Geachte Shirley week 41 2017

MAN TGS 2nd genGeachte Shirley, maandag mochten we weer een bekend rondje rijden, van Amsterdam naar Middenmeer. Alleen was de start niet erg vloeiend, want er waren wat pasjes tekort zodat niet iedereen meteen op de juiste code kon inwegen *smiley die achter z’n oor krabt* om het makkelijk te maken moeten we het steeds wat omslachtiger aanpakken. Op het stort in Middenmeer konden we ook weer rustig aansluiten, want met alle vijfassers en kieptrailers die daar kwamen lossen, en de vijfassers die ondertussen het gemengde spul uit de machine moesten laden, werd het plateautje boven op de berg wel wat knus. Gelukkig hadden we op de lange ritten wel wat tijd om te bellen. Bij de afdeling P&O waren ze bezig met het opfrissen van de vacature-teksten, en iemand had ze verteld dat ik nogal wat verhalen kan verzinnen, dus of ik misschien zo eventjes wat uit de mouw kon schudden. Tja vacatures… Toevallig had ik tijdens het wachten de TON gelezen, een tijdschrift voor truckers waarin veel aandacht is voor pensioen, gezond werken en het aankomende chauffeurstekort. Het kwam erop neer: echte chauffeurs worden geboren, en niet gemaakt, zoals ze bij die herintredende omscholingsprogramma’s proberen te doen. Het is een gevoel diep van binnen waardoor mensen ervoor kiezen om voor een benedenmodaal loon aan de gang te gaan, om veel overuren te maken terwijl die nog zwaarder worden belast dan gewone uren, weinig mensen konden onder woorden brengen waarom ze 5 of 6 dagen, bij nacht en ontij de weg opgaan, terwijl de medeweggebruikers steeds agressiever worden en er meer concurrentie komt in de vorm van buitenlandse chauffeurs die op een Nederlands kenteken rijden. Maar die enkeling die gek genoeg is om dan toch in die slangenkuil te stappen, die ene jongen (of nog sporadischer, een meisje) die toch op de auto wil en daar een carrière in wil maken, waarom zou die dan juist voor Spaansen moeten kiezen? Nouja natuurlijk omdat het een familiebedrijf is *smiley die gaapt* ja ja het bekende verhaal met die vader en die zonen, en inmiddels zijn het al de (achter)kleinkinderen die in het bedrijf werken. Het heeft een paar jaar geduurd, maar nu begin ik een beetje te snappen wat ze er eigenlijk mee bedoelen, dat we als 1 grote familie samenwerken, samen de schouders eronder zetten en het nog even afmaken. Maar ook dat we met elkaar meeleven bij geboorte, overlijden en andere levensbepalende gebeurtenissen. En regelmatig op de vrijdag met z’n allen rond de tafel zitten om over het werk van de afgelopen week te praten, dat langzaam veranderd in een ouwe-koeien-uit-de-sloot-halen waarbij collega’s regelmatig op de kast of over de kling worden gejaagd *smiley die nog een biertje pakt* maar altijd met een knipoog, want het is wel een nette familie. Geen Hongaarse trouwpakken, caviaklompen, gordijnen met franjes waardoor je het witte stuur bijna niet meer ziet en een setje dikke Hadleys op het dak, maar nette bedrijfskleding en auto’s van het huidige millenium die dan wel allemaal op elkaar lijken, maar ook regelmatig naar binnen worden gehaald voor onderhoud. En dat is bij sommige bedrijven nog wel eens anders. Maar bij P&O waren ze ook nieuwsgierig naar mijn persoonlijke drijfveer, en afgezien van mijn rol als ‘gekke nichtje’ binnen de ‘familie’, vind ik het ook fijn om een vaste rol te hebben in de keten van een project. Soms beginnen we midden in een weiland met afgraven en zand storten, en verschijnt daar langzaam maar zeker een nieuwe weg, woonwijk of industrieterrein. Zo heb ik meegewerkt aan de omlegging van de N9 bij Schoorldam en De Stolpen, het uitbreiden van de Boekelermeer bij Alkmaar, saneren van nieuwe wijk Twiske in Amsterdam en het omleggen van de A4 bij Hoofddorp. Ja daar kan ik echt van genieten. Dat ‘vrije gevoel’ waar anderen het over hebben, snap ik helemaal niet. De planner bepaalt hoe laat ik de weg op ga, de uitvoerder of klant hoeveel vrachten ik doe, en binnen dat kader is er nog een ietsiepietsie ruimte waarin ik vrij ben om zelf mijn pauze in te delen. Daarbij rekening houdend met de machinist bij het laden en/of lossen en de rijtijdenwet. Net als ‘flexibel’, ook zo’n fijne term, dat moet je vooral zijn zo tegen vieren, als de planner nog even een ritje voor je heeft. Iets wat de mannen dan eigenlijk helemaal niet willen horen, is dat het juist ideaal vrouwenwerk is, dat kieperen. Het laden gebeurt met een trechter of machines die door anderen worden bediend, en het lossen gebeurt met het indrukken van een knopje en het overhalen van een hendeltje. Die vrouw moet er wel rekening mee houden, dat ze weken van 50 uur maakt (ongeveer, als je graag wilt dan komt er nog wat bij), en dat ze altijd een rolletje wc papier in de auto heeft, want dat is nog wel eens op in de dixie. Of er staat gewoon helemaal geen dixie op het werk, en dan kan je kiezen uit omrijden, een hurkzit in een koude bak of hopen dat dat enige tankstationnetje op je route een openbaar toilet heeft. Nouja ik zou in ieder geval goed de website in de gaten houden, want ik ben erg benieuwd wat voor pakkend verhaal P&O heeft weten te maken van mijn losse stukjes.

Dinsdag zaten we wederom op de lange afstanden van de Amsterdamse vuilverbranding naar het stort aan de buitengrens van Middenmeer. Het verliep allemaal zo vlotjes, we hadden er zelfs moeite mee om het kwartiertje op de klok te smokkelen. Gelukkig was er wel op het stort weer wat stremming, anders zouden we het bijna gaan ontwennen *smiley die het zweet van z’n voorhoofd veegt* blijkbaar was er nog iemand die de druk niet aankon, want toen we voor de derde keer over de A7 naar boven reden, kwamen we plotseling in een file terecht. Hoewel de matrixborden verderop naar links wezen, werd al het verkeer bij afrit Avenhorn naar beneden toe gedirigeerd. Via de binnendoorweg reden we parallel aan de A7 naar Hoorn toe, waar we volgens googel maps de snelweg weer op konden. Rijdend over het glooiende asfalt zagen we waarom er file stond: een autootje was naast de A7 in de berm terecht gekomen en daar tussen 2 rijen bomen door gefrommeld, en werd nu omringd door ambulancebroeders en wat brandweermannen. Even later hoorde ik op de radio dat er een traumaheli aan te pas moest komen, en gaf ik, flexibel als ik ben, de planner opdracht om even wat andere klusjes te verzinnen, zodat ik niet de hele middag in de file op de A7 hoefde te staan. Maar helicopter of niet, het grootste nieuws van die dag was natuurlijk de kabinetsformatie en het programma wat ze daarbij hebben geschreven. Dit keer de officiele, niet 1 van de vele lekkages die eerder al naar buiten waren gekomen. De formatie heeft even geduurd, alleen in 1804/1805 waren ze er nog wat langer aan kwijt, maar goed, toen was er ook minder druk van de snelle media. En over snel gesproken: voordat we daadwerkelijk grote veranderingen gaan merken, zijn we een jaar of 2 verder, want het is nu te kort dag om alle belastingmaatregelen nog te gaan doorvoeren *smiley die z’n geld zit te tellen* dus iedereen met een koophuis heeft nog even een jaartje om de hypotheekrenteaftrek te gebruiken voor het extra aflossen, zodat de verschillen het jaar daarna niet zo tegenvallen.

Woensdag, jawel, weer een nieuwe poging in het rondje Amsterdam-Middenmeer. Vorige week maandag werd er gezegd dat we zouden beginnen met het in- en uitwegen via de grote weegbrug, maar dat er hard werd gewerkt om de kleine weegbrug aan de zijkant klaar te maken. Halverwege de dag zouden we daar langs kunnen *smiley die kucht* *smiley die even de andere kant op kijkt* 7 werkdagen verder zijn we dan eindelijk zover dat we die andere weegbrug kunnen gebruiken. In plaats van 10 minuten lang stapvoets over het terrein te moeten rijden, duurt het nu nog 5 minuten, en staat er ook nagenoeg geen file meer voor de weegbrug. Wat een tijdswinst! Helaas kwam ik tussendoor wel even in een file op de A7 terecht. In de ochtendspits aan de drukke kant nog wel. Net voorbij afrit Avenhorn stond het stil, echt stil, en ja dan kan je geen kant meer op. Na al dat tijdsverlies maakte het ook niet uit dat we nog wat meer tijd verloren door een vrachtje tussendoor te doen. Ondertussen hing ik met een collega aan de lijn die ergens in Edam moest lossen, op een weggetje dat met het blote oog bijna niet te zien is in het stratenboek. Zelfs de navigatie wist er geen raad mee, want die stuurde hem door het oude Edam heen, waardoor hij stil kwam te staan voor een smal bruggetje. Gelukkig is het een bekende motorroute en wist ik hem via een boerenweggetje aan de juiste kant het dorp in te loodsen naar het opgegeven adres. Zelf mochten we er ook nog een vrachtje heen brengen, waarna we samen met de collega nog even naar de loswal in Alkmaar reden, om daar te laden voor Warmenhuizen. Collegiaal/familiaal babbelden we gezellig via de 27MC, terwijl we ondertussen genoten van de vrijheid van het maken van overuren, en lekker flexibel zaten te doen met al dat afwisselende werk. Vaak komen we elkaar niet tegen, hij is zo’n chauffeur die afwisseling en elk rondje wat anders wil, ik ben zo’n chauffeur die graag de hele dag hetzelfde rondje rijd. Maar soms komen we elkaar dus in het midden tegen.

Donderdag werd het even anders. We kregen een jonge snaak mee, die we de fijne kneepjes van het 10×8-werk moesten leren. Hij had al eens eerder meegereden toen hij nog stage liep, en die dag zijn we ook flink tekeer gegaan in de zandbaan. Nu bleven we helaas op de verharding. Of eigenlijk gelukkig, want na 3 vrachten in een nieuwbouwplannetje in Warmenhuizen, mochten we ons melden op een smal weggetje bij De Weere. En daar wil je zeker naast het asfalt komen. Terwijl ik genoot van een weiland vol met konijntjes, zweette hij peentjes bij het achteruit rijden langs een rijtje bouwvakkersbusjes. Na die exercitie vond ik het mooi geweest, hij zou zich wel redden samen met jou. Ik zwaaide af en ging lekker naar huis om een tukkie te doen.

Ja serieus, dat kan gewoon bij Spaansen. Stond natuurlijk wel tegenover dat ik me die avond moest melden in Monnickendam. De leerling was wat mij betreft geslaagd, hij had jou netjes en met een volle tank achtergelaten, de olie was nog een beetje warm, dus we konden volgas op zoek naar de weg die Monnickendam met Marken verbind. Op het werk kregen we een warm welkom met thee zonder theezakjes en diverse soorten hondenbrokjes en koekjes die op tafel stonden *smiley die zit te juichen in z’n tuigje* ok het is niet erg bevordelijk voor de ‘werk/privé-balans’ of ‘gezond werken’, maar de sfeer is vaak nog wat ontspannender, of beter gezegd meliger, bij het werken in de nachten en weekenden. Iemand had besloten dat de weg overdag open moest blijven, en daarom word er tussen 20:00 en 5:00 stukje voor stukje gewerkt aan nieuw asfalt. Terwijl de ene ploeg een werkvak eruit freest, is de andere ploeg bezig het freesvak van gisteren weer dicht te smeren. En daar tussenin waren wij dan bezig om de kleine vakjes met de ergste scheuren of slechte verkanting eruit te halen. Korte stukjes, veel heen-en-weren en weinig tijd om te lezen, niet echt wat we zijn gewend van asfaltwerk. Sterker nog, het frezen ging zo vlot, er werd zelfs nog gevraagd of we wilden helpen met asfalteren *smiley die wit wegtrekt* ja ze hebben wel gezegd dat die auto’s daar ook geschikt voor zijn, maar in 3 jaar tijd hebben we nooit een krummel vers asfalt in de bak gehad. En nu stonden we dus bij de asfaltmolen, gelukkig lag er nog wel een spuitje met anti-kleefvloeistof in jouw kist om de bak een beetje voor te bereiden. Eenmaal weer op het werk gekomen hoefden we slechts een klein stukje op te kiepen. Van de geladen 27 ton hadden ze nog maar een klein beetje nodig. Vervolgens konden we een tijdje kutten en kloten met de achterklep die niet dicht wilde omdat er asfalt tussen zat en de haken niet ver genoeg kwamen *smiley die diep zucht* in theorie is die auto gebouwd om asfalt mee te rijden, in de praktijk moet je zorgen dat je niet het laatste halve vrachtje hebt. Vervolgens konden we in het donker op zoek naar de shuttlebuggy die ook nog een paar ton over had, nog even de schoonmaakplek opruimen, en met zo’n 20 ton retour stonden we even na 4 uur weer op de weegbrug bij de asfaltmolen *smiley die zichzelf op z’n schouder slaat* wat een topnacht!

Vrijdag begon dus met werk, daarna lekker het bedje in en uitslapen. Wat een genot! Beetje in het huishouden rommelen, lekker op het gemakkie koken, rustig eten terwijl Wingman nog stond te vloeken in een vrij uitgebreide middagspits, en zonder enige vorm van ochtendhumeur naar de zaak. Waar ik eerst jouw cabine leegplunderde om mijn vaste attributen (boekie, drinkbeker, lipgloss, je kent het wel) te pakken, want ik mocht met een andere auto op pad. Ditmaal stonden we bij de frees die de lange stukken deed. Dat betekende iets langer wachten, en lezen, gelukkig dat ik toch nog even had ingebroken, maar ook sneller vol en dus meer vrachten. Konden we onderweg lekker nog wat radio luisteren. Geen wilde muziek, maar het saaie BNR Nieuwsradio, waar ik gesprekken volgde over auto’s, wijn en het nieuwe sexfestival dat Bobbi Eden heeft georganiseerd. Wie zei er ook alweer dat praatradio saai is? Het werk ging voorspoedig en eindigde met een vracht teerhoudend asfalt. Dat word niet meer overal geaccepteerd en zou pas maandag naar een stort toe kunnen. Dus zette ik de auto vol op de zaak neer, spoedde naar huis, rende even onder de douche door, en vond vervolgens Wingman in de slaapkamer, naast het bed, in karate-houding *smiley met hartvormige ogen* wat een kanjer is het toch ook! Zo bezorgd om onze veiligheid dat ie in staat is om een inbreker die op mij lijkt helemaal aan puinpoeiers te slaan. Na hem te hebben gerustgesteld konden we dan eindelijk weer eens lekker tegen elkaar slapen.

Wingman had buitenshuis nog wat dingen te doen, dus helaas werd ik wel alleen wakker. Om mezelf op te vrolijken ben ik gaan shoppen voor een paardrijbroek. Vriendin en ik hadden al eens gezegd dat het zo leuk is, en zo lang geleden, dat we binnenkort maar weer eens moesten gaan paardrijden. Dat was 2 jaar geleden. Gelukkig vonden haar ouders bij het opruimen van de zolder nog wat rijlaarzen, een cap en andere paardenmeisjes-spullen, dus hadden we een datum geprikt. Helaas waren mijn paardenspullen in een vlaag van opruimwoede al verdwenen, en dus moest ik even naar de winkel *smiley die begint te kwijlen* en wat is het paardrijden veranderd in de afgelopen 10 jaar! Had je vroeger nog de keuze tussen rib of geen rib, nu waren er broeken die leken op spijkerbroeken, of op joggingbroeken, in diverse kleuren, met glitters op de broekzakken en opdruksterretjes op de kont als anti-slipmatje. Het was waanzinnig! Maar in al die overdaad koos ik voor een bescheiden (en goedkope) broek zonder franje. Waarna ik doorreed naar Tante, om daar rijlaarzen en een cap te lenen. Anderhalve liter thee en veel verhalen later ging ik weer op huis aan, lekker op de bank liggen met Wingman, mogelijk de laatste avond dat ik nog normaal naar de koelkast zou kunnen lopen….

Zondag haalde ik Vriendin op, en na een bakkie thee en gebak bij haar ouders reden we naar de manege. Heerlijk dat aroma van paard, hooi, stro, leer, mest en zweet, een mengeling van geuren die iedereen vind stinken behalve de paardrijmeisjes. We liepen een rondje door de stal om te kijken of we nog wat namen en hoofden herkenden van toen we hier vroeger rondliepen. Vroeger, toen we fanatiek paardrijmeisje waren en 1 uurtje per week los mochten gaan op de manege. Gewoon omdat dat makkelijker is dan een halfuur achter een paard aanrennen in het weiland, die vervolgens nog nat blijkt te zijn van de regen waardoor het zadeldekje in mum van tijd begint te schuimen. Maar lang rijden kan je toch niet want voordat je het duin hebt bereikt is het alweer donker geworden *smiley die met z’n ogen draait* fanatiek paardrijmeisje ja, maar van een beetje gemak is nog nooit iemand dood gegaan. En zo stonden we daar, Vriendin bij Onnie en ik bij Geer, een grote spikkelbeer. Zadel erop, hoofdstel om en naar de binnenbak. De 7 paardrijmeisjes van diverse leeftijden, gezeten op diverse afmetingen paarden, volgden netjes de instructrice *smiley die grinnikt in z’n knuistje* net alsof manegepaarden ooit zelfstandig een andere kant op zouden gaan. Even de weg oversteken en we reden in de duinen. De rust van het groen, het ritmische gekraak van het leer dat de bewegingen van het paard volgde. Ja afgezien van dat spikkelGeer continu zijn neus op de Tinker voor ons probeerde te leggen en ik er maar niet genoeg afstand tussen kreeg, voelde ik toch een band. Vrouw en paard, samen op pad, met om ons heen de bramenstruiken, libelles en een lieveheersbeestje dat mijn gezicht aanviel. Wat is de natuur toch mooi. We kwamen zelfs nog vossen, prinsessen en eenhoorns tegen *smiley die zit te juichen in z’n tuigje* maar dat bleek van een vossenjacht bij een andere paardenclub te zijn. Bijna terug bij de manege, net voordat we het Noordhollands Duinreservaat zouden verlaten, werden we opgeschrikt door een kudde wilde paarden, en met wilde bedoel ik paarden die zonder halster rondlopen in de duinen om daar een beetje te grazen en de vegetatie op niveau te houden. Daardoor werden onze manegepaarden ook een beetje wild, en het scheelde niet veel of ik was met spikkelGeer en al over een fietser heen gesprongen. Net voor ons kon het meisje met de Shetlander XL haar pony niet in bedwang houden en ze werd eraf gegooid, waarna de vrolijke viervoeter even in de war was naar welke kudde ze precies terug moest rennen. Wat een sensatie en wat een natuurgeweld! Gelukkig werden alle ponies gevangen en hoefde niemand te voet terug naar de manege, en zo eindigde een mooie rit met een goed verhaal bij de cola op het balkon van de kantine. Vriendin heb ik netjes thuis gebracht, waarna ik doorreed naar Vader en Moeder om daar alle spannende verhalen nog eens te vertellen. De avond werd afgesloten met Chinees, nu nog even snel douchen en dan lekker dromen over paarden en galopperen door het bos.

Reageer

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *