Geachte Shirley, week 41 2016


MAN TGS 2nd gen
Geachte Shirley, terwijl jij maandag vroeg op moest, kon ik nog even uitslapen. We hadden al een paar weken gewerkt, dus ik was wel weer aan vakantie toe *smiley die het zweet van z’n voorhoofd veegt* daarom ging ik ’s ochtends toen het eenmaal licht was richting Moeder, waar Oma en Tante ook heen kwamen, waarna we gezamenlijk richting Zusje reden, om daar van een uitgebreide broodmaaltijd te genieten. Met een auto volgeladen met vrouwen, tassen, extra schoenen, ontbijtspul en een rekkie eieren ging het vervolgens richting Limburg. Moeder reed richting Zusje, maar omdat ik zoveel commentaar had (ik bedoelde het als opbouwende kritiek en positieve feedback), mocht ik daarna het stuur overnemen. Eerst een stukje toeristisch door het Zuidhollandsche landschap, waar het vroeger mooi toeren was, maar waar nu al veel drempels waren neergeplempt. Gelukkig viel het op de snelweg wel mee met de hobbels, alleen werden de dames achterin toen wat zenuwachtig van alle langsrazende auto’s en vrachtwagens die van rijstrook wilden wisselen. En dan vaak ook nog als wij ernaast reden. Terwijl Zusje en ik de telefoonkijkende Oostblokchauffeurs telden, stonden achterin de nagels in de leren bekleding. De oeh’s en aah’s vlogen in het rond, en we waren dan ook allemaal blij toen we het laatste stuk binnendoor konden rijden. De eieren begonnen al wat meer op advocaat te lijken, en de oeh’s en aah’s kregen een wat sarcastischer ondertoontje toen we het vakantiepark voorbij reden *smiley met blonde zijstaartjes* het stond ook wel erg onduidelijk aangegeven. Gek genoeg konden we op het doolhof-achtige vakantiepark dan wel weer in 1 keer het huisje vinden, in een lange rij van kleine boerderijtjes. Na het inrichten van het huisje en het theedrinken konden we de andere huisjes nog eens rustig bekijken, op weg naar het restaurant bij de ingang van het park. Onder het genot van een rosébiertje genoot ik van een Londonderry soepje, met daarna pittige garnalen, gevolgd door een panna-cotta met mangosmaak. Daarna was het tijd om Oma weer terug te brengen naar het huisje, terwijl we bespraken welk huisje we zelf zouden kiezen en met welke indeling. Na nog een laatste kopje thee en een stukje lezen was het dan eindelijk bedtijd.

Om dinsdag wakker te worden van het gekeuvel van Zusje en Oma, beneden in de woonkeuken. Moeder en Tante waren ondertussen op pad gegaan om bij de supermarkt wat ovenverse broodjes te halen. Na het ontbijt was het weer tijd om een stukje te lezen, terwijl de koffie stond te pruttelen. Ik was gisteren begonnen in het boek Pogingen iets van het leven te maken, van Hendrik Groen. Een regelrechte bestseller een tijdje geleden, en aangezien zelfs Oma het leuk vond, moest ik dat boek dan zelf ook maar eens gaan lezen. Gek genoeg kwamen aardig wat dingen me bekend voor. Het lage tempo, het boekie-lezen wat word afgewisseld met praten over wat er dan in die boekies staat wat dan weer word gevolgd door waargebeurde anekdotes uit het eigen leven die er nogal op lijken, terwijl er dan weer thee en dan weer koffie word gedronken. Heerlijk om zo vakantie te vieren, maar uiteindelijk lukte het Moeder om ons allemaal in de auto te krijgen, met als bedoeling dat Zusje ons naar Thorn zou sturen, en ik de navigatie op me zou nemen, via een ietwat toeristische route nog wel. Thorn vonden we zonder al te veel problemen. Ook een parkeerplaats was snel gevonden, waarna we arm in arm door het knusse witte dorpje liepen. Bordjes op de huizen lezen, elkaar waarschuwen voor hondenpoep, en even stilstaan bij de kerk. Waar een man van de kerk snel gebruik van maakte door ons wat folders en een rondleiding door het dorp in de handen te duwen. Met een simpele kaart in de hand liepen we wat door de oude straatjes, ooh en aah roepend bij standbeelden van geitenbokken, volkstuintjes, huizen met muizentandjes en kogels in de voorgevel en nisjes met Mariabeeldjes. Als volleerde toeristen streken we neer in een brasserie waar we eigenlijk van een lichte lunch zouden genieten, maar de gekozen Antipasti van Soof (diverse lekkernijen) was iets machtiger dan verwacht. Een aanrader voor mensen die een stevige lunch wel kunnen gebruiken, en de motors kan je er ook nog eens voor de deur kwijt. Alhoewel dat een beetje tricky is op de keitjes. Maar goed, met een volle buik liepen wij over die keitjes weer terug naar de auto, om het volgende agendapunt, een museum op een halfuur rijden daar vandaan, maar over te slaan. In plaats daarvan gingen we een ANWB route rijden. Je weet wel, dat je die borden langs de kant van de weg volgt. Alleen hebben we die borden het eerste stuk van de route niet kunnen vinden, of waren ze erg goed verstopt. En dus mocht ik een alternatieve route aanwijzen, op zoek naar de bordjes, terwijl Zusje over dorpsweggetjes, langs gevaarlijke taluds langs de Maas en over niet-geasfalteerde boerenweggetjes stuurde. Uiteindelijk zaten we bijna in Duitsland eer we de bordjes vonden *smiley die zit te juichen in z’n tuigje* maar dat was van korte duur, want even plotseling verdwenen de bordjes ook weer. Inmiddels begon de schemer al bijna in te vallen, en mocht ik via een toeristische route weer terug naar het huisje navigeren. Onderweg werden we het erover eens dat de lunch stevig genoeg was geweest, en dat we het avondeten wel een keer over konden slaan. En dus werd er thee gezet en kwamen de diverse lees- en puzzelboeken weer boven tafel.

Woensdag ging de reis naar Asten, waar we in het Peel en Klokkenmuseum terecht kwamen. Een beetje schizofrene tentoonstelling met aan de ene kant het verleden van de Peel regio, waarin werd uitgelegd hoe het landschap ontstond en waarom de mens is gaan wonen en boeren op de plekken waar toen werd gewoond en geboerd, en hoe dat langzaam veranderde toen landbouw moderner werd en steden begonnen te groeien. Een mooie verzameling van opgezette dieren die in de regio leefden of nog steeds leven maakte het plaatje compleet. Aan de andere kant was een klokkenmuseum te vinden, waar werd uitgelegd hoe klokken werden gemaakt (en hoe dat nu nog steeds hetzelfde gaat, alleen dan met flitsende zilveren veiligheidskleding aan), wat voor functie die klokken hadden en een mooi overzicht van klokken en bellen uit de oudheid en uit diverse culturen vandaan. Vrijwel overal zijn klokken of bellen gebruikt om het kwade te verdrijven en/of het goede te vieren. Waar we in Nederland de grote klokken (die met klepels, maar ook die voor de tijdswaarneming) vooral kennen uit kerktorens vandaan, worden de herriemakers in andere landen ook veel gebruikt in sieraden, paardentuigage en als instrumenten bij dorpsfeesten. De link met de replica’s van schilderijen van Jheronimus Bosch kon ik niet goed leggen, maar op de grote zoekplaatjes was een hoop leuks te zien. Toen we er vrijwel zeker van waren dat we binnen alles hadden gezien, namen we buiten nog een kijkje. In de tuin werden diverse planten, bloemen en kruiden gekweekt, wat in de herfst niet zo’n heel uitbundig uitzicht was, maar in een klein huisje in de hoek van het tuingebeuren vertelde een vrouwtje met veel overgave over haar pompoenen- en kalebassenkunst. Ze was die dag druk bezig om een aantal exemplaren klaar te leggen voor het droogproces, en binnen stonden een paar mooie voorbeelden uitgestald. Kerststalletjes in gedroogde pompoenen en een draak van kalebassen. Of net andersom, ik weet niet meer precies wat het verschil nou eigenlijk was. Maar ook andere kunstige voorwerpen gemaakt van natuurproducten. Herfstbladeren, zaden van planten en pauwenveren zijn goedkope materialen om iets moois van te frobelen. Na dat 3-in-1 cultureel uitje hadden we trek gekregen, en daarom gingen we al op tijd op zoek naar een wokrestaurant. We waren de eersten aanwezig en hadden de kok voor onszelf. Heerlijk gegeten van de diverse wok- en bakplaatcreaties, iets minder genoten van de patatjes die al wat ouzig smaakten, en daarna als toetje zelfopgeschept ijs met vruchten en mini-negerzoenen *smiley die over z’n buik wrijft* gelukkig konden we de auto naast het huisje parkeren, want niemand was nog in staat om een lang stuk te wandelen.

En daarom werd er donderdag besloten om toch maar eens gebruik te gaan maken van het zwembad. Zusje had wat ervaring met synchroonzwemmen en probeerde Tante en mij iets bij te leren, terwijl enthousiaste kinderen en verveelde ouders om ons heen dobberden. Elk recht stuk van het zwembad was vakkundig vervangen door rondingen of natuurstenen zithoekjes, dus het voorgenomen baantjes-trekken werd rondjes-peddelen. We zijn zelfs nog van de glijbaan geweest *smiley met een knijper op z’n neus* maar toen Moeder en Oma na een uur nog steeds niet voor de ramen hadden staan zwaaien, besloten we er maar weer uit te gaan. Na het douchen, haren wassen en nog ff een stukje boekie lezen stapten we weer in de auto. Gelukkig was het huisje voorzien van een achterdeur en een stopcontact vlakbij de deur, zodat we de pluginhybride van Moeder voor elk ritje konden opladen en bijna geruisloos over het park konden toeren. De huisjes stonden op vrij ruime kavels, voor een vakantiepark dan, en zagen er allemaal uit als mini-boerderijtjes. Eenmaal buiten het park zochten we de binnendoorweggetjes op om naar grotere boerderijen te kunnen kijken. Dit keer reden we richting Arcen, waar de brouwerij van Hertog Jan is gevestigd. Op de website stond dat we bij de receptie een rondleiding konden reserveren, wat goed uitkwam, want de wifi maar ook het normale bereik van de telefoon waren niet erg denderend in het vakantiehuisje. Alleen kregen we bij de receptie te horen dat de laatste rondleiding voor die dag al was begonnen, en ook volgeboekt was, en aangezien het een rondleiding betreft door de werkende brouwerij heen, konden we niet loslopen zoals we in de musea hadden gedaan. Nogal een domper op de feestvreugde. De sfeer werd wel wat beter toen we tijdens het toeren een tuincentrum tegenkwamen waar de Kerstspullen al klaar waren gezet. Konden we toch nog een beetje shoppen, leuke ideeën opdoen voor de Kerst en antiekfrutsels bekijken. De sfeer in de auto werd weer wat minder toen we al toerend op zoek gingen naar een pannenkoekenrestaurant in de buurt, dat vervolgens dicht bleek te zijn *smiley die zit te stampvoeten in z’n tuigje* de navigatie van de auto bood ons een paar alternatieven, maar die bleken gesloten, grimmig van sfeer of onvindbaar te zijn. Tot we onderweg naar een volgend dorp langs een wegrestaurant kwamen. Als stille wraak tegen het boekingsbeleid van Hertog Jan bestelde ik een Leffe Tripel. Goede keuze, want het rosébier bleek op te zijn. Als voorgerecht had ik een stevige mosterdsoep, maar ook wat broodjes, want ongevraagd werden er 2 mandjes met brood op tafel gezet. Terwijl we juist zo min mogelijk brood probeerden te eten bij het diner, omdat we elke dag al begonnen met brood en we anders zo vol zaten dat we het toetje niet meer opkregen. Het toetje zouden we echter niet in dit restaurant nuttigen, want de terwijl ik een kwartiertje langer zat te wachten op mijn vispalet (blijkbaar was de oven nogal aan de kleine kant) en genoot van de Leffe Tripel van het huis, hoorde ik de tafelgenoten over de biefstuk klagen. Geen mals Iers vlees, maar meer een kauwgum-achtige Holsteiner. We besloten een toetje te halen bij een McDonalds met McDrive, maar toen die als een onneembare vesting verscholen bleek te liggen ergens in een groot outletcenter bij Roermond, gaven we het op en reden we terug naar ons kleine boerderijtje, waar de thee en boekies weer op tafel kwamen.

Vrijdagochtend was het stress, voor 10 uur moesten we het huisje hebben verlaten, alle beddengoed in de hal hebben gegooid, de vaat schoon en de vaatwasser leeg, en de woning dan ook nog eens bezemschoon achterlatend *smiley die diep zucht* het lukte me maandagochtend geeneens om mijn eigen huis zo achter te laten, laat staan dat ik tussen de inpakstress en het broodbuffet door ook nog eens andermans huis zou moeten opruimen. Al snel werd besloten om het niveau van ‘bezemschoon’ iets te verlagen, als compensatie voor de vele vliegen en enkele spinnenwebben die we in het huisje tegenkwamen, en zo konden we met een gerust hart om 5 over 10 nog even een bakkie koffie doen in een schoon huis. Laatste koekjes opeten, leesboeken verdelen, alles in de auto proberen te proppen, en toen gingen we weer op pad. Via een toeristische route, die ons leidde langs grote industrieterreinen en gezellige Belgische dorpjes, kwamen we uiteindelijk bij de sluizen tussen Lommel en Dessel uit. Hoe het daar precies heet ben ik alweer vergeten, maar indrukwekkend was het wel, de tientallen meters hoogteverschil voor en achter de sluis. Vervolgens kwamen we een bordje tegen van De Witte Haas, een leuk tentje ergens langs een doodlopend weggetje, waar we heerlijke broodjes (smos is Belgisch voor pistolet XL) en kaaskroketten met konijnenvoer voorgeschoteld kregen. Kijk dat zijn tips waar je wat aan hebt. Vervolgens stuurde Zusje ons, terwijl ik wat probeerde te navigeren, naar Doel, een klein plaatsje tussen de havens van Antwerpen. Zo’n 10 tot 12 huizen zijn er nog bewoond in het hele dorp, en vrijwel iedereen die je op straat ziet, is toerist. Nogal een dubbel gevoel. De lokale overheden probeerden de bewoners uit te kopen om de havens te kunnen uitbreiden, maar nu slechts een klein groepje stand houdt, inclusief kerkdiensten en tot voor kort ook een school, word het steeds treuriger. De taveerne doet goede zaken, maar de vele graffiti en dichtgetimmerde ramen en deuren maken een wat onvriendelijke indruk. Aan de ene kant zou je deze mensen willen steunen, aan de andere kant zijn er nog genoeg van dit soort plaatsjes waar hetzelfde gebeurt maar waar je niks over hoort, zoals Pernis, Heijplaat en Ruigoord. Moeten we iedereen in het dorp laten wonen waar ze zijn geboren, of moeten we soms ook gewoon meegaan met de exponentiële groei van industriegebieden die voor veel geld en werkgelegenheid zorgen?

We sloten de dag af met een etentje bij een pannenkoekenrestaurant bij Zusje in de buurt, waarna ik Moeder, Oma en Tante terugbracht naar het inmiddels donkere Noord Holland. Het was al 10 in de avond geweest, toen ik de Kadett in haar eigen garage zette en Wingman weer in mijn armen kon sluiten.

Na zo’n heftige week kon ik niet anders dan de zaterdag beginnen met uitslapen. En na een gezellige kraamvisite die middag, was de dag ook zomaar weer om.

Zondag ook nog wat uitgeslapen. Eindelijk een tweede boek uitgelezen *smiley die rood aanloopt* zeer frusterend dat Zusje trots meldde dat ze tijdens de vakantie 3 boeken had uitgelezen, terwijl ik niet verder was gekomen dan anderhalf. En omdat het zulk mooi weer was, wilde Wingman graag nog een rondje toeren. In deze tijd van het jaar kan elk rondje de laatste zijn natuurlijk. Aan de wandelaars te zien was het nog redelijk fris, maar ik was blij dat ik de laatste thermolaag in m’n motorpak niet had gebruikt, want zo in het zonnetje was het nog aangenaam warm. Na een bakkie koffie onderweg, bij theehuisje Rimboe, reden we via de zondagsfile naar Vader en Moeder, voor een verrassend Chinees avondmaal *smiley die over z’n buik wrijft* gevolgd door een heerlijk ijsje en wat natafelen, en ja snoes, dan is het zomaar weer aan de late kant. Dat word morgen weer gezellig meezingen met een radio die iets te hard aanstaat.

Reageer

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *