voor die film gebouwd, volgens het museum is het de enige met een compleet interieur.

De Land Rover Defender 110 HCPU uit Tomb Raider.

De enige replica tussen de filmauto’s, een back to the future DeLorean. Wat deze in een Brits automuseum moet? Ach, ze werden in Ierland gebouwd, dat is niet zo heel ver weg toch?

Reliant Regal Supervan 3 uit de BBC-serie ‘Only Fools and Horses’. Ik ken heel die serie niet, maar toen ik een paar dagen later deze auto alsspaarpot zag bij een Tesco heb ik die meegenomen, de eliant an sich is gaaf zat.

Als eerbetoon aan de rammelende Land Rover uit Shaun the Sheep hebben een aantal Land Rover medewerkers deze 1:1 voorstelling van die auto gebouwd, samengesteld uit onderdelen van verschillende generaties. Je mag er in zitten!

Kunst.

Een BMW in een Brits automuseum? Yup, de Dixi, een licentiebouw van de Austin Seven, heeft BMW van de ondergang gered. Helaas kon BMW Rover niet redden, toen decennia later de rollen ineens omgedraaid waren.

Ik moest natuurlijk even bij de eerste Land Rover poseren.

Naast het museum is een grote hal met NOG meer auto’s. Op de begane grond zijn de Jaguar collectie en een restauratie-afdeling gevestigd. Op de etage is een grote opslag van auto’s waar geen plek vooris in het museum zelf, maar waarvan het toch zonde zou zijn als het publiek het niet kan zien. Beter iets dan niets, tenslotte. VOor de deur van die hal stond deze Jaguar.







De restauratiewerkplaats mag je niet in, maar van boven is er veel te zien.

Infiniti Emerg-e.

Opengewerkte Mini.

Opengewerkte MG A.

Deze Honda Civic staat in het Guinness recordboek als zuinigste auto van Europa.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd er een serie tunnels gebouwd onder het fabriekscomplex van Austin in Longbridge. Na de oorlog werden deze tunnels gebruikt voor transport van materieel en personeel, onder andere met deze Mini. Tot er een container boven op viel, met og maar 11 mijl op de teller… Alle nuttige onderdelen werden er af gehaald, waarna deze body nog decennia in de tunnel bleef staan.


Daimler DE36.

Morris T.

MG PA Midget opengewerkt model.

Austin Champ.

Land Rover FC 112″ ‘Buttercup’, een uniek prototype. Nadat het leger dit model niet wilde kwam het prototype terug naar de fabriek, waar het de afsleepwagen werd op het testcircuit.

Land Rover.

Wolseley Elf, een Mini met kont.

De Land Rover Series IIa van koninging Elizabeth II.

Door Shorland gemilitariseerd Land Rover Series IIa.

Rover P6 Radford prototype.

Austin Maxi uit de London-Mexico rally.

Door Michelotti (die ook voor DAF tekende) ontworpen Triumph Dolomite.

MG MGB SSV1 safety systems vehicle.

Vandenplas Princess 2200 prototype.

Austin 1300 SRV5 safety research vehicle.

Mini Clubman SRV4 safety research vehicle.

Morris Marina SRV2 safety research vehicle.

Triumph SD2 prototype.

Austin Princess Ogle-Triplex 10-20 Glassback.

Austin Mini-Metro ‘Notchback’ sedan prototype.

Austin LC10 prototype.

Door Roy Harrodine verlengde en verder aangepaste Mini.

De allerlaatste Triumph Stag.

De miljoenste Land Rover, een Series III 88″.

Triumph Broadside cabrio prototype.

Rolls-Royce Silver Shadow.

Bentley R-type Continental.

Austin A40 Sports.

Jensen C-V8 mark II.

British Leyland ECV3 energy conservation vehicle.

De laatste gebouwde MG MGB GT LE, tevens de laatste auto uit de Abingdon MG fabriek.

Land Rover series III 88″ station wagon ‘aluminium’.

De allereerste Austin Maestro.

De allerlaatste Morris, een Ital estate uit 1983.

De allerlaatste Triumph, en Acclaim uit 1984.

MG Metro 9X zescilinder prototype.

Austin AR6 project 90 prototype.

Rover CCV.

MG DR2 prototype.

Amfibische Land Rover 90.

De allereerste Land Rover Discovery.

Camel Trophy Land Rover Discovery.

De allereerste in Groot-Brttannië gebouwde Toyota, een Carina E uit 1992.

Een MGF, met een Metro Van body.

Land Rover Defender 110XD ‘Mattracks’.

De allerlaatste Austin, een Montego uit 1994.

Land Rover LCV2/3 lightweight concept vehicle.

Gepantserde Range Rover.

De allerlaatste Rover 100, een 114GTa uit 1997. De enige Britse auto die ik zelf heb gehad, de Rover 214, was in het museum helaas niet te zien.

Mini Cooper uit 2000, de allerlaatse ‘echte’ Mini.

De allerlaatste Rover, een 75 uit 2005.

De miljoenste Land Rover Discovery.

Op de bovenetage is ook een klein stukje restauratiewerkplaats, daar mag je wel kijken en met de restaurateurs praten.

Kunst.

Jaguar zaal.

Jaguar XK8, replica van het exemplaar uit de Austin Powers film ‘Goldmember’.

Jaguar XJ40 Estate Car prototype.

Jaguar XJ8 Polished Saloon, om te bewijzen dat de auto echt van aluminium is.

Jaguar XJ brandweerwagen.

Jaguar C-XF concept car.

Jaguar R-D6 concept car.

Jaguar R-Coupé concept.

Jaguar F-Type concept car.

Jaguar XJ42 prototype.

Jaguar XJ220 pre-productie-auto.

Jaguar XJ220 prototype.

Jaguar S-type diesel racewagen.

De Jaguar XKR uit de James Bond Film ‘Die Another Day’.

Pre-productie-versie van de Jaguar F-type Project 7.

De Jaguar R5 Formule 1 wagen waar Mark Webber in 2004 mee reed.

De Jaguar F-type R die Team Sky bij de Tour de France van 2014 inzette.

Jaguar ALC Coupé, teaser voor de XK.

SS2 Coupé.


De oudste nog bestaande Austin Seven Swallow.

Als afsluiter nog en blik op de imposante boven-etage.

Ik had mezelf voorgenomen alleen de echt bijzondere auto’s op de foto te zetten. En daar heb ik me aan gehouden… Op een aantal van de hier getoonde auto’s zal ik later in aparte blogpost individueel nog dieper op in gaan. Oh, en voor de echte Nederlanders: een kaartje is niet zoals gebruikelijk één dag geldig, maar een heel jaar!