Rond middernacht (lokale tijd) kwam de Rainbow-truck het bivak van San Juan de Marcona binnen. Om zes uur vanochtend vertrokken ze weer naar de start van de vijfde etappe. Na twee nachten in de woestijn te hebben doorgebracht, was een paar uur slapen in een tentje meer dan welkom. “Bevalt best, in een tentje slapen”, vond de jarige Jasper Riezebos.
Het lijkt erop dat het Rainbow-team weer een beetje de aansluiting heeft gevonden bij de rest van het veld, nadat ze twee dagen achter elkaar veel te laat van start gingen. Daardoor kwamen ze ook in de vierde etappe (gisteren) in het donker te rijden. “We startten helemaal achteraan”, vertelt Gerrit Zuurmond net voor vertrek. “Dan is alles kapot gereden. Onderweg kwamen een heleboel auto’s en trucks tegen die vast- of met stukken stonden. Daar moet je dan omheen en dat is niet altijd eenvoudig.”
Rond half acht ’s avonds kwam de Rainbow-truck uit de grootste duinen en mochten ze van de organisatie niet meer verder, omdat het in het donker te gevaarlijk en te moeilijk was. “We moesten de bypass-route nemen. Het laatste stuk was echter weer diepe feshfesh, maar daar zijn we redelijk goed doorheen gerold. Daar kwamen we ook Martin van den Brink nog tegen, die behoorlijk in de weg stond. Eigenlijk was het een redelijk probleemloze dag. We hebben er alleen zo lang over gedaan, omdat we zo ver achteraan zijn gestart. Ik ben blij dat we nu een keer een beetje bijtijds het bivak hebben gehaald en dat de monteurs de tijd hebben gehad de auto weer goed te krijgen en dat we zelf weer wat hebben kunnen bijslapen.”
De vijfde etappe, waar de mannen aan begonnen zijn, is zeker geen gemakkelijke. De trucks hebben een proef van 268 kilometer, gevolgd door een verbinding van ruim 500 kilometer naar Arequipa. Dertienvoudig Dakarwinnaar Stéphane Peterhansel omschrijft de duinen in het eerste stukje van de proef als ‘de moeilijkste van deze Dakar tot nu toe’. Dat belooft nog wat…
Tekst: M-Press Productions