Geachte Shirley, week 33


Geachte Shirley, deze week begon onze werkweek niet helemaal tegelijk. Terwijl jij zondag nog tegen de dakgoot stond geleund, stapte ik op het fietsie om in Bergen aan de gang te gaan. Fiets? Tja het werk moest met een auto met slibbak gebeuren, dus jij kon het niet doen, en de auto waarmee ik moest rijden, die stond al op het werk. Het was nog best mooi weer eigenlijk, mischien een beetje te mooi, want ik kwam met het zweet op me rug in Bergen aan. Stiekem vind ik het eigenlijk wel lekker om op zulke dagen te werken, het is rustig op de weg, iedereen lijkt wel iets chillaxter te zijn dan doordeweeks, en je komt vanalles tegen op de weg, wat je normaal gesproken niet ziet. Een korte opsomming van waar ik me aan liep te vergapen: oranje metallic Mitsubishi Eclipse cabrio, zo’n nieuwe met zo’n lekkere kont. 3 Corvette’s, een rode C7 met zonder dak, een grijze C6 en later nog een gele C7. 2 Mustangs van uhm… eind jaren 60 begin jaren 70? Ik ben zo slecht in bouwjaren onthouden, sorry Ponyrijders. Een handvol Triumph’s en MG’s, mischien onderweg naar hetzelfde oldtimer treffen? Knalgele Opel GT, in de showroom vlakbij het stort, toevallig, vorige week reden we ergens anders langs een showroom, daar stond ook een gele Opel GT, zal het een teken zijn van boven? Een Chevrolet Orlando op NL’s kenteken, ook best zeldzaam. Een nieuwe Rolls Royce Phantom, wauw wat een gebouw, zo’n auto laat alles in z’n directe omgeving er ordinair uitzien, behalve dan die klassieke Silver Shadow die er later ook nog reed. En niets zo ‘ordinair’ en ‘fout’ als een Dodge Viper, wat blijft dat toch heerlijk om te zien. Net als die Amerikaan met die onwijze vleugels erop, ik denk dat het een Ford was, maar ja zulke auto’s ken ik nog steeds slecht uit elkaar houden. Net als grijze vrouwen auto’s, zoals Audi’s TT, alleen wist deze zich wel te onderscheiden door het ABT onderstel en de bruinleren bekleding met honkbalstiksel. Al met al een mooi dagje om onderweg te zijn.

Maandag veranderde in een soort zondag voor gevorderden. Jij stond nog een dag extra tegen de dakgoot geleund, terwijl ik met een vriendin naar een wellness center ging. Voor mij de eerste keer, erg spannend allemaal. De hele dag ging het van warm naar koud naar warm naar koud naar voetenbadje met vissies naar warm naar koud buffet naar warm buffet naar weer een koud buffet naar warm naar koud om uiteindelijk wakker te worden van m’n eigen gesnurk in de rustruimte. Heerlijk ontspannen, hoop nieuwe dingen geleerd (het is dus niet krepserig om je eigen badjas mee te nemen, zowat iedereen doet dat) en zo gingen we met het buikie vol weer op huis aan. Ja dit gaan we zeker nog een keer doen, maar dan wel wat beter voorbereiden *smiley die in z’n handdoek gerold door het gras struint*

Dinsdag gingen we weer samen op pad, en wat een paadje was het. Voor de mensen die er nog niet zijn geweest, zal het vast een beetje ingewikkeld klinken, maar het hele circuit rond de Coentunnel is nogal… veranderd, ja, laten we het zo maar noemen. Kom je vanaf de A8, dan kun je er wel bij de s101 af, waar de loswal is gevestigd. Maar kom je vanaf de Volendamse kant, dan rijd je door een andere tunnelbuis, kom je op een ander weggedeelte uit, en kun je er niet bij de s101 af. Dus moet je of voor de tunnel eraf gaan, binnendoor naar de A8 en er daar weer op, of na de tunnel doorrijden tot de s102 en daar omkeren. Voordeel is wel dat als er een te hoge vrachtwagen voor de ene tunnel staat, je makkelijk een ander paadje kan pakken om via de andere tunnel gewoon door te rijden. Nouja, dat voordeel is het grootst als je wel een beetje luistert naar wat je collega’s allemaal roepen via het bakkie en de mobilofoon *smiley die met oordoppen in even in z’n eigen wereldje zit*

Woensdag reden we weer bij de Coentunnel. We wisten nu de weg wat beter, het leek allemaal wel net iets vlotter te lopen. Alleen jammer dat de buikpijn terug was gekomen. Ik was er vanaf, van de pijn dan, maar blijkbaar toch iets verkeerd gedaan. Gister te heftig gesport mischien, of maandag toch teveel zitten bunkeren bij het buffet. Gelukkig was het niet druk, en konden we op tijd naar huis, zodat ik thuis nog lekker een beetje krom kon lopen en rustig m’n rondje kon lopen op de crosstrainer. Tja ik moet toch een beetje aan de conditie blijven werken. Na een paar weken niks doen is er ook niks meer van over, en dat past niet echt bij iemand van mijn postuur en leeftijd, om na een stukje fietsen of traplopen al te moeten hijgen *glimmende smiley met een zweetsnor*

Donderdag zaten we in een heel ander gebied. Van een rondje met alleen maar snelweg en doorgaande wegen, gingen we nu naar een rondje met een stuk provinciale weg en verder alleen maar binnendoor weggetjes, varierend van boerenwegen waar je mekaar net-wel-net-niet kunt passeren, tot 30 km zones binnen de bebouwde kom met ieniemienie rotondetjes. Erg bewerkelijk allemaal, vooral voor jou, want je moest als een malle aan het schakelen. Daar viel het me wel op dat je er soms een beetje rare ideeen op nahoud over het juiste schakelmoment. Dat je wat langer doortrekt in het groene gebied, om met de volgende versnelling dan weer mooi uit te komen aan het begin van de stijgende lijn van de koppelkromme, dat snap ik, maar zo lang doortrekken in een versnelling dat je zowat het grijze gebied induikt, word mischien een beetje te gek. Vooral omdat dat steeds op dat weggetje gebeurde waar de mensen graag aan de telefoon hingen om te zeggen dat we te hard reden. Ik heb het geprobeerd met de voet te corrigeren, andere input geeft andere reacties, hoopte ik, maar niet de schakelreacties die ik wilde. Met de hand dan mischien de techniek overroelen? Maar ja, waarom rijd je dan automaat? Als het de bedoeling was geweest dat de chauffeur steeds zou moeten schakelen, dan hadden er wel Cupra-stijl flippers aan het stuur gezeten.

Nouja, dan nog maar een dagje oefenen in het drukke Westfriesland. De vrijdag begon al vroeg, uurtje of 3 werd het onweer zo heftig, dat ik er wakker van werd. De ramen trilden in de kozijnen, en ik lag te schudden in me bedje. Later hoorde ik dat er op de camping een hoop mensen waren die geen oog hadden dichtgedaan. Gelukkig ben ik weer in slaap gevallen, om daarna nog een keer wakker te worden, maar dan van de wekker. Het regende nog wel een beetje, maar de heftigste storm was gelukkig al voorbij. Ik hou er nooit zo van om de dag te moeten beginnen in weer en wind, stap ik meteen al met natte kleren in de auto, zonde van het Connolly pluche dat er nu nog zo netjes uitziet. We reden vandaag exact hetzelfde rondje, alleen met andere mensen langs de kant. Eerst al de brandweer, die in het knusse gedeelte van het dorp langs de kant stond geparkeerd, en later nog eens een vrachtwagen die druk was met conainers wisselen om het hout van timmerdorp op te ruimen. Nouja, uiteindelijk word het altijd weer rond dezelfde tijd 4 uur. Het schakelen leek wel wat beter te gaan, mischien moeten we gewoon afspreken dat ik niet zo krampachtig op het dashboard ga zitten turen en gewoon het gas intrap, en dat jij dan gewoon gaat acceleren zonder extreem veel toeren te maken, lijkt me een mooie deal. We stonden weer mooi op tijd op het pad, kon ik nog ff de tuin induiken om wat eten te oogsten. De aubergine gaat ondanks de twijfelachtige start toch best goed, en de eerste tomaat is ook al helemaal in kleur. En zo zat ik op de vrijdag avond aan een gezonde wokschotel van aubergine en lenteui, met volkoren pasta en tomaatje erbij, lekker hoor.

En dat gezonde eten was wel nodig, want zaterdag moest er op topniveau gespresteerd worden. 40 Jaar geleden kwam opa met het idee om tijdens de Wijde Wormer feestweek een sloot en slob race te organiseren. Heel simpel: er word gestart op een paar km van het dorpshuis, en dan gaat het erom dat iedereen zo snel mogelijk weer terug komt naar het dorpshuis, via weilanden en sloten. Van zo’n 67 deelnemers aan de eerste race, is het inmiddels uitgegroeid naar een evenement met dik 800 deelnemers. Een hele organisatie, compleet met logistiek plan om al die mensen van het inschrijfpunt bij het dorpshuis naar het startpunt te krijgen. Maar alles ging goed. Oma gaf het startsein, en daarna was het haasten naar de finish, omdat de wedstrijdrenners al binnen 8 minuten binnen waren. Waarna het niet lang meer duurde voordat de (klein)kinderen ook binnen kwamen. Wat een belevenis om daar tussen te mogen rennen. De eerste sloot was spannend, maar eenmaal smerig ga je gewoon door. Het onthaal bij de finish was geweldig. Een aantal (klein)kinderen deden niet mee, maar zorgden gelukkig wel voor aanmoediging en mooie foto’s. Oma gaf nog een ontroerende speech, die werd beantwoord met een staande ovatie, en daarna was het inladen en op naar de soep en broodjes. Wat is het toch altijd weer een chaotische maar gezellige bedoening, zo met ze allen bij elkaar. Fris gewassen en in schone kleren hebben we met een select gezelschapje nog even naar het roeien gekeken, en na een rondje over de kermis *smiley die een middelvinger en een rockhand opsteekt* keerden we weer huiswaarts. Lange dag? Nee hoor, ’s avonds liepen we weer met het hele gezin door Koedijk om naar de gondelvaart te kijken. Na zo’n dag kon ik niet anders dan moe maar voldaan in slaap vallen.

Fijne zondag veesboek vriendjes, het is heerlijk weer vandaag. Ideaal om lekker op een berenvelletje voor de kachel te liggen.

One Response

  1. Tom Megens 18 augustus 2014 Reply

Reageer

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *