Geachte Shirley, week 22 2017

MAN TGS 2nd genGeachte Shirley, Geachte Shirley, na een lang weekend camperen was het heerlijk om in een niet-plakkerig bed wakker te worden, en me nog eens om te draaien zonder dat ik m’n hoofd stootte tegen 1 van de vele opbergkastjes. Wingman was alweer vroeg de deur uit, maar ik had mezelf nog 1 dagje vakantie kado gedaan. Stiekem lag ik nog te wachten tot er iemand op de deur zou kloppen en zou roepen “de broodjes worden gehaald!”, maar het enige wat ik hoorde was de aanzwellende wind en de regen die hard op de ramen tikte. Gelukkig stonden we niet meer op de camping, hoewel de tuin zuchtte onder deze langverwachte opfrisbeurt, is het voor kampeerders echt totale horror om na een warm en zonnig weekend de boel nat en bedompt te moeten inpakken. Met het verschijnen van de zon kwam ik mijn bed uit en keek nog eens rond in de restanten van de vakantie. Geen wiebelige tafel met daarop een kapotgelezen L’Homo, omringd door giechelende familieleden, in plaats daarvan een lege woonkamer met een tafel bezaaid met, ja, vanalles. Een samensmelting van de laatste die-ruim-ik-later-wel-op van voor de vakantie en meegenomen spullen van na de vakantie. Waaronder ook een hippe drankdispenser die ik als verlaat verjaarskadootje van mijn nichtje had gekregen. Met daarbij een receptenboek voor 30 verschillende detoxwaters *smiley die zich nog eens uitrekt* detoxen, dat is na een weekend vol lekkere maar minder gezonde verleidingen eigenlijk wel nodig. Na een paar watertjes en een ontbijt met fruit en nootjes trotseerde ik de weg naar de supermarkt, waar de laatste alcoholresten in de lege-flessen-machine verdwenen. Het geplande schoonmaken ging wat minder voortvarend dan verwacht, want de zon begon alweer flink te branden, maar daardoor droogde het laatste vakantiewasje wel lekker snel op. Nog even met een boekie op de bank, lasagne maken voor een uitgeputte Wingman, en daarmee was ook mijn vakantie dan helemaal voorbij.

En dus kon ik dinsdag heerlijk uitgerust aan de gang. Onderweg naar Berkhout, om aan het grote Westfrisiawegproject te werken, zat ik nog wat na te mijmeren over een heftige discussie die gisteren op veesboek werd gevoerd. Op de A7 tussen Den Oever en Amsterdam (bleek later ergens ter hoogte van Middenmeer te zijn) was een ongeluk gebeurd waarbij een auto en een motor waren betrokken. Alleen stond er in de kop van het artikel dat er een vrachtwagen op de daaropvolgende file in was gereden. De reacties in de trant van ‘watseppende chauffeurs moeten ze aan de hoogste boom hangen!’ vlogen dan ook al snel in de rondte. Dat het een militair voertuig betrof, en dat zelfs die hardwerkende levensredders wel eens een foutje kunnen maken, werd even over het hoofd gezien. Net als de afloop voor de automobilist en de motorrijder die de file, hoogstwaarschijnlijk maar ik denk zeker weten, niet express hadden veroorzaakt. Veel mensen, ik denk voornamelijk automobilisten, hebben al snel hun reactie klaar wanneer er ergens in het nieuws iets word geschreven of gezegd over vrachtwagens, ongelukken en files. Chauffeurs die met hun telefoon in de hand zitten, ja die moeten dat eigenlijk met hun leven bekopen, zo is de tendens. Daarom durfde ik ook niet mijn telefoon te pakken om een foto te maken van de grijze Mitsubishi Space Star die ons tegemoet kwam, op de vluchtstrook van de A7, net voorbij de afrit Wogmeer. Waarschijnlijk was die automobilist zo gefocussed op de weg dat ie de borden niet had gezien *smiley die z’n nagels in het stuur zet* en was het ook niet in zijn of haar gedachten opgekomen om door te rijden naar de volgende afrit en daar te keren. Onderaan de afrit bij Avenhorn, bij het eerste verkeerslicht dat we op de route tegenkwamen, kruiste een grijze Volkswagen Up onze weg, terwijl we net optrokken, net als de vrachtwagen naast ons, voor het groene licht *smiley die achter z’n oor krabt* mazzel dat er geen motorrijder bij de streep stond te wachten, anders had die altijd veilig rijdende en nooit bellende automobilist dat moeten bekopen met een zwaar gedeukte Up. Misschien hebben de mensen met de agressieve veesboek reacties dan toch gelijk, chauffeurs moeten inderdaad beter oppassen. Maar vooral om de anticiperen op fouten van automobilisten. Gelukkig mochten we de rest van de dag lekker studderen met de freesmachine, en had ik genoeg tijd om een boekie te lezen en me er niet meer druk om te maken.

Net zoals ik me woensdag niet druk hoefde te maken, want toen reden we ATM-zooi van het toekomstige viaduct bij de kruising Wesfrisiaweg-Markerwaardweg naar het nog in aanbouw zijnde viaduct bij de Westfrisiaweg-Rijweg. Gisteren was ik de zonnebril vergeten, maar gelukkig had ik die nu wel bij me, want de koperen ploert was alweer vroeg wakker. In alle rust reden we onze rondjes, en tijdens het laden had ik nog even wat tijd om een boekie te lezen, waarin een interessant artikel stond over de gevolgen van de opwarming van de aarde. Een Vietnamese onderzoekster legt in haar ‘weather and extreme heat in association to mental disorders’ promotie-onderzoek uit dat de kans groot is dat er met het opwarmen van de aarde meer geesteszieken komen. Dat baseert ze op gegevens van een psychiatrisch ziekenhuis in Hanoi, waar tussen 2008 en 2012 een sterke stijging was te zien in de opnames, gedurende hittegolven. Waarschijnlijk heeft het iets te maken met de bloedbreinbarrière. Die beschermt de hersens tegen schadelijke stoffen, maar bij hoge temperaturen word die barrière meer doorlaatbaar, waardoor het ingenieuze denkwerk van de mens ontregeld raakt *smiley die aan z’n kin krabt* heel herkenbaar, zelf heb ik er ook last van, dacht ik, maar dit bevestigt mijn idee. Op een warme dag raak ik sneller geiriteerd, mijn lontje word korter en soms moeten collega’s of willekeurige andere slachtoffers in de keet dat bezuren *smiley die rood aanloopt* en heb niet het lef om grappen te maken over ongesteldheid *smiley die staat te schuimbekken* want dan is het helemaal klaar! Net alsof vrouwen nooit eens gewoon ongestoord chagrijnig mogen zijn! Kerels kunnen mekaar de huid volschelden zonder vragen over welke periode van de maand dan ook, maar zodra een vrouw met kattige opmerkingen reageert op de benauwende hitte die er in en om de keet hangt, dan kan het niet anders dan dat ze bloed uit haar niet-helende scheurwondje *smiley die staat te stampvoeten* het is zo oneerlijk! En dat vervolgens afreageren op andere verkeersgebruikers heeft ook weinig zin, want met die warmte zit vrijwel iedereen te knagen aan het stuur. Zeker als het richting middagspits gaat en we worden doodgegooid met reclames vol lachende mensen op ruime terrassen achter grote glazen verkoelende versnaperingen *smiley die z’n haren uit z’n kop trekt* het is niet dat ik ongesteld en chagrijnig ben, maar het is gewoon blafheet! Laat me met rust! Zet me voor de koelkast!

Om de sfeer een beetje luchtig en gezellig te houden, liet de planner me niet al te vroeg beginnen. Net als gisteren hoefden we ons ook op de donderdagochtend pas na 7 uur op het werk te melden. En omdat we weer hetzelfde rondje mochten rijden, gokte ik erop dat we met 4,5 uur rijtijd de tweede schaft wel zouden halen, dus kon ik het eerste kwartiertje ook nog eens overslaan. Wat een genot *smiley die een kushandje doet* wat een schat van een planner heb ik toch! Volgens de voorspellingen zou het nog iets warmer worden dan gisteren, dus ik had me voorgenomen om niet teveel te gaan zeggen in de keet. Maar voordat de warmte bij mij toesloeg, raakte jij een beetje geestesziek. Het was een tijd goed gegaan, maar plotseling dook daar de storing in de derde as weer op *smiley die wit wegtrekt* elk rondje de motor even uitzetten tijdens het laden, en hopen dat je genoeg zou resetten om de wielen in de juiste richting te laten meesturen. En gelukkig gebeurde dat ook, want op de radio hoorde ik dat bestuurders teveel worden afgeleid tijdens het rijden, dus die extra prikkels kon ik er even niet bij hebben. Volgens berekeningen zijn automobilisten zo’n 10% van de tijd dat ze onderweg zijn, niet bezig met de weg, maar met watseppen, bellen, eten, scheren, optutten en dat soort dingen. Vrachtwagenchauffeurs zouden zelfs 20% van de tijd met andere dingen bezig zijn. Lijkt me logisch, met al die boordcomputers op het dashboard en het seinen en zwaaien naar collega’s. Maar dat betekend dus ook dat chauffeurs 48 minuten per uur wel op de weg letten, en automobilisten 54 minuten. Terwijl de gemiddelde tijdspanne waarin je oplettend en aandachtig met iets bezig kunt zijn meestal minder is. Goed nieuws dus! Het slechte nieuws is dat deze score waarschijnlijk niet meer verbeterd gaat worden. Omdat de capaciteit van de hersenen nogal beperkt is, doen we namelijk zo’n 95% onbewust en op de automatische piloot. Wil je dat iedereen 60 minuten per uur geconcentreerd op de weg let, dan zou iedereen als een coureur moeten rijden, met de nagels lichtjes in het stuur gedrukt en aangedreven door adrenaline. Heel fijn voor de gemiddelde forens die met een halfuurtje op het werk is, maar dodelijk vermoeiend voor mensen die langer onderweg zijn. Letterlijk dodelijk vermoeiend, want die fijne roes van oppeppende hormonen gaat zijn tol eisen. Mensen zijn niet gemaakt om langere tijd zo aandachtig met iets bezig te zijn, kijk maar naar getrainde Formule 1 coureurs, zelfs die doezelen soms even weg achter de safety car om pas weer wakker te worden wanneer ze worden ingehaald. Ik ben blij dat ik jou enigszins op de automatische piloot tussen de optuttende en maillezende medeweggebruikers door kan loodsen, dan kan ik dat spaarzame stukje aandachtige-hersencapaciteit gebruiken om van het uitzicht te genieten, liedjes vals mee te zingen en tips op te pikken van de radio om nog geconcentreerder achter het stuur te zitten. De deskundige vertelde namelijk dat het goed is om je voor elke rit te beseffen dat er nog dagelijks mensen doodgaan in het verkeer, ondanks dat auto’s steeds veiliger worden en het woordje airbag irritant aanwezig in je blikveld op het stuur. Zet je telefoon stil of leg die buiten handbereik, bewaar het scheren en optutten voor thuis, het ontbijten voor op het werk, en probeer van die nieuwe handelingen een sleur te maken, zodat veilig rijden een gewoonte word, in plaats van iets wat je even tussendoor doet.

Vrijdag kregen we een ander ritje. Niet alleen moesten we eerder beginnen, het werkvak was ook nog eens verder weg. Helemaal naar Bovenkarspel moesten we nu rijden, om daar via het rotondetje het werk in te rijden, 2 wegen over te steken die voor ons verboden terrein zijn, om na kilometers wasbord dan bij de kraan te komen. Tussen de wirwar van dumpers en auto’s die bij andere kranen stonden te laden, werd jouw rugzak volgeschept met zand, dat we moesten lossen op een paar kilometer afstand, hemelsbreed gezien dan. In de wereld van regeltjes en voorschriften betekent dat via een omweg een halfuur rijden, langs een rij verkeerslichten die lijken te zijn afgesteld om het verkeer op te houden. Terwijl ik hardop zat te vloeken wanneer we die 50 ton weer eens hadden afgeremd voor een rood licht, dat vervolgens meteen weer op groen sprong, hoorde ik op de radio dat het allemaal niks meer uitmaakt. Ronkende dieselmotoren van al die vrachtwagens die daar elke dag weer afremmen en optrekken? Geeft niks, want volgens Trump bestaat er geen klimaatprobleem. En daarom stopt hij met die gekkigheid die is afgesproken door zijn voorganger, tijdens een uitje in Parijs. Om aan al die dingen te voldoen, dat zal Amerika zo’n 3000 miljard dollar gaan kosten, en dat gaat allemaal ten koste van de arbeiders, dat kan Trump zijn volk niet aandoen. En als Trump zegt dat het klimaat helemaal geen probleem is, heeft of word, wie ben ik dan om me daar wel druk over te maken? Wat wel te verwachten viel, was de drukte die middag op de Westfrisiaweg. De lange rij forenzen en toeristen die van en naar Enkhuizen probeerden te rijden, wisten we gelukkig voor het grootste gedeelte te ontlopen door de schaft wat creatief in te delen en na 8 vrachten meteen naar de zaak toe te rijden.

Met nog een paar minuten op de klok hurkte ik naast jou neer, om een paar lampjes te wisselen. In de drukkende en gekmakende hitte had ik zoveel mogelijk menselijk contact vermeden, maar nu we weer op de zaak waren lukte dat niet langer. Hoewel er veel vrolijke gezichten waren op de vrijdagmiddag, waren er ook een paar slachtoffers van de geestesziekte waar ik het dinsdag over had. Het scheelde niet veel of de spatlappen vlogen in het rond en de beginnende brandjes moesten snel geblust worden met een nat compres en een koud biertje. Nog voordat de combinatie van alcohol, moeiigheid en drukkende warmte uit de klauwen zou gaan escaleren, zwaaiden Wingman en ik af, want we hadden nog een ander feestje. Samen met vrienden lekker in de tuin, onder het genot van hapjes, drankjes en de vuurkorf het weekend inluiden *smiley die zit te sudderen in z’n tuigje* instant gezelligheid, het blijft een fascinerend schouwspel. En voor we er erg in hadden, was het plotseling alweer zaterdag.

Een zaterdag die voor mij begon met het autisme-verantwoord snijden van een slecht gebakken ei op brood, terwijl neefjes en nichtjes in de kamer met autootjes speelden. Brullende motoren, getuter, sirenes, het duurde even voordat ik uit die droom ontwaakte en het lawaai buiten hoorde. Sirenes *smiley die zit te rillen in z’n tuigje* er staat iets in de fik! Halvers verscholen onder het dekbed hoorde ik Wingman nog iets mompelen in de trant van “mwhoah luilak kalm blijven grohr snurk” en na een blik op de wekker wentelde ik me ook nog maar eens in de warmte van het Texelse schapenwol. Om een paar uurtjes later weer te ontwaken. Zonder rare droom, zonder herrie, maar wel met een lichte spanning, want die middag stond er een kraamfeestje op de agenda. Een kraamfeestje, dat is iets anders dan een babyshower, en helaas voor Wingman zijn ook de mannen uitgenodigd op zo’n feestje. Na het bekijken van de baby en het uitpakken van de kadootjes dompelden we ons onder in een orgie van spelende kinderen, slechthorende tantes, zoetigheidjes en snoeptomaatjes *smiley met opengesperde ogen* *smiley die zich achter het olifantengras verstopt* vanuit het rokershoekje in de tuin hielden we de hapjestafel en de spekkies-etende trampolineslopers in de gaten, nog even een praatje maken met een zwager van een aangetrouwde schoonzus en de buurman van een oom, en onze goede daad was weer gedaan. Snel naar huis en lekker bankzaken doen.

Reageer

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *