Beste Babette (deel 25): werken aan een windmolenpark


Beste Babette, zoals gezegd werd er vorige week zondag een rondje getoerd met de motoren. Even de ketting sprayen, tank volgooien en ik kon naar Vader en Moeder toe, waar we zouden verzamelen. Zwager en Zusje zaten er al, andere Zusje en de Nichtjes waren ook op visite en de ooms kwamen niet lang na mij ook binnenstappen. Eerst maar eens een bakkie doen met een (ontbijt)koekje erbij, daarna het hele ritueel van het aantrekken van het motorpak met alle extra lagen en helmmutsen, de ene moest nog even tanken, de ander toch maar even de banden oppompen *smiley met het schaamrood op de kaken* toen konden we eindelijk op pad. We daalden af naar het zuiden, om Zusje en Zwager alvast een beetje richting huis te helpen. Het was voor mij weer even wennen aan al die pk’s die zo gemakkelijk dat lompzware ding door de bocht heen sleuren. Via provinciale wegen, boerenweggetjes, fietspaden en een klein stukje snelweg kwamen we in een stadje uit. Ingeklemd tussen een spoorlijn waarbij de slagbomen bijna omlaag kwamen en een openstaande brug, doken we een zijstraatje in, waar we halt hielden bij een uithangbord van een biermerk. De brommers werden aan de kant gezet en we namen plaats in het zonnetje en op het knusse terras voor een versnapering. Praten over de route, hoe de navigatie werkte en hoe de motoren reden na zo’n lange stop, daarna kijken waar we eigenlijk waren en een route terug naar huis zien te vinden. Zusje en Zwager verder richting het zuiden, Vader, de ooms en ik weer terug naar het noorden. In de drukte van de stad raakten we mekaar nog even kwijt, maar gelukkig wisten we alle 4 de weg terug te vinden naar de bekende snelweg, waarna ieder het laatste stukje solo naar huis reed. Wingman en zijn Vader waren bezig met de laatste stukjes van de nieuwe, tijdelijke garage, en zo kon mijn brommer naast die van Wingman ’s avonds meteen op het nieuwe plekje staan. Weer een stap in project garage afgerond *smiley die een kushandje doet* wat een toppers zijn het toch ook samen.

Maandag bleven de brommers in de garage, het was weer tijd om met jou op pad te gaan. We toerden naar Amsterdam, waar het op de A7 weer raak was. Op het laatste rechte stuk, tussen de landerijen van de Wijdewormer, stonden 2 busjes stil op de spits-/vluchtstrook. Zo’n 100 meter voor een pechhavenvakje *smiley die zit te tandenknarsen* maar van stichting Slachtofferhulp mogen we daar geen opmerkingen over maken, we weten niet wat er gebeurt is. Na het kwartiertje maken met een bakkie thee reden we onder de trechter door om te laden voor Zaandam, het bekende rondje. Helaas zat het tweede rondje de Coentunnel dicht in de richting A8 – Vlothaven, waardoor het snel druk werd op de 12 banen brede A8 en zelfs op het stukje van de rotonde naar de A8 toe. Nog voordat we een geschikte sluiproute konden verzinnen, werd de tunnel alweer open gegooid, even reed het heel lekker door, maar er stonden nog zoveel auto’s daarachter in de file, dat het al snel weer druk werd. Ook moest er weer even stil gestaan worden voor de slagbomen, waarbij ik koos voor de route door de wisselbuis. Het was een drukte van belang die ochtend. Zelfs tijdens de schaft werden we nog gestoord door sirenes, die op weg waren naar een akkefietje op de A10, ergens ter hoogte van de S102, dus daar hadden wij gelukkig weinig last van. Op de radio werd verteld dat jongeren steeds vaker werken. Zo’n 50% heeft nu een baantje naast school, in tegenstelling tot de 40% een paar jaar geleden. Beroepen als vakkenvullen en kranten rondbrengen zijn nog steeds razend populair bij de jeugd. Volgens mij is het wel een goede ontwikkeling. Ik kan me niet anders herinneren dan dat iedereen vroeger een bijbaantje had. Het halve dorp werkte bij een bollenboer, de andere helft stond achter de kassa of in de horeca. Maar dat beeld veranderde vrij snel, de laatste jaren dat ik nog bij de bollenboer werkte, waren er nog een paar Nederlanders overgebleven en werden de plekken aan de lopende band overgenomen door Portugezen en Polen. Nederlandse jongeren wilden niet meer, en zeker niet als je er vieze handen van kreeg. Zo nu en dan hoor ik nog wel eens gesprekken in de keet tussen de ouders van pubers, dat ze maar op de bank liggen en niets willen doen, terwijl ze ondertussen wel merkkleding en een mobieltje van 800 euro moeten hebben *smiley die met z’n ogen rolt* volgens het nieuwsbericht verdienen jongeren ongeveer 1600 euro per jaar gemiddeld, dus met een halfjaartje werken hebben ze die telefoon zelf bij elkaar gesprokkeld. Sterker nog, met een zomer bollen pellen zou het best eens in 6 weken klaar kunnen zijn. Snappen ze meteen waarom ze er een beetje zuinig op moeten zijn, want een nieuwe zou weer 6 weken van hun leven kunnen kosten. Het is trouwens wel een lastige paradox, want de jeugd is aan het werk om geld te verdienen, maar dat geld krijgen ze dan gestort op hun rekening, en om een rekening te kunnen hebben, moet je een bedrag voor de servicekosten betalen aan de bank. Een paar euro in de maand, niet veel maar wel zonde als je weet dat je tijdens de krantenwijk eerst een straat voor de bank doet, voordat je zelf geld gaat verdienen.

Dinsdag mochten we een ander rondje doen. Het grote werk in Zaandam was klaar, nu stuurde de planner ons weer naar dat grote werk boven in Noord Holland, waar het windmolenpark moet verschijnen. Met een zwoele mannenstem meldde ik me bij de trechter in Schagen. Misschien was het zondag toch iets te koud geweest op het nekkie, met een raspende stem en toegedekt in een sjaaltje hoestte ik mezelf een weg door het werk heen. Terwijl we van Schagen, via Kolhorn en Slootdorp naar het werk ergens in een weiland reden, hoorden we op de radio dat veel gemeenten geld te kort komen. Waar de opvang van probleemjongeren en gekkies voorheen landelijk werd geregeld, daar moeten gemeenten dat nu zelf doen *smiley die een deur open gooit* en dat kost, heel verrassend, meer dan eerst werd gedacht. Langs onze route waren diverse nieuwbouwplannen te zien, variërend van sinds-kort-bewoond tot op-het-grote-bord-staat-uitverkocht-maar-het-is-nu-nog-een-drassig-weilandje, en dat speelt ook mee bij de gemeenten. De ene ligt in een populair gebied en wil graag groeien, maar het aankopen van bouwgrond is duur. De andere gemeente loopt leeg en had juist veel bouwgrond gekocht, maar moet dat nu weer verkopen voor een landbouwgrond tarief, en dat is stukken lager. De ene gemeente probeert het op te lossen met het verhogen van allerlei tarieven, de ander met het besparen door even geen nieuw zwembad te bouwen. Er kwam meteen een waarschuwing achteraan, want wat de gemeentes ook doen: bespaar niet op je kantoorruimte door alles om te bouwen tot flexplekken. Dat werknemers elke ochtend op zoek moeten naar een beschikbaar bureautje ergens in het pand, om vervolgens de hele dag van alles te moeten zoeken, van nietmachine tot websites die een computer niet heeft onthouden tot collega’s om mee samen te werken, terwijl de managementlaag die het bedacht heeft ondertussen met een iets te stralende glimlach vanuit hun vaste kantoortje naar ze zitten te kijken terwijl ze voor de vierde keer langs lopen omdat ze na het halen van een bakkie koffie weer vergeten zijn waar ze ook alweer zaten, werkt niet echt motiverend. Volgens onderzoek gaan de sfeer en, belangrijker nog voor de bazen die graag hun targets halen, de productiviteit er danig op achteruit. Iets wat bij ons al bekend was, want alle auto’s zijn dan wel hetzelfde, toch rijden ze net even anders waardoor je soms zomaar een vrachtje minder doet op een dag.

Woensdag reden we weer door landelijk gebied naar het windmolenpark. Over een kilometerslange platenbaan hobbelen tussen de landerijen door, die bij het opkomen van de zon wit kleurden, een prachtig gezicht. Het is winter maar op de radio steeg de temperatuur naar 20 graden in bepaalde delen van het land. Volgens jouw metertje was het buiten 16 graden, toch hield ik stug mijn trui aan en sjaal om. Zo nu en dan werd ik weer verrast door een flinke hoestbui, helaas voor Wingman ook ’s nachts, ik klonk nog steeds als een zwoele kerel in een foute datingsite-reclame en er leek zelfs nog iets van een koortslip te ontstaan in mijn mondhoek *smiley die wit wegtrekt* de terrassen lopen vol, nog even en we hebben rokjesdag, en ik loop met een bijna-griep rond… Na al die dagen dat we over de snelweg toerden tussen Amsterdam en Zaandam, was het nu wel weer even wennen aan de provinciale wegen. Op een groot gedeelte van het traject geld een inhaalverbod, met uitzondering van trekkers. Er zijn nogal wat mensen die jou aanzien voor een landbouwtrekker, want we worden nog wel eens ingehaald door personenauto’s. Zelfs al rijden we netjes 80 km/h. Voor andere auto’s moeten we in de remmen, want die genieten zo van het wonderschone Noordhollandse landschap dat ze met een snelheid variërend van 65 tot 75 km/h over de doorgaande weg tokkelen. Het irritants zijn de mensen die je na een rotonde snel inhalen, omdat jij nou eenmaal geen topsprinter bent met 50 ton en amper 460 peekaatjes, en vervolgens 75 blijven rijden, omdat het op hun teller 80 is *smiley die aan het stuur knaagt* dan is een seintje met het groot licht wel geoorloofd. Als je het risico neemt om over een dubbele doorgetrokken streep in te halen, neem dan ook het risico om 5 kilometer harder te rijden. Of blijf er lekker achter rijden, lamlul. Tussendoor reden er ook nog echte landbouwtrekkers rond. De ene automobilist is er zo voorbij, de ander blijft zo lang twijfelen dat de tweede, derde of soms zelfs vierde auto in het rijtje maar als eerste er voorbij gaat. Wij hebben, zeker met een volle rugzak, nogal wat ruimte nodig om er voorbij te komen, wat in combinatie met tegenliggers, onoverzichtelijke bochten en kruisingen met stoeprandjes in het midden soms betekent dat we kilometers lang achter zo’n boertje aanhobbelen. Wel goed voor het verbruik trouwens. Iets wat je in de stad ook niet snel zal zien, is een rietbrand. Nu waren we getuige van het affakkelen van een heel weiland. Nogal indrukwekkend als je van grote afstand de rookpluimen ziet, vervolgens ook nog eens flinke vlammen ontwaart en er blijkt vervolgens niets aan de hand te zijn.

Donderdag was het mistig, we toerden over de provinciale wegen, wederom naar het windmolenpark, maar nu het zicht was beperkt tot enkele tientallen meters leek het opeens een heel andere route te zijn. Ja we wisten dat er een flauwe bocht zat, een viaduct met daarna een scherpe bocht, dan moet er vervolgens een dorpje opdoemen *smiley met opengesperde ogen* ook al weet je dat het komt, toch word je dan nog verrast door dat blauwe bord wat opeens midden op de weg staat, en naar de rechterkant van de vluchtheuvel wijst. Klein slingertje en weer door, flauwe bochten, scherpe bochten, opeens leek alles wel een verrassing. Net zoals het voor sommige auto’s uit zijstraten soms een verrassing was dat er opeens een rood gebouw uit de witte muur opdoemde. Na de schaft,waarbij we werden getrakteerd op een lekker stukje gebak, werd de wereld alweer wat groter. Nu kon ik ook weer enigszins ontspannen naar de radio luisteren, tot er iets werd verteld waarvan mijn knokkels wit kleurden. Volgens de consumentenbond laat zo’n 4 op de 10 mensen hun belastingaangifte door iemand anders invullen. Dat kost onnodig veel geld, want mensen moeten het makkelijk zelf kunnen doen *smiley die aan het stuur knaagt* een fijne trap na, want vorig jaar heb ik het ook daadwerkelijk zelf ingevuld, maar het is allemaal zo ‘makkelijk’ dat er iemand van de belastingdienst zelf naar mij opbelde om wat cijfers te corrigeren. Ik dacht dat ik alles netjes had overgeschreven van het werk en de hypotheek en hoeveel ik naar de tandarts was geweest, maar blijkbaar klopte het toch niet helemaal. Nee consumentenbond, laat mensen het dan gewoon net als vroeger doen, met een schoenendoos vol bonnetjes naar dat mannetje of vrouwtje die er wel iets van snapt, die paar tientjes dat je daaraan kwijt bent verdien je sneller terug dan een rekenfout van honderden euro’s. Ach ja, vroeger *smiley die in z’n schommelstoel zit te breien* natuurlijk was het schrijven van een blog toen veel meer werk, maar er zijn steeds meer bedrijven die inzien dat het ook goede kanten had. Zoals de NS, die eerst lekker bespaarde op de stations door alle voorzieningen eruit te halen, en nu heeft besloten dat de helft van die kale betonplatforms weer aangekleed gaan worden, zodat mensen in de luwte ergens kunnen zitten en wachten, genietend van een bakje koffie, met een toilet in de buurt mocht het wachten wat langer duren. Ondertussen was er ook wat te doen over Trump, de president van Amerika, en Kim Jong Un, de baas van Noord Korea en uitvinder van de hamburger en alle Disney sprookjes. Behalve dan Winnie de Poeh. Ze hadden afgesproken in Hanoi om eens te praten over de stand van zaken wat betreft wereldhandel en nucleaire bommen, al dagen werd er over gepraat hoe dat zou gaan verlopen, op twitter noemden ze mekaar al ‘friend’, maar nu het gesprek dan eindelijk was geweest, reden ze allebei in hun eigen escorte van beveiligers terug naar het hotel zonder een gezamenlijke verklaring voor de pers af te geven. Maar er was belangrijker nieuws: het eerste kievitsei is namelijk gevonden *smileys die confetti strooien* veel eerder dan normaal, mocht het uitkomen dan gaat het kuiken waarschijnlijk dood met de nachtvorst die we nu nog hebben, maar gevonden is gevonden!

Vrijdag, jawel, doken we wederom de weilanden in rond Slootdorp. Het was de dag van het compliment, een goed moment dus om de bedenkers van de windmolen te complimenteren met hun geniale uitvinding, waardoor de wereld straks een stuk schoner is. Ook is het op vrijdag tijd om naar de autoshow op de radio te luisteren, elke week weer fijn om te horen. Complimenten voor Smart, dat binnenkort alleen nog maar electrische auto’s wil verkopen. Die kunnen dus mooi op windstroom gaan rijden straks. Complimenten voor Tesla, die eerst beloofden dat de Model 3 een auto voor Jan Modaal zou worden, vervolgens met allemaal dure uitvoeringen kwamen, en nu toch een uitvoering met iets minder opties en iets minder accu in de prijslijst zetten voor zo’n 40.000 euro. Voordat alle Jan Modaals beginnen te protesteren dat het nog steeds veel geld is, door naar Toyota. De opmerking dat ze ‘no more boring cars’ wilden maken, was al een compliment waard, maar nu zijn ze dan eindelijk klaar met bedenken en ontwikkelen. In 2006 werd de Celica uitgezwaaid, het laatste sportieve model. Vanaf toen kon je alleen nog maar saaie maar degelijke en welhaast onverwoestbare auto’s bij ze kopen. De Landcruiser, de Prius, de Avensis Verso *smiley die gaapt* afgezien van die terreinwagen waar je nog wel wat pret mee kon beleven, was de rest vooral grijs en suf. Tot een paar jaar geleden de niet-zo-mooie Prius opeens heel scherpe lijnen kreeg, er een CH-R verscheen die bij alle verstokte Toyota-rijders hartklachten veroorzaakte, er plotseling weer een sportwagen was in de vorm van de GT86 en nu dan eindelijk een opvolger van de legendarische Supra tevoorschijn is gekomen. De ietwat ordinaire sportwagen die door de jaren 80 en 90 heen reed om in het begin van het nieuwe millennium aan te kant te worden geschoven, die een cultstatus verwierf na een glansrol in The Fast And The Furious, wat je als afscheidscadeautje zou kunnen zien, komt nu dan eindelijk weer terug. Om de kosten te drukken heeft Toyota samengewerkt met BMW, die auto Z4 noemt, maar de ontwikkeling is in zoverre gescheiden dat alleen de ruitenwissers nog uitwisselbaar zijn *smiley die in z’n handen wrijft* ik kan niet wachten om dat grote-mensen-speelgoed onderweg tegen te komen.

Complimenten trouwens ook voor de werkgever. Aan het begin van de week kwamen er al grote schalen met gezonde nootjes op tafel, donderdag was er gebak, en vrijdag stond het bier koud en lagen er nootjes en chippies op tafel. De hele week werd er al goed voor ons gezorgd, nu konden we met de collega’s gezellig aan de hoge tafel in de kantine het werk nabespreken en lekker babbelen tot moeders de vrouw via de deur of de telefoon binnenkwam om haar echtgenote te sommeren naar huis te gaan. Zo luisterde ik natuurlijk ook netjes toen Wingman zei dat het voor ons tijd was.

Zaterdag konden we uitslapen. Het klussen was klaar, ik was herstellende en Wingman begon net weer een beetje ziekig te worden, lekker een dagje niks doen. Behalve dan dat ik nog even de frisse buitenlucht opsnoof onderweg naar de supermarkt, en Wingman nog even wat aan zijn auto rommelde. De was werd gedraaid, boekjes gelezen, tv gekeken, nagels gelakt, het was een heerlijke vrije dag.

En vandaag gaan we op dezelfde voet verder. Niet naar buiten voor de boodschappen, want voor het eerst in weken is het weer eens ouderwets aan het regenen, maar gelukkig is er nog genoeg op tv om ons binnen ook te kunnen vermaken. Fijne zonnigdag allemaal, geniet ervan, liggend op je berenvelletje voor de open haard.

Reageer

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *