Greenery huisvervoerder Dijco Internationaal Transport viert dit jaar een dubbel jubileum. Het bedrijf bestaat 60 jaar én men nam recent de 250ste Scania in gebruik. Deze jubileumtruck markeert ook bijna 60 jaar samenwerking met Scania: vandaar dat voor een bijzondere auto is gekozen: een Scania S520 V8 met een hydraulisch aangedreven TRS koeling en gekeurd als LZV. Slechts 20 pk meer dan een normale S500, maar wel voorzien van het onverslijtbare V8 blok.
Een aantal jaren geleden was onder de groenterijders de V8 dé populaire motor. Maar tijden veranderen. De meeste zescilindermotoren en zeker die van Scania leveren inmiddels meer koppel en vermogen dan de toenmalige achtcilinders en met een aanmerkelijk lager brandstofverbruik. Ook bij Dijco reist het gros van de groente inmiddels achter een 410 of 450 pk trekker. “Daar hebben we uitstekende ervaringen mee. Onze 410 pk Scania’s rijden nationaal gemiddeld 25 liter op de honderd. De 450 pk trekkers doen internationaal vrijwel hetzelfde. Toch hebben we voor deze order voor een zwaardere motor en een grotere cabine gekozen. We hebben twee R500 4×2 en twee R500 6×4 bakwagens met gestuurde hefbare naloopas en twee S500 4×2 trekkers voor het internationaal vervoer gekocht. En dan als King of the Road deze S520 met de nieuwe SCR-only V8 motor.”
Van Alphen heeft meerdere redenen om meer vermogen en grotere cabines in te zetten. “Ten eerste blijkt ons dat het 500 pk Scania motorblok nagenoeg dezelfde brandstofcijfers realiseert als onze 450-tigers. Maar we wilden ons verbruik en daarmee onze CO2-footprint nóg verder naar beneden hebben. Dat denken we te realiseren met enerzijds een sterkere motor gecombineerd met TRS-koeling. Dat scheelt op een LZV twee aparte koelmotoren en daarmee zes liter diesel per uur.” De Carrier TRS unit bestaat uit een PTO op de motor die hydraulisch een generator aandrijft. Dat is veel efficiënter dan een aparte kleine diesel in de koelunit. “De PTO levert ook vermogen als de auto uitrolt of de helling afgaat en verder wordt hij vooral in deellast aangedreven door de motor. En het is schoner want nu koelen we Euro 6 waar de nieuwste koelunits op zijn best Stage 5 zijn,” overweegt Van Alphen. Natuurlijk is het een duurdere techniek maar wij denken dat we door de brandstofbesparing dat binnen 3,5 jaar weer terugverdiend hebben.”
De tweede reden om voor zwaardere motoren te gaan, is een zo hoog mogelijke gemiddelde snelheid. “Dat is voor ons belangrijk. Daarom laat ik ook altijd retarders monteren. Dat is veiliger de helling af,” legt Van Alphen uit. “Veiligheid is bij ons sowieso heel belangrijk. Zo rust ik elke nieuwe auto altijd uit met airbags. Standaard heeft een Scania natuurlijk al ABS, ESP, LDW en EAB. Maar ik koop er geen ACC op. Ik heb het idee dat te veel van die elektronica afwezigheid in de hand werkt. Ik wil dat mijn chauffeurs zelf alert zijn.”
De reden dat Dijco nu kiest voor de grote en meer luxueuze R en S cabines is deels vanwege de uitstraling, maar ook om de chauffeurs optimaal comfort te bieden. “Wij zetten altijd een mooie auto op de weg. Maar wij willen ook onze chauffeurs op comfortabele wijze kunnen laten werken, rusten en slapen. We maken tenslotte heel wat kilometers, zo’n 150.000 internationaal en de voertuigen die in twee shifts nationaal rijden, zelfs een 200.000. In deze cabines zit alles in behalve leren bekleding. Er zijn er zat die met minder de weg opgaan.”
Dijco maakt graag gebruik van de Scania trainingen. “Natuurlijk doen we de aflevertrainingen. Maar ook verder krijgen de chauffeurs elk jaar een bijscholing. Daarbij kiezen we zoveel mogelijk praktijkgerichte modules. Dat spreekt het beste aan. Stop ze in zo’n theorieklasje en dan zijn ze vanaf 11.00 uur al aan het aftellen naar het einde van de middag.” Voorlopig prijst Van Alphen zich gelukkig dat hij nog voldoende goed geschoolde chauffeurs heeft om zijn 50 voertuigen op de weg te houden. “Dat komt ook omdat we ons eigen opleidingstraject gestart zijn. Samen met het sectorfonds hebben we tot nu toe 12 jongeren en zijinstromers opgeleid. Het leuke is dat we op die manier ook steeds meer vrouwen achter het stuur krijgen.”