Omstreeks 1970 was de Koninklijke Landmacht op zoek naar een vervanger voor Thornycroft Antar zwaartransport-trekker. De Thornycrofts waren sinds de jaren vijftig in gebruik als opleggertrekker in combinatie met een DAF YTS-10060 dieplader of als ballasttrekker, met een laadbak, in combinatie met een Rogers aanhanger. Beide versies werden gebruikt om de Centurion tank grotere afstanden over de weg te transporteren.
DAF en FTF deden mee in de aanbesteding voor de order van 39 trekkers. Omdat kleinere bedrijven vanwege de economisch slechte tijden bij Rijksaanbestedingen bevoordeeld werden, viel de uiteindelijke keuze op FTF.
De in Wijchen geproduceerde trucks bestonden voor een groot gedeelte uit componenten welke van toeleveranciers betrokken werden; Detroit Diesel motoren, Rockwell assen, Allison versnellingsbakken en Motor Panels cabines. In december 1972 werd het contract ondertekend, waarna de aflevering van de eerste trekker volgende in de loop van 1973.
Naar maatstaven van 1973 was de FTF MS-4050 een buitengewoon indrukwekkende verschijning. Het motorvermogen van 475 pk bij 2100 rpm is vandaag de dag nog steeds behoorlijk, maar het maximale koppel van 1762 Nm valt in het niet bij de huidige trekkers in het zware segment.
Het 2-takt Detroit Diesel 12-cylinderblok met dubbele Roots compressors moest hard werken om het maximale vermogen af te geven. Dit kwam pas vrij bij hoge toerentallen, iets wat ook het typerende brullende geluid van de 14 liter dieselmotor verklaarde. Ter vergelijk; de DAF MX-13 met 530 pk levert een maximaal koppel van 2500 Nm bij @ 1000 rpm.
Met een eigen gewicht van 16.020 kg was een treingewicht van meer dan 100 ton mogelijk. De FTF is een grote truck; 7480 mm lang, 2820 mm breed (zonder spiegels), 3370 mm hoog en een wielbasis van 4200 mm.
Aan het einde van de jaren tachtig werden de FTF’s vervangen door de Mercedes-Benz SK2648 Tropco (trekker-oplegger-combinatie).
Tekst en foto’s Jaco Terlouw.
De Faun mis ik, die had je ook als tanktrekker. Bij onze verplaatsingen begin jaren 80 reden de Faun’s gezamenlijk met de FTF’s
De Allison automaat was voorzien van een koppelomvormer, dat was ook een reden dat ze veel toeren draaiden bij het wegrijden. Eerst veel toeren veel kracht en nog weinig beweging als op snelheid de “lockup” zijn werk deed vielen de toeren mee (voor die tijd)
Een prachtig mooi stuk!! Ik heb in 1991 ook wel met de zware transport compagnie in colone mee gereden met de YTV 2300 met ydal dieplader, maar wij konden ze bij lange na niet bij houden in Duitsland!
De MAN 40440 heeft in de jaren 80 en 90 ook bij 840 gereden