Geachte Shirley, week 2 2016


MAN TGS 2nd gen
Geachte Shirley, na een chillaxte zondag mocht ik maandag weer met jou naar Hoorn toe. Het was al een tijdje geleden dat we daar waren geweest, maar zoals een collega ons liet zien “Some things never change”, en dus huppelde ik naar de keet om een bakkie thee en de bon te halen. We mochten zand gaan rijden naar het grote project dat Noord Holland in tweeën moet splijten, zodat mensen zonder al teveel hinder van Enkhuizen naar Heerhugowaard kunnen rijden. En dus gingen we richting Hereyougoweird om daar een weggetje naast de bestaande weg aan te leggen, en naar de Goorn om daar een stuk water wat kleiner te maken. Lekker sturen, van rotonde naar stoplicht, het begon zowat op werken te lijken. Tot ik een berichtje kreeg van de planner, een andere chauffeur zou een paar vrachten met jou gaan rijden, zodat ik naar de zaak kon voor een medische keuring. Dat gebeurt elk jaar om te zien of de chauffeurs nog wel een beetje gezond zijn, of in ieder geval gezond genoeg om met vervuilde meuk te mogen rijden. Het nare van vervuilde grond is dat je meestal niet direct merkt dat je er ziek van word. Tenzij de machinist een bakje grond op je helm laat vallen *smiley die achter z’n oor krabt* en dus worden we elk jaar nagekeken. Het kantoor lijkt dan wel op een ziekenboeg, met al die mensen die over de gang slenteren, grote pleister op de arm als trofee van het bloedprikken, plastic potje in de hand, onderweg naar de toiletten. Maar goed, ik kwam daar dus binnen wandelen en werd meteen naar binnen geroepen. De arbo-arts en zijn assistente hadden net gelunched, en waren klaar voor de volgende lichting. Een collega had me al gewaarschuwd, de weegschaal week 3 kilo af, en dat klopte. Met de werkschoenen uit stond er 69 kilo op de teller *smiley die z’n adem inhoud* en daarna ging de assistente bloed prikken bij me. Liever dat ze dat voor het wegen had gedaan, alhoewel het weinig had uitgemaakt, want m’n aders hadden zich van schrik verstopt. En dus kon ik vrij snel doorgestuurd worden naar de huisartsmeneer. In een typisch groen tweedjasje heette hij me welkom in het kantoor dat voor de gelegenheid was omgedoopt tot behandelruimte. De van tevoren ingevulde vragenlijst werd even snel doorgebladerd (stoppen met roken, ik weet het. Over het alcoholgebruik werd dan weer niks gezegd) en daarna kwam de stethoscoop tevoorschijn. Even een paar keer diep zuchten, en daarna mocht ik gaan liggen voor een hartfilmpje. Op een koude tafel, met een papieren lakentje, de bh onhandig omhoog geschoven, de flauwe grapjes over slechte dates laat ik nu maar even achterwege. Om een lang verhaal kort te maken: ik ben nu weer bevoegd om bij het vervoer van vervuilde grond uit te mogen stappen. Alleen nog wel even bloed prikken, maar ach, daar heb ik een maand de tijd voor. Maar waar het maandag eigenlijk alleen maar om draaide, was de dood van David Bowie. Vrijdag had hij nog z’n verjaardag gevierd en een CD uitgebracht, maar vandaag werd bekend dat hij gisteren is overleden. Een icoon, hij hing niet boven m’n bed, maar zijn muziek is wel van grote invloed geweest op de popmuziek, al 25 albums lang. Hoe dan ook een moment om bij stil te staan.

Dinsdag was het ‘poetry at work day’,
Waarom dat alleen in het Engels is, geen idee.
Die ochtend manouvreerden we tussen de trailers door,
Aan het ochtendhumeur gaven we geen gehoor,
Met een vers kopje thee in de hand,
Sleepten we zand door het Hoornse land.
De eerste vracht achteruit over het randje,
Jij balancerend op het smalle stoepbandje.
Daarna achteruit naar de shovel toe,
Eerst keren bij de rotonde, wat een gedoe.
Gezellig schaften bij de heren in de keet,
Er was wel theewater, maar niet heet,
En opgedroogde koffiepoeder in grote brokken,
Dat die jongens er niet meteen mee nokken?!
Het is een enorm miljoenenproject,
Maar voor het werkvolk weinig luxe en respect.
Op de radio was er nieuws over Volkswagen,
Waar slechte berichten opgestapeld lagen.
Bij het meldpunt VolkswagenAudiclaim waren al 5000 meldingen binnen,
Dat word spannend op 19 april, wanneer de rechtszaak gaat beginnen.
Je mag ook niet knoeien met software, dat is fout,
Zulk soort ongein laat het milieu niet koud.
Na nog een vrachtje hier en daar,
Was het dan bijna klaar.
De laatste boot kwam de hoek omzeilen,
En de uitvoerder begon de keet te dweilen.
Een laatste ritje naar de vijver bij de Goorn,
En toen was deze dag werken weer klaar in Hoorn.
In de vallende schemer stuurde ik je richting huis,
Lekker binnendoor, en dat ging niet per abuis,
Genietend van de ondergaande zon en het weidse landschap.
Denk ik dat ik de bedoeling van deze dag snap.
Werken doen we al zo veel en zo vaak,
Of je nu iets typt, rondrijdt of van hout maak,
Dan is het wel eens verfrissend om er op een andere manier,
Vanuit een ander perspectief en zonder negatief gemier,
Naar de schoonheid van je werk te kijken.
Of het werkt? Dat zal blijken.

Woensdag verlieten het Noord Hollandse land, om in Fryslan aan de gang te gaan. Met een groepje collega’s stonden we bij de loswal in de rij voor een vrachtje zand, en samen met een collega reden we naar een stortje ergens op het industrieterrein bij Harlingen. Nogal een organisatie, want er werd naar diverse plekken zand gereden, maar ondertussen ook nog wat grond heen en weer gesjouwd, en alsof dat nog niet genoeg was, kwamen er ook nog vrachten korrel bij. Gelukkig hoefden wij ons alleen op het zand te richten. De korrelbaan afrijden, stukje offroad en kiepen. Alhoewel we wel even op moesten letten, want in een flits hadden we haar natuurlijk al zien staan, maar vervolgens werden we er ook door collega’s op geattendeerd: de Volkswagen Gallardo die naast de Maccetaria op de parkeerplaats stond. Je zou d’r haast voorbij rijden, maar de lantaarnpalen en langsrijdende auto’s wierpen net genoeg licht op het strakke plaatwerk, om de aandacht van voorbijgangers te trekken. Wel jammer dat er een busje van de Wegenwacht naast stond *smiley die aan z’n kin krabt* waarschijnlijk was er niks aan de hand toen ie nog op de rollenbank stond. Ondertussen werd ons stortje iets uitgebreid, er moest namelijk ook nog een slootje dicht. Een prutslootje, waar een trekker al een vrachtje nattig zand in had gestort. Terwijl ik zat te luisteren naar het verhaal van de machinist, stuurde ik jou de sloot in, net iets te ver achteruit, en zo stonden met de neus omhoog *smiley met het schaamrood op de kaken* ach waarschijnlijk was het gewoon Vuk Volkswagen Dag, want 2 rondjes verder zagen we hoe de exotische Gallardo werd afgevoerd op een sleepwagen. Al met al ging het eigenlijk best lekker die dag, we hoefden dit keer niet naar een andere loswal of betonboer toe om daar het zand weg te kapen. Gelukkig hebben we weer aardig wat in onze eigen voorraad. Ook van het brekerzand, want daarvan mochten we ’s middags nog een vrachtje mee terug nemen de dijk over. En dan snel naar huis om te eten, want er hing iets in de lucht…

Jawel, donderdag hoefde de wekker niet aan, want voor die tijd werd ik alweer gewekt door de strooitelefoon. En dus gingen wij voor dag en dauw op pad om de wegen weer een beetje veiliger te maken. Niet alleen onze eigen route, maar ook die van een strooicollega. Wel mooi, 2 strooiers zijn vervangen, het testritje ging allemaal goed, maar nu het eigenlijk wel nodig was, schoten ze meteen in de storing. En dus gingen wij een rondje extra, via een route ik ongeveer wel maar niet helemaal wist, tussen de drukte van het forenzenverkeer *smiley die diep zucht* ik snap dat jullie graag naar jullie werk willen, maar wij hebben gewoon iets meer ruimte nodig als we midden op een kruispuntje moeten keren *smiley die zit te springen in z’n tuigje* zonder kleer- en bumperscheuren wisten we de route af te ronden en weer terug te komen op het steunpunt. Schoonmaken, afbouwen, en snel weer richting Fryslan. Waar we precies op tijd waren, want al na 1 vrachtje konden we om een bakkie. En daarna lekker doorrijden naar hetzelfde stort als gisteren. Alhoewel, blijkbaar reden we niet genoeg door, want de boot was niet snel genoeg leeg, en dus deden we nog maar een paar vrachtjes naar het depot tussendoor. Lekker studderen, beetje Fries luisteren en proberen te praten, weer te ver de sloot inrijden, en aan het einde van de dag een vrachtje metselzand meeslepen naar Schagen. Wat een heerlijk werk snoes, in de vallende schemer over de dijk kruisen heeft een welhaast mediterende werking, en pas wanneer we vlakbij de loswal in Schagen stilstaan, besef ik me dat we al een hele dag geen verkeerslichten zijn tegengekomen, sinds we bij het steunpunt wegreden vanochtend *smiley die begint te dagdromen* tja wat kan het leven dan mooi zijn in een plattelandsgebied.

Vrijdag begon een beetje raar. Die avond ervoor was ik op tijd op bed gegaan, en vlak voor het slapen gaan fluisterde wingman me nog in “Ben je nog niet gebeld? Het sneeuwt.” dus heb ik een heerlijke lange nacht liggen woelen en wachten op het telefoontje. Toen uiteindelijk de wekker ging, keek ik verschrikt de 2 telefoons op het nachtkastje na, maar nee, we hadden die nacht geen wereld hoeven redden. Tussen de laatste sneeuwrestjes door kwam ik naar jou toe. Ja er lag wel sneeuw, maar zodra we er overheen reden, was het weg ook. Misschien was de grond nog niet zo koud, en was het niet nodig geweest. Tot we dichterbij Middenmeer kwamen, en de losse vlokjes langzaamaan veranderden in een sneeuwlaagje van een paar centimeter *smiley met opengesperde ogen* sterker nog, op de A7 was maar 1 baan te zien. De linkerbaan bestond uit 2 zwarte sporen, en de vluchtstrook was helemaal wit van de winterse neerslag. We kwamen meerdere strooiwagens tegen onderweg, ik heb nog een paar keer op m’n telefoon gekeken, maar nee, blijkbaar was het rond Alkmaar niet nodig geweest. Richting Afsluitdijk werd het steeds zwarter, en de berm steeds groener, en behalve een paar strooiauto’s was er in Fryslan niks te merken van het winterse weer. Nog maar een mooi dagje zand toeren dan. En wat ging het mooi. Dit keer was er geen sleepkabel nodig, werden er geen exotische auto’s afgesleept, en konden we een mooi totaal van 17 vrachten op de bon zetten. Hoewel we elk rondje langs de grote Burger Kingconcurrent reden, en het vrijdag traditioneel gezien snackdag is, werd er tijdens de schaft toch besloten om vis te halen. En zo zat ik ’s middags met een buikje vol kibbeling en spaghetti a’la Wingman achter het stuur. Als volleerde zwoegers brachten we die middag ook weer een vracht zand naar Schagen toe, om daarna zoetjes aan het weekend in te glijden.

Maar! Even wachten snoes! Toen ik net lekker met Wingman op de bank hing, ging de telefoon. Blijkbaar was er iemand op kantoor wakker geworden, en konden we toch nog een rondje strooien. Ook nu weer moesten we wat improviseren. De ene strooicollega bleek onbereikbaar, bij een ander klapte een olieslang, en dus werd er weer even wat heen en weer geschoven met de routes. Rond middernacht stonden alle strooiers weer op het pad. En met het bericht dat het om een uurtje of 1 nog wel eens zou kunnen gaan sneeuwen, namen we snel de strooier mee naar huis, zodat we nog even een uurtje slaap konden pakken voordat ze weer zouden bellen.

Gek genoeg werd ik een paar uur later weer wakker van de wekker. Eigenlijk niet zo heel gek, blijkbaar lag er nog genoeg zout op de weg om het veilig te houden, en terwijl jij de strooier met je leven stond te bewaken, zou ik vandaag een dagje op kantoor rondhangen voor een cursus. Ja al de derde keer in 2 weken tijd dat ik op kantoor rondstruin, nog even en mensen gaan er wat van denken. Maar ook deze keer was het weer belangrijk om heen te gaan, want ik had een cursus voor de Code 95. Voor de mensen die dat niks zegt: als beroepschauffeur zijnde moet je elke 5 jaar 35 uur bijscholing volgen. Dat kan in 1 week, of elk jaar 1 dag, net wat de baas het makkelijkst vind. Maar heb je die cursussen niet gedaan, dan mag je niet meer voor je werk met een vrachtwagen rijden. Je kunt ook naar een Oostblokland gaan, en daar voor 100 Amerikaanse dollars (hoe multiculti!) je Code 95 stempeltje halen, net zoals grote Nederlandse bedrijven met een postadres in bijvoorbeeld Polen doen, maar dat zou een beetje oneerlijk zijn natuurlijk. De cursus bestond uit 3 onderdelen: lading zekeren (en veilig rijden), communicatie (en minder agressie op de weg) en lijfstijl (en veilig rijden). De grote groep chauffeurs werd in drieën gedeeld, en na een bepaalde tijd zouden we dan rouleren. Strak plan, alleen omdat er een groep in de vergaderzaal zat, een groep op een andere verdieping in het directiekantoor, en de derde groep in de kantine boven de garage, duurde het even voordat de instructeurs alle handtekeningen hadden verzameld, en we konden beginnen. Met een rookpauze. Vroeger had ik een hekel aan school, maar naarmate ik er minder heen ging (hoezee voor de werkend-leren opleidingen), werd het leuker. Het is nu zelfs omgeslagen, ik wil graag wat leren. Alhoewel ‘lading zekeren’ misschien niet erg op ons van toepassing is, want met een druk op de knop word jouw lading gezekerd door 2 grote kleppen, was ik benieuwd naar wat de beste man te vertellen had. Niet veel blijkbaar, want hij ging als een razende door de stof heen. Iets met ‘touwe-leiners’ en ‘semikaliejen’, dat je het goed vast moet maken anders komt het door de cabine eruit *smiley die snel langs interessante foto’s klikt* kinetische energie en antislipmatten. Gelukkig waren de medecursisten wat serieuzer, en werd er niet zoveel gegrinnikt bij woorden als ‘vastsjorren’ en ‘neersjorren’. ‘Wrijving’ daarentegen is weer een heel ander verhaal, maar goed, wat wil je ook met een Poolse vrouw. Daarna gingen we met z’n achten door naar de ‘communicatieve vaardigheden’. Het ideale moment voor mij om een paar moeilijke termen over tafel te gooien, waarna we met knorrende buikjes weer terug konden naar de kantine voor een hapje en een drankje. Na het eten en roken gingen we weer verder met communiceren, en hoewel de meesten er eigenlijk geen reet aan vonden, dacht ik hier en daar toch wat kwartjes te horen vallen. Hopelijk blijft de stof bij mij ook een beetje hangen, want de piramides van Maslow en Pinto ben ik al bijna weer kwijt. Na een koffie/thee- en rookpauze werd ons groepje doorgeschoven naar de vergaderzaal, voor een verhaal over leefstijl. Inmiddels al een beetje melig, zat de sfeer er goed in, wat ik eerlijk gezegd wel jammer vond, want de beste man kwam amper aan zijn verhaal toe. Via hartaanvallen, dagelijkse hamburgers, ’s ochtends om 10 uur een biertje tegen de kater, honden met hazenlippen en mountainbikes met zonder voorwiel gingen we naar een rookpauze, zodat de instructeur even kon bijkomen van zijn lachstuip. En daarna verder met iets wat ik minder interessant vond, maar de andere des te meer: verkeersveiligheid. Zal ik het lange of het korte verhaal doen? Nouja het komt erop neer dat je maar een klein stukje (5 letters in deze tekst) scherp ziet, de rest daaromheen is wazig. Je denkt dat je wel alles scherp ziet, omdat je ogen continu heen en weer schieten tussen verschillen regels, dat broodje wat naast je tablet ligt, die vogel die langs het raam scheert, en de kat die in de andere hoek van de kamer loopt, maar eigenlijk is je zichtsveld zo klein, dat je niet eens iemand diep in de ogen kunt kijken, want je kunt namelijk maar in 1 oog tegelijk kijken. Probeer het voor de grap eens, desnoods met die kat in de andere hoek van de kamer. Via camera technieken kan er gekeken worden waar chauffers naar kijken tijdens het rijden, en wat bleek: ze keken zo’n beetje het hele voorraam in de rondte. Moesten ze echter wat simpele hoofdrekensommetjes oplossen, dan werd er vrijwel alleen nog maar naar dat kleine stukje tussen het voorraam en de voorligger gekeken. De tafel van 7 is al afleidend, stel je voor een serieus gesprek aan de telefoon, of watseppen (dan kijk je ook nog eens weg) *smiley die z’n wijsvinger opsteekt* foei foei! Ja het is wel even iets waar ik ook vaker bij stil moet staan, wanneer ik even een belletje pleeg of wachtend voor een verkeerslicht stiekem toch ff naar de binnengekomen berichten kijk. Daarna kwam er nog een filmpje over kinderen. Of eigenlijk kleine demonen. Stuk voor stuk keken ze vals in de camera en zag je bovenop hun hoofd rode puntjes gloeien, zelfs al zaten ze verstopt onder lieflijke blonde staartjes. Maar goed, kinderen hebben een nog smaller zichtsveld dan volwassen, door hun geringe lengte gaan ze verscholen achter geparkeerde auto’s, ze zijn snel afgeleid, onervaren in het verkeer, en doordat de hersenen nog in ontwikkeling zijn, kunnen ze niet horen waar geluid vandaan komt (zoals volwassenen wel kunnen horen dat er bijvoorbeeld een auto achter hun rijd) of inschatten hoe hard een auto op hun af komt rijden. Ja zonder twijfel maakte het indruk, maar dat ga ik natuurlijk niet toegeven.

Na zo’n lange dag had ik wel zin in een avondje bankhangen, maar tijdens het eten werd ik alweer gebeld. Jij mocht weer in actie komen, want we gingen weer een rondje strooien. Wingman mee, gezellig kletsen over werk, en ondertussen de wereld een beetje redden. En dit keer ging het eigenlijk best goed. Iedereen was er, en er ging niet eens echt iets stuk.

Gelukkig maar, want een kort slaapje verder konden we weer komen opdraven. En dit keer niet voor niks, want een groot gedeelte van onze route zag wit. Variërend van wit met zwarte bandensporen tot een sneeuwlaag van luttele centimeters dik. Dus iets meer zout erop, waardoor onze voorraad sneller op was dan de bedoeling was, en een fietspadstrooier het laatste stukje van onze route moest overnemen. Waarna we bij het steunpunt te horen kregen dat we even een bakkie konden pakken, om daarna nog een rondje te gaan doen *smiley die zit te juichen in z’n tuigje* wat een feest op de zondag morgen! Het verkeer begon op gang te komen (eerlijk waar, zondag ochtend vanaf 5:57 kom je de eerste hardlopers al tegen, en de auto’s rijden de hele nacht door), het werd lichter terwijl de weg zwarter werd, en na een lekker broodje van de strooicoördinator reden we met een tevreden gevoel weer richting huis.
Zo, en nu eerst een tukje op de bank, dat rondje wandelen in het winterse zonnetje kan wel een uurtje wachten.

Reageer

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *