Geachte Shirley, na de boerderij geluiden van zondag, tijdens het koeien melken, was het maandag ochtend vroeg weer even wennen aan de dorpse geluiden. Nee de vogeltjes klinken niet heel veel anders, maar de lallende jongeren die langs je huis zwalken om half 5 ’s ochtends is toch wel weer even iets anders. Terwijl ik aan m’n ontbijtje zat, kwamen ze blijkbaar net uit een of andere zuipkeet vandaan. Vreemd? Tja de verklaring kwam al snel toen wij op pad gingen. Rijdend op de A7 richting Amsterdam was het alsof we de volle maan tegemoet reden. Deur op slot en goed uitkijken voor harige kerels, want tijdens zulke nachten gebeuren altijd vreemde dingen. Ik was dan ook blij dat het al licht was, toen we Amsterdam in doken voor die 2 vrachten zand naar dat bouwtje. Het was nog rustig, de stad was nog bezig om te ontwaken, na een ongetwijfeld wild en bruisend weekend. Kennelijk zo wild en bruisend dat de eigenaar van die Ferrari geen kans meer had gezien om een knappe parkeergarage te vinden, en z’n rode bolide met Italiaanskleurige striping zo langs de kant van de weg heeft geparkeerd, gewoon, tussen de auto’s van het gewone volk *smiley met opengesperde ogen* Maar ach, vreemde dingen… De rest van de dag reden we weer zwarte meuk, vanaf de loswal bij de Coentunnel, wat betekende dat we de hele dag door het 80km-gebied worstelden naar het nieuwe klaverblad bij de A4/A9 toe. ’s Nachts volle maan? Nee hoor, dat lijkt het wel alle dagen te zijn op de ring Amsterdam. Gelukkig konden we in de schaft een beetje tot rust komen, met een lekker ‘meergranen eitje’ erbij, en beschuit met muisjes. En nee, die zijn dus niet van mij *smiley die met z’n vuisten zit te zwaaien* Als je me dik vind, hoef je dat niet op zo’n manier te zeggen! *smiley met een boze blik*
Dinsdag stond alles een dag stil. Vanwege Bevrijdingsdag was het hele land een dag vrij. Behalve dan de zwoegers in de horeca, want elke plaats met meer dan 200 inwoners organiseerde wel een festival. Bevrijdingsdag, of zoals een oom een keer tegen de Duitser naast ons op de camping zei: “op 4 mei herdenken we de Nederlanders die zijn overleden. Op 5 mei de Duitsers.” Terwijl heel Nederland stond te wachten voor de poorten van de grote festivals, die wat later open gingen vanwege het stormachtige weer, lag ik op bed met buikpijn. Een mooi moment om even tot bezinning te komen. Ze zeggen wel eens dat die 2 minuten stilte op 4 mei een moment van bezinning zijn, maar volgens mij zijn 2 minuten te kort. Na de plechtigheid op de Dam kwamen we gisteravond bij de film The boy in striped pyjama’s terecht. Het is pijnlijk om te zien, hoe zo’n jongen in al z’n onschuld de wreedheid van de oorlog blootlegt. Voor wie het verhaal niet kent: je volgt het leven van Bruno, die samen met z’n ouders en zus in een groot huis in de stad woont. Zijn vader werkt bij het leger, en wanneer hij promotie maakt, moet het hele gezin verhuizen naar een huis ergens in het bos. Zonder vriendjes maar met zijn avonturenboeken gaat Bruno op pad in het bos. Waar een boerderij is, met mensen die in gestreepte pyjama’s lopen, met nummers op de borst. Langs het hek zit een jochie dat ook 8 jaar oud is, en ze worden vrienden. Maar Bruno word verscheurd door twijfels. Thuis word verteld dat Joden slecht zijn, dat ze de vijand zijn. Maar zijn beste (en enige) vriendje is ook een Jood. En de man die in de tuin werkt, die ook een beetje raar is, omdat ie in zo’n pyjama loopt, die is zelfs gestopt met dokter zijn, om bij hun de aardappels te kunnen schillen *smiley die achter z’n oor krabt* je ziet de vertwijfeling in zijn ogen. Dezelfde vertwijfeling waarmee wij er nu op terug kijken. Hoe heeft het kunnen gebeuren? Hoe hebben mensen dat kunnen doen? Inmiddels is er zoveel bekend over de gruwelijkheden die hebben plaats gevonden, je kunt je toch eigenlijk niet voorstellen dat mensen dat elkaar aandoen? Het ergste is: ja, ik kan het me wel voorstellen. Zo als ontgroeningen bij studentencorpsen regelmatig uit de hand lopen, zo werden de martelingen ook steeds erger: omdat niemand onder wil doen voor z’n medestudenten of collega’s word het steeds een stapje erger. Maar het zijn toch mensen? Nee, zoals er over bepaalde groepen werd gepraat (of het nu Joden, slaven, Moslims, iedereen-die-geen-Romein-is of zigeuners zijn), zo werden zij ‘ontmenst’. Ja ze lijken op mensen, maar ze zijn anders, ze zijn minder dan mensen, en wanneer je dat maar vaak genoeg hoort en ziet gebeuren op straat, dan gaan mensen zich vanzelf ook zo gedragen, waardoor het effect nog meer word versterkt. Het is iets van alle tijden, alle oude religieuze boeken staan er vol mee. Alle dingen waarvan wij zeggen: maar dat doe je toch niet? Dat kun je een ander mens toch niet aandoen? Dat is toch vreselijk? De vrouw die gister bij De Wereld Draait Door haar verhaal als overlevende van de oorlog zat te vertellen, wist het heel treffend te zeggen: “het ergste van de oorlog? Het ergste is dat we er niet van leren. Kijk maar naar het nieuws of in de krant, dezelfde dingen gebeuren nu nog steeds.”
Ja en na zo’n dag van bezinning, was het woensdag dan gewoon weer tijd om aan het werk te gaan. Eerst een vracht naar Purmerend, en daarna door naar Amsterdam Westpoort, om 2 bootjes leeg te rijden. Gelukkig werd het met de buikpijn al iets minder. Het rustige heen-en-weer banjeren over het terrein kwam nu wel mooi uit. Rustig aan, beetje eten, nog ff een koppie thee, en dan is zomaar het eerste bootje leeg. Terwijl de kraanmachinist alvast aan de verkeerde boot begon, kon ik rustig m’n bakje konijnenvoer naar binnen werken. Om daarna de goede boot leeg te gaan rijden. Op het nieuws hoorde ik dat kinderen die op de boerderij opgroeien, minder last hebben van astma. Dat komt door bepaalde stofjes die in de lucht zitten, en die maken de beschermlaag in de longen sterker, waardoor je dus minder kans loopt om astma te krijgen. Ik dacht dat er een aanbeveling kwam, om met je gezin met jonge kinderen naar buitengebieden te verhuizen, en daar van de stofjes in de lucht te genieten. Maar nee, ze gaan de stofjes uit de boerderijlucht filteren, en die in medicijnen stoppen, zodat de kinderen in de steden ook geen last meer krijgen van astma, zonder dat ze daarvoor naar het platteland hoeven af te reizen. Ondertussen werd de lucht steeds donkerder. Mooi om te zien hoe de blauwe lucht met witte wolken langzaam veranderd in een dikke donkergrijze deken, de wind die aantrekt en de spatjes op het raam die binnen enkele minuten veranderen in hagelstenen. Ja snoes, het was even schrikken, zo snel als het weer veranderde. En knap lastig ook, want in de spiegel onder de trechter was niets meer te zien. De lopende band zuchtte onder het gewicht van het zware zand, dat door de hevige regen nog zwaarder werd, en daarom moesten we het laatste stukje van de boot leegmaken zonder de trechter te gebruiken. Het zonnetje begon alweer te schijnen, en met de zonnebril op de neus maakten we de dag vol.
Donderdag begon met uitslapen. Op zich niet verkeerd, omdat woensdag vaak een latertje word vanwege Gouden Bergen. We hadden een goudvinkenklussie, teelaarde laden bij een bedrijf vlakbij de zaak, en dat moest helemaal naar Oostzaan toe. Ik voelde me bijna internationaal trucker.. He kijk nou! Lammetjes in het land! ..Internationaal trucker op die afstanden. Een rondje duurde bijna 2 uur, maar dan hadden we mooi de.. Ow kijk nou, die heeft al gemaaid! ..De tijd om een beetje van het uitzicht.. Oew een Opel Kadett B! ..Uitzicht te genieten. Het ene rondje gingen we over de snelweg, met uitzicht op de Beemster, het andere rondje.. Aahhw kijk nou! Veulentjes! ..Andere rondje gingen we over de provinciale weg, met uitzicht over de Schermer en het water. Voor de middag hadden we al zowat 300 kilometer op de dagteller staan. Nog even en ik zit met een te grote pet op en in m’n geruite bloes achter het stuur *smiley die aan z’n ongeschoren kin krabt* Toen de tuin vol lag met teelaarde, mochten we nog even naar de loswal in Amsterdam, om in de middagspits een vracht zand naar Purmerend te brengen. En daarna weer terug naar de loswal, want jij mocht daar een nachtje logeren.
En zo carpoolde ik vrijdagochtend vroeg met de loswalmedewerkers en de bijrijder samen naar Amsterdam. Ja de bijrijder mocht weer een dagje mee, het laatste dagje van zijn stage mocht hij met ons mee. En hij viel met zijn neus in de boter *smiley die diep zucht* De hele dag mochten we genieten van de 80km-zone op de ring van Amsterdam. De loswal zit helemaal aan het begin van de zone, en de eerste vracht mocht naar afrit s108. Voor de mensen die daar niet zo bekend zijn: dan ga je een vrij scherpe bocht door, schuin omhoog naar links, waarna je op de linkse banen uitkomt, met rechts 3 banen A4 naast je, die zich bij de A10 voegen. Maar binnen een kilometer moet je zorgen dat je helemaal naar rechts bent uitgevoegd, want daar is de afrit alweer. De scherpe bocht schuin omhoog vind ik wel leuk, je gaat ook nog een viaduct onderdoor, dus je rijd ook nog een stukje door het donker. Als je rugzak leeg is, is het een geweldige bocht om gewoon op de cruisecontrol doorheen te boenderen. Maar nu was je bakje vol, en ging ik voor de zekerheid toch maar even van het gas af. Frusterend om te zien dat je dan met 70 km/h aan de klim naar boven begint, en de auto’s naast je nog langzamer rijden *smiley die zit te schuimbekken* het is een snelweg! Idioten! En als jullie straks op het werk zijn aangekomen, gaan jullie allemaal over de files klagen? *smiley die tegen z’n voorhoofd zit te tikken* Stelletje mafkezen, trap dat gas dan toch eens in! *smiley die diep zucht* ja, en dan ging de hele dag zo door, van de trechter tot aan het stort bij afrit s106. Wat een geknoei op die zogenaamde ‘snel’weg. Gelukkig konden we daarna de benen strekken over de rustige A7, terug naar de zaak met een mooi vrachtje grind voor in de tuin.
Terwijl jij zaterdag de mannen in de garage bezig hield, ging ik op pad met de brommer, voor een korte opfriscursus. Weer even de bochten oefenen, het straatje keren, de juiste plek op de weg. En het ging verbazingwekkend goed! Zonder om of uit te vallen heb ik de rit volbracht. Dat gaf me een goed gevoel waar ik de rest van de dag nog op kon teren. En wat werd het een zware dag *smiley die knipoogt* Het was tijd om een jaarlijks terugkerend fenomeen te vieren: mijn verjaardag. Het huis zat al snel vol visite, de koffie vloeide rijkelijk en iedereen smulde van de gebakjes. Heerlijk om iedereen weer eens te zien, en tussen het drinken-schenken en hapjes-neerzetten door had ik ook nog tijd om wat mensen te spreken. Gelukkig waren de wingman en wingwoman dichtbij voor de ondersteuning *smiley die een kushandje doet* Het was een drukke maar fijne dag, familie en vrienden allemaal heel erg bedankt voor jullie bezoek *smiley die over het gras huppelt tussen de regenbogen en vlinders*
En dan is het zomaar weer zonnigdag, tijd om de lege flessen en kaasresten op te ruimen, en mischien nog even in de tuin van het zonnetje te kunnen genieten. Maar nu eerst ontbijten, met een gebakje *smiley die knipoogt*