Beste Babette (deel 20): gestrooid zonder te ploegen


Beste Babette, zoals gezegd zaten we afgelopen zondag op een verjaardag. Na de appeltaart en aardbeienbaffelwoos plunderden de nichtjes de etagère met hapjes, scheurde Zwager in al zijn enthousiasme niet alleen het inpakpapier maar ook het kado stuk, en werd er veel gepraat over verhuizingen en veranderingen in de carrières. Het feestje eindigde toen ’s middags mijn carrière weer riep. De strooicoördinator belde netjes op tijd dat we die avond weer een rondje mochten strooien. Naar huis dus, snel wat koken, eten en op pad. Alleen werkte de strooier even tegen. De techniek van de roller voorop en de poten achterop wilde niet werken, waardoor het apparaat niet achterop mijn hobbelpaard kon worden opgebouwd. Gelukkig staan er nog 2 strooiers van de curatieve ploeg, waarvan er eentje nagenoeg hetzelfde is als mijn vaste strooier, dus mocht die een rondje mee achterop de trekker. Tussen de zondagsrijders door maakten we ons rondje, waarna we terug op het steunpunt hoorden dat er iets mis wat met de stroom. Door de kabels loopt tweefasenstroom, en die draaide de verkeerde kant op, waardoor de strooier dus niet werkte *smiley die z’n schouders ophaalt* *smiley met grote blauwe ogen* stroom? Ik heb er bijster weinig verstand van, maar als de mannen zeggen dat het kan, dan zal het ongetwijfeld zo zijn.

Maandag mocht ik weer met jou op pad. Achteraf denk je “tja, had je kunnen weten”, nu werd ik op de vroege ochtend verrast door bevroren ramen. Aangezien jij vrij hoog op je vering staat, is dat niet een kwestie van even langs de ramen lopen en weer door. Achter de stoelen vond ik de uitschuifbare steel en de krabber die er precies op paste, je zou bijna denken dat ze het bij MAN goed voor mekaar hebben. Tot je begint te krabben en er slechts 2 smalle streepjes van de ijslaag verdwijnen, in plaats van een strook ter breedte van de hele krabber *smiley die met z’n ogen rolt* afgelopen zaterdag leerden we tijdens de cursus nog dat MAN het eerste merk was met een dieselmotor in een vrachtwagen, zo nu en dan krijg ik het vermoeden dat de ontwikkeling van het merk niet lang daarna gewoon is gestopt. Met een beetje extra verwarming op de ramen gericht, toerden we uiteindelijk het pad af richting Schagen, waar we mochten laden voor het altijd gezellige Anna Paulowna Blanca. Niet om Syrische leeuwen te kijken, maar om weer een nieuw stukje toekomstige weg erin te rijden in een groot nieuwbouwplan. De trechters hadden weinig te lijden onder de vorst, de auto’s des te meer. Nu jouw ramen helemaal ontdooid waren, zagen we hoe een collega onder zijn achterklep de haken probeerde los te bikken, zodat de klep gewoon open zou gaan bij het kiepen. Met schroevendraaiers en een brokje ijzer wisten we genoeg aangevroren zand weg te tikken om de boel weer te laten werken. Oja en dan moesten we ondertussen ook nog naar de bloedmaan kijken! Helemaal vergeten! Het was me wel al opgevallen dat ik gisteravond badend in het reflecterende licht van de maan mijn fiets onder het afdak kon zetten, terwijl het vanochtend echt stikkedonker was. Dat was dus die maansverduistering. Nu was de maan weer in volle glorie te zien, hoewel ik de kleur eerder associeerde met ouderwetse koplampen dan met bloed. Samen met de collega’s toerden we onze rondjes, de maan zakte langzaam weg en met het opkomen van de zon kleurde het landschap witblauwig. Wat dan weer goed paste bij Blue Monday. De meest depressieve dag in het jaar, volgens wetenschappers dan, waarop je beseft dat je weer begint aan een nieuwe werkweek bij een baas waar je eigenlijk weg wilde, je goede voornemens kan je niet eens meer herinneren en de eerstvolgende vakantie is meer lichtjaren verwijderd dan de bloedmaan. Om je eerlijk te zeggen vond ik het een geweldige dag. Als je niet naar de temperatuur keek was het heerlijk weer, zeker in de ochtend zag de omgeving er sprookjesachtig uit, de machinist had zelfs zijn haar in model gekamd *smiley die aan z’n kin krabt* ook al weet ik niet zeker of dat voor mij was. Voor veel schaatsers was het ook een topdag, want eindelijk werd er goedkeuring gegeven voor de eerste marathon op natuurijs *smiley die zit te juichen in z’n tuigje* en dat betekent dat de Elfstedenkriebels er ook alweer aan zitten te komen!

’s Avonds kregen we nog even andere kriebels. Weer een rondje strooien. Met een verlengsnoer naar een haspel waarvan de tweefasen wel de goede kant op draaiden, kon ik mijn eigen strooier opbouwen. Een collega had wat problemen met zijn strooier en pakte dan maar de reservestrooier. Helaas stopte die er ook mee, waarna de coördinator de eerste 2 auto’s terug op het steunpunt een gedeelte van de nog niet gestrooide route liet rijden. Dus reed ik met mijn hobbelpaard-vermomd-als-trekker nog eens langs het kanaal van Alkmaar naar De Woude, nog een keertje via de parallelweg, het stukje bij het pontje ook nog even, ik was er helemaal druk mee.

Gelukkig mochten we van de planner dinsdag uitslapen. Er werd een horrorsneeuwbui voorspeld, de Storm Des Doods zou over het land razen en was vele malen erger dan de Russische Beer en de Siberische Tijger, de afschrikwekkende natuurfenomenen die voorgaande jaren over ons land trokken en dood, verderf en vooral kou zaaiden. Even voor 10 uur werd ik wakker, de telefoon had nog niet gerinkeld maar juist toen ik lag te twijfelen of ik me nog eens zou omdraaien of er alvast uit zou gaan, belde de coördinator op. Strooien, 20 gram *smiley die wit wegtrekt* en de schuiver er ook meteen op. Nee dat zei hij niet, hij zei ‘ploeg’. Wat ik vreemd blijf vinden, want de sneeuw word niet verstopt onder een grondlaag, het word van de weg af geschoven. Terwijl via de watsep foto’s binnen kwamen van zuidelijker gelegen parkeerplaatsen en tuinen die al wit begonnen te kleuren, fietste ik naar de zaak om mijn hobbelpaard weer op te halen. Een collega had alvast een extra bakkie in het bakkie gegooid, zodat de collega van de curatieve groep niet eerst naar de zaak hoefde te rijden. Ontspannen maakten we het spanbandje vast, nog niets aan de hand, of toch wel? Heel stiekem kwamen er kleine witte puntjes uit de hemel vandaan gedwarreld, eenmaal op weg naar het steunpunt was het overduidelijk sneeuw. Bakkie dumpen, strooier opbouwen, schuiver op de neus en we konden op pad. De ‘sneeuw’ was amper te zien op het asfalt, dat al was warm gereden door de mensen die toch de weg opgingen. Op de radio werd verteld dat er normaal gesproken zo’n 300 kilometer file staat op een doordeweekse dinsdagochtend. Nu was dat slechts 80 *smiley die zit te juichen in z’n tuigje* mensen kunnen het dus wel! Luisteren naar de weersvoorspellingen en daarmee rekening houden. Ongeloveloos. Met de sneeuwbui, die rondom Alkmaar, Schoorldam en de Scharwoudes bijster weinig voorstelde, trok ook de discussie over strooizout weer over het land. Want is dat wel zo goed voor het milieu, al dat zout? Op ons steunpunt is de calciumvloeistof, die ervoor zorgt dat het zout beter aan het asfalt plakt, vervangen door natriumvloeistof, wat minder schadelijk zou moeten zijn voor het milieu. De fietspadsproeiers gebruiken nog maar heel weinig zout in hun vloeibare mengsel, dus ook iets minder slecht voor het leven in de bermkanten. Maar misschien hebben we straks helemaal geen zout meer, strooien we met een soort bermgras-sappen. In het buitenland word dat al gedaan, strooien of eigenlijk sproeien met een soort stroop. Natuurlijke sappen die in die grote hoeveelheden waarschijnlijk ook wel een vreemde invloed op het milieu hebben, maar dat is weer een ander verhaal. Volgens mij gebeurt dat in Canada al veel, nu is er dus iemand in Nederland die heeft bedacht dat we dat hier ook wel kunnen doen. Het bermgras is eigenlijk afval, er zit zoveel vervuiling in dat koeien het niet willen eten, wanneer we dat als basis gebruiken voor het strooizout, dan ruimen we dus meteen een berg afval op. Win-win-situatie. Ondertussen liet de coördinator weten dat we naar huis mochten. Slechts 2 rondjes gestrooid, de schuiver was niet eens aan de grond geweest, de Storm Des Doods viel me een beetje tegen. Helaas hoorden we ook pas na het schoonmaken en afbouwen dat we ’s avonds om 19:00 weer een rondje mochten doen *smiley die zucht* nouja, op- en afbouwen gaat al steeds vlotter, die paar minuten maakt dan ook niet meer uit. Sterker nog, nu reed ik om 20:00 voor de tweede maal bij het steunpunt vandaan. De reservestrooier stond nog vol met zout, die kon ik wel even leegstrooien. Alleen bleef dat ding haperen, waardoor ik alsnog terug moest, eigen strooier opbouwen en het rondje doen. Om onze vertraging in perspectief te plaatsen: de avondspits telde op het hoogtepunt 2300 kilometer aan file. Een absoluut record. Waar al die mensen vandaan kwamen? Het hele land onder Amsterdam stond stil of reed niet harder dan 50 km/h. Misschien dat er een hoop Nashville-aanhangers hebben zitten bidden, nog een paar maagden hebben geofferd, maar de Storm Des Doods spaarde Noord Holland.

Woensdag ging het gewone werk weer verder. Samen met jou reed ik wederom naar Schagen, waar we dit keer laadden voor de Afsluitdijk. Een nieuw werk, wat nogal groots gaat worden, waar zoals altijd begonnen word met het aanleggen van een plekje voor de machines en het depot. Onder begeleiding van de shovelmachinist stortten we ons zand en toerden daarna de dijk over richting Friesland, om bij het tankstation te keren en weer terug te rijden naar Schagen. Slechts 2 rondjes deden we mee met de groep, daarna reden we door naar De Goorn waar ik rijles had. Terwijl jij tussen de lesauto’s rustig afwachtte, pakte ik een kopje thee in afwachting van de instructeur. Afgelopen zaterdag hadden we de theorie geleerd, nu mochten we dat in praktijk gaan brengen. Met een MAN bakwagen *smiley die met z’n ogen rolt* geen Mercedes, om eens een vergelijk te kunnen maken, geen handgeschakelde DAF om nog eens te kunnen genieten van het roeren met die enorme pook, geen MAN V8 om te kunnen zeggen dat ik daar ook eens mee gereden had, maar een bakwagen. Wel een luxe uitvoering hoor, lederen bekleding, knopjes op het stuur, adaptieve cruise control, allemaal foefjes die jij als landbouwvoertuig niet hebt. De instructeur legde de werking van de knoppen een beetje uit en liet mij daarna richting Volendam rijden. Gewoon rijden zoals je gewend bent, op- en aanmerkingen zouden vanzelf wel komen. We doken Monnickendam in, even straatje-keren omdat de route niet helemaal geschikt bleek te zijn, daarna weer Monnickendam in om via de slingerdijk naar Marken te toeren, Volendam door en daarna via ’t Kalf en de Middenbeemster weer terug naar de rijschool. Een mooi ritje waarbij ik iets minder sportief reed dan ik normaal zou doen. De bakwagen was geladen met 3 ton aan betonplaten en deinde wat meer dan ik was gewend, dus het was wel een beetje aanpassen. Onderweg bleek de adaptieve cruise control zowel een vloek als een zegen te zijn. Fijn dat ie automatisch afstand houd van je voorligger, maar toen we tussen 2 vrachtwagens invoegden hield ie abrupt afstand van de vrachtwagen voor ons die langzaam op ons uitliep en werd de bakwagen achter ons verrast door de achterbumper die zonder remlichten plotseling wel erg dichtbij kwam. Een gevaar waar we het in de theorie ook al over hadden gehad, zolang niet iedereen die systemen heeft en ook niet weet hoe er op te reageren, rijden we in een grijs gebied waarin het gevaar soms voortkomt uit de veiligheidssystemen. Zonder ingrepen en met slechts 3 waarschuwingen van het lane departure warning system, dat begint te zoemen wanneer je over de witte streep heen gaat zonder richting aan te geven, stuurde ik de bakwagen weer terug naar de parkeerplek waar we waren begonnen. Met als toegift een enthousiaste sprong over de hobbel bij de inrit van het parkeerterrein. De instructeur was afgezien daarvan wel te spreken over mijn rijstijl en ik mocht weer met jou op pad. Nog een vrachtje zand laden in Hoorn voor een laatste rondje over de Afsluitdijk en we konden weer op huis aan.

Onderweg kreeg ik nog wel een belletje van iemand van de provincie. Mijn veesboekverhalen werden ook daar gelezen, en het was jammer dat een aantal van de frustraties over het strooien niet bij hen bekend waren. Laat ik beginnen met een rectificatie: de 22 miljoen waarvan ik zei dat het was gebruikt om het nieuwe steunpunt te bouwen, is ook gebruikt voor het aanleggen van een glasvezelnetwerk en het ombouwen van de bruggen zodat die op afstand bediend kunnen worden. Wist ik niet, was ook slecht te lezen op het bord dat langs de weg stond, zeker wanneer je daar met 80 km/h voorbij raasde. Het slopen en opnieuw opbouwen van het steunpunt kostte nog niet eens een kwart daarvan. De opmerking dat het er wel aan af te zien was, hield ik even voor mezelf. De meneer kon mijn ondertoon niet helemaal waarderen, maar zoals gebruikelijk bij geschreven stukken, is ondertoon lastig onder woorden te brengen. We troffen mekaar in het midden, ik kreeg begrip voor de situatie waardoor het opleveren van het terrein een jaar was uitgesteld (ook al hadden ze daar wel iets eerder over kunnen communiceren, had bij ons een hoop ergernis gescheeld) en hij snapte dat het frustrerend is wanneer je midden in de nacht aan de gang moet voor iets waar nogal wat tijdsdruk op staat, terwijl de voorzieningen niet goed werken. Want zo is het ook weer. Er zijn veel werken waar dingen niet goed geregeld zijn, waar het niet helemaal soepel loopt, maar dan leggen we een boekie op het stuur en wachten we rustig af. Of we stoppen ermee en komen later terug. Bij het strooien kan dat niet, er moet nu gestrooid worden want straks word het glad, als we morgen terug komen zijn de wegen alweer ontdooid maar moeten er wel auto’s uit de berm geplukt worden. Dat er dan (in mijn ogen) zoiets simpels als verkeerde stekkers, te weinig stroom en bevroren leidingen 2 maanden lang niet worden opgelost, werkt niet heel erg motiverend. Zeker niet wanneer je dat meld, het lang duurt voordat het word opgelost of het helemaal niet word opgelost waardoor het lijkt alsof er niets mee word gedaan. Dankzij de meneer weten we nu dat er een aantal dingen wel al bekend zijn, en dat er ook aan word gewerkt, maar sommige dingen zijn nu eenmaal niet binnen een dag op te lossen. Een constructief gesprek dat hopelijk zorgt voor verbetering van ons steunpunt, en veel van dat soort opstartfoutjes gaat voorkomen bij andere steunpunten die nog worden aangepakt. Alhoewel ‘fout’ niet het juiste woord is. Pas wanneer je het de tweede keer weer doet, terwijl je weet dat het niet werkt, is het een fout.

Donderdag was ik weer gewoon chauffeur. Samen met jou en 4 andere collega’s toerden we naar Amsterdam, waar we een klei-substantie mochten laden voor het gronddepot net buiten Winkel. Lange afstanden, tijd genoeg om met de bluetooth-koppeling tussen radio en telefoon te stoeien en om van het uitzicht te genieten. De witgekleurde landerijen lieten zien dat er rond Amsterdam wel ietsiepietsie meer sneeuw was gevallen dan verder naar het noorden. Op de radio was ook goed nieuws te horen, volgens wetenschappers hebben lange vrouwen 30% meer kans om de 90 te halen dan korte vrouwen. En laat ik met mijn 1,77 meter nog net in de categorie ‘lang’ vallen *smiley die zit te juichen in z’n tuigje* nog beter was de bevinding dat veel of weinig sporten niet echt van invloed is. Lange vrouwen worden gewoon ouder dan de korte vrouwen die de 1,65 meter niet kunnen aantikken. Bij mannen is juist andersom. Lengte maakt weinig uit, de mate van fysieke inspanning wel. Mannen die veel in beweging zijn worden ouder dan stilzitters. Aan Wingmans afgetrainde lijf te zien, en aan zijn verhalen over sjouwen met zware kettingen en machines te horen, hebben wij dus een lange toekomst samen. Na een paar vrachten klei en het smeren van de kleppen, werd jij weer in de rusthouding gezet. De coördinator belde alweer dat we die avond om 19:00 een rondje mochten strooien *smiley die een kushandje doet* dat mag ook wel eens gezegd worden, het bellen gaat steeds beter. Niet midden in de nacht op een tijdstip waardoor je amper nog aan slapen toe komt, maar ’s middags al bellen dat we ’s avonds op pad moeten, zodat je de tijd krijgt om te stoppen met je dagelijkse werkzaamheden en nog even wat te eten voordat je de deur weer uit moet. Het rondje verliep zonder problemen, afgezien van de bevroren leidingen omdat iemand overdag iets aan het schoonspuiten was geweest, en daarna niet de moeite had genomen om het water uit de leidingen te laten lopen. De strooiers werden een beetje viezig weer onder het afdak gezet en we konden weer op huis aan.

Vrijdag begon met uitslapen. Ook wel eens fijn na zo’n toch wel drukke week. Rustig de weekendtas inpakken en daarna op pad richting Dordrecht, waar we samen met vrienden een nachtje zouden logeren bij de Vergulde Toekan. Die avond zaten we namelijk weer in de grootste kroeg van Nederland, bij Vrienden Van Een Bepaald Biermerk. Al meer dan een jaar geleden waren er kaarten gekocht, we bleken voorste rang op de tweede ring te zitten. Helemaal vooraan langs de balustrade, dus geen irritante mensen voor ons die door ons zicht heen zouden lopen. Wel af en toe een kleine bierdouche of omlaag vallende aangeschotelingen die daarna weer stilletjes terug op hun plekje kropen, naast een slapende of stiekem rokende vriend. Maar we kwamen natuurlijk voor de show. Een grootse opening waarbij de artiesten achter een groot rood gordijn begonnen, toen dat eenmaal omlaag was gevallen hadden we zicht op de 2 bands die tegen mekaar op speelden en de zangers die in de lucht hingen. Het was weer grandioos, de fine fleur van de Nederlandse muziek was aanwezig. Di-rect, Anouk, Marco Borsato die een geweldig duet deed met Kraantje Pappie, Chef’Special, De Dijk, Guus Meeuwis, Miss Montreal en Lee Towers. Oja en tussendoor nog een paar typetjes die ons de tijd gaven om naar het toilet/de rookruimte/de bar te gaan. De avond vloog voorbij, in tegenstelling tot de terugreis *smiley die met z’n ogen rolt* het taxiritje met een chauffeur die de cruise control niet kon vinden, zorgde ervoor dat we blij waren dat we niet zoveel hadden gedronken. In het hotel nog even een laatste afzakkertje nemen, zonder portie bitterballen helaas, daarna kon iedereen z’n eigen kamer weer opzoeken.

Om zaterdag weer verder te gaan met nabespreken bij het ontbijt. Het uitgebreide buffet werd geplunderd, de tafel stond vol met eitjes, pannekoekjes en borden vol Engels ontbijt. De vrienden stapten in de auto om een stad op culturele manier te gaan bezoeken, Wingman en ik bleven nog even onder Rotterdam hangen om Zwager’s verjaardag te vieren. Met een proeverijtje van zelfgemaakt gebak weer napraten over het feest van gisteren. Dat Wingman zo netjes was geweest om niemand over de balustrade te gooien, dat de zanger van De Dijk in de close up wel heel overdreven articuleerde, dat ondertussen een autocue meedraaide, het luchtige bloesje van Sanne a.k.a. Miss Montreal, de strakke broek van Maan waar in ons groepje nogal wisselend op werd gereageerd, dat Kraantje Pappie een nummer van Marco Borsato in 1,03 minuut kan brengen, dat Abel weer tevoorschijn was getoverd maar dat ze helaas de uitvoering met die rapsnuiters deden, er was zoveel over te vertellen. Tot het kleine katertje z’n tol eiste en Wingman en ik in de auto stapten om thuis nog wat op de bank te gaan hangen.

Zondag konden we niet te lang uitslapen. Wingman had met de mannen afgesproken om de mannenvakantie te gaan bespreken en ik was gevraagd om een paar uurtjes te komen helpen bij de opening van een nieuw garagepand. Daarover volgt later meer. Wingman’s vakantie is geregeld en ik vind dat ik nog wel even wat relaxtijd op de bank heb verdiend voordat maandag de plicht weer roept. Fijne zonnamiddag allemaal!

Reageer

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *