Beste Babette (deel 35) woest gebrul in het Zwarte Woud


Beste Babette, zoals gezegd mocht jij woensdag met een andere chauffeur op pad want Wingman en ik gingen op vakantie. Niet te lang uitslapen, de laatste spullen moesten nog ingepakt worden, beetje netjes aankleden en optutten voor de reis, nog even de laatste kort houdbare dingen in huis opeten. Uiteindelijk vertrokken we rond kwart over 12, in plaats van de 11 uur die Wingman als doel had gesteld. Met een paar uurtjes rijden zaten we al op de Duitse snelweg richting het Zwarte Woud. We zagen hoe wegwerkers de snelweg overstaken om in de middenberm borden weg te halen *smiley met opengesperde ogen* zoiets zou in Nederland niet mogelijk zijn. Verderop was er dan wel netjes een afzetting op de linkerbaan, daar werden de borden in de middenberm gewassen. Er waren weinig baustelle op de route, desondanks was er nog wel veel stau. Niet alleen om naar een ongeluk aan de andere kant te kijken, vanaf een uurtje of 2 bleef het onafgebroken druk. Soms steeg de snelheid weer even naar de 130 om verderop weer in te kakken. Er kwam ook nog flink wat regen bij, wat voor sommige Duitsers betekende dat ze rustiger gingen rijden, sommige durfden niet meer van baan te wisselen wanneer ze de linkerbaan hadden bereikt, en dan waren er nog die beiden combineerden. Helaas regende het zo hard dat we niet konden zien of we er rechts voorbij konden *smiley die in z’n handen wrijft* we raakten al aardig in racemodus. Tijdens een tankstop had Wingman een hotel in Koblenz geregeld. Die avond aten we verschillende kleuren asperges met verschillende soorten vlees erbij, terwijl we uitkeken over een kolkende rivier met Rijnreisjes en vrachtboten, en aan de overkant oude kerken en kasteelgebouwen. Heel romantisch allemaal. De kamer was een upgrade, had de man achter de balie gezegd, wij vroegen ons af hoe de goedkoopste kamer er dan uit moet zien, want deze was al niet heel ruim. Een bad hadden we niet, als je naar de wc ging dan moest de deur op slot voor je eigen veiligheid. Niet omdat Wingman boos kan worden wanneer ik mijn behoefte doe, maar omdat de openslaande deur precies tegen de wc-pot (of een paar knieën) aan kwam. Helemaal ontspannen zat je dus niet, het raam tussen de bad- en slaapkamer hielp daar ook niet erg aan mee. Door het melkglas was weinig te zien, toch was het idee niet fijn om zo intensief samen op vakantie te moeten zijn. In dit hotel stonden geen kleine flesjes shampoo en douchegel langs de wasbak, maar hingen grote flacons vast aan de muur. Wel lagen er oordopjes in een schaaltje naast de handdoeken. Waarschijnlijk vanwege het geluid van de trein die pal langs het hotel reed.

De volgende dag bleken de oordopjes niet voor de trein te zijn, maar voor het gehorige hotel in het algemeen, waar al vroeg met schoonmaken werd begonnen. Dan maar ontbijten en de koffers weer inpakken, de donderdagavond werden we namelijk in een ander hotel verwacht. Onderweg hadden we weer wat regen, zij het minder erg dan woensdag. De stau leek ook wat minder. Wel zag ik aan de andere kant een vrachtwagen rijden die was beladen met ingepakte Mercedes G-klasses, kort daarop gevolgd door een vrachtwagen die een stel nieuwe Toyota Supra’s meetorste *smiley die achter z’n oor krabt* daar begon ik even te twijfelen aan Wingman’s navigatiesysteem, want gisteren zag ik dezelfde witte tenten in de vorm van een G-klasse voorbij komen, gevolgd door deels afgeplakte Supra’s, met een rode voorop boven de cabine. Toch kwamen we in Baden-Baden aan, de afgesproken plek waar we de rest van de groep zouden ontmoeten. Na het tanken en het vinden van de parkeergarage, raakten we een beetje in de war van het sjieke hotel. Er was geen receptie waar je aan de balie kon hangen, maar er stonden een paar grote ronde designtafels waaraan je mocht plaats nemen. De jonge vrouw vroeg in het Engels (jawel, Duitsland gaat erop vooruit) of we wat wilden drinken, maar we wilden gewoon inchecken en naar de wc! Grote schilderijen van Superman en Wonderwoman moesten ons afleiden, want gewoon inchecken bleek voor de ouder geschminkte puber toch wat lastig. Onze kamer was ook nog niet beschikbaar, maar ze kon onze koffers wel aannemen zodat we naar de lunch konden. En eindelijk naar de wc. In de lobby troffen we de eerste reisgenoot aan, die na een Duits-Engels-Nederlandse woordenwisseling met de portier aanschoof voor de lunch. De bediening bestond ook uit jonge vrouwen, en net zoals die bij de receptie, had ook deze moeite met het zelfstandig kunnen werken. We mochten pas aan tafel nadat die correct was gedekt met wijnglazen en al, die glazen konden vervolgens weer weg omdat we alleen water bestelden. Water zonder bubbels, dat ze bij de tweede poging ook kwam brengen. Vervolgens kon ze de bestelling van 3 gerechten niet helemaal onthouden tot ze bij de keuken was, waarna ze de gerechten ook nog eens aan de verkeerde persoon voorschotelde *smiley die met z’n ogen rolt* blij dat de kamer na de lunch klaar was, konden we ons daar even terugtrekken en ontspannen. Weet je nog dat raam in de badkamer gister? In deze kamer keek je vanaf het bed zo de douchecabine in. Het glas was zo doorzichtig dat we later bij het eten hoorden hoe menig gast zijn hoofd eraan stootte. De ingang van de badkamer was verstopt achter de hoogglans witte kastdeuren. De minibar stond deels in de koelkast, deels uitgestald op het kastje, de prijslijst was verstopt in een tablet waarin je ook een ander kussen kon bestellen. Voor mensen met glutenintolerantie waren er ook spelt-kussens beschikbaar *smiley met opengesperde ogen* dit hotel was veel te fancy voor ons provinciaaltjes. Na de kennismaking in de rooftopbar met de rest van het gezelschap, zo’n 40 personen in totaal, doken we weer in de lift in naar het restaurant beneden, waar we het avondeten net als de lunch met stokjes naar binnen moesten werken. Terwijl op tafel diverse bakjes en schaaltjes met salades, bonen en garnalen verschenen, vroeg ik op mijn beste Engels maar om wat cutlery, een fohk wit a nijf. 50% kans dat je een wippie met een ridder krijgt, gelukkig snapte de bediening dat het om een vork en een mes ging. Na de salades kwamen grote schalen met sushi op tafel, de reisleidster was zo bang dat iemand met honger naar bed zou gaan, dat ze voor de niet-viseters nog wat sushi met kip bestelde. Huffend en puffend stapte iedereen die avond de lift in, de riem een gaatje losser en zo snel mogelijk naar bed om te kunnen uitbuiken.

Vrijdag ging het ontbijt goed. Geen stokjes maar gewoon ouderwets bestek, en als je aan de bar om iets vroeg, dan kwam er daarna vrij snel bediening aan je tafel om te vragen of je misschien kaffee oder tee wilde *smiley met een ochtendhumeur* nein danke, das hat ik self al gehaald. Gisteren was de reis begonnen met een welkomstwoord, vandaag begon het met een briefing. Zoals we gewend waren van dit soort reisjes, komt er altijd nog even iets tussen, waarna een verhaal volgt dat iets langer duurt dan verwacht, waardoor de uitrijpassen van de parkeergarage niet meer werkten tegen de tijd dat we eindelijk naar buiten reden. Door alle commotie stuurde ik Wingman direct al de verkeerde kant op, een tunnel in waardoor we niet snel konden omdraaien. Het duurde daarna even voordat ik weer wat vertrouwen kreeg in mijn voorleeskunsten en met zekerheid durfde te zeggen dat we ergens links of rechts moesten. Als laatste kwamen we bij de koffiestop aan, waarna het navigatiesysteem werd aangesloten. De reisleiders hadden de route zowel op papier als digitaal in de goodiebags gedaan, het was aan de (bij)rijders zelf om te kijken of ze via Tomtom of via bolletje-pijltje wilden rijden. Of het door het navigatiesysteem, aangesloten in de aanstekeropening, of door het wisselen van een cd’tje kwam, maar Wingman’s auto was niet blij. Een oranje lampje knipperde op het dashboard en toen er later ook nog een foutje in de navigatie bleek te zitten, waardoor we alsnog het boek erbij moesten pakken, hebben we het apparaat maar weer teruggestopt in het hoesje. Het was een mooie route die was uitgezet, het asfalt ging van pokdalig naar strak, glooiend over de landerijen en bochtig door het bos heen. Ongelofelijk hoeveel buitenwegen ze weer hadden weten te vinden, die schijnbaar nogal onbekend zijn bij de lokale bevolking want ander verkeer kom je op sommige stukken helemaal niet tegen. Of je rijd op een ‘enge strasse’ en je moet opeens een stukjes door de prutsporen van een vrachtwagen die daar net langs de weg had gekiept. De verrassing was ook groot toen we door de bossen slingerden en er daar opeens een vrachtwagen opdoemde, zo’n beetje de laatste plek waar je die verwacht. Na een onverwachte umleitung haakten we aan bij 2 Porsches die een weg terug zochten naar de route, waarna we de aanwijzingen in het boek volgden tot het volgende hotel. Behalve vrachtwagens troffen we onderweg ook 3 BMW 8-series, die oude nog. Een Can-Am driewielige motor die opvallend vlot over het niet zo beste asfalt de berg op vloog. Een Mercedes AMG GT in sjiek groen, vervolgens ook een Audi RS6 in iets donkerder groen en Volkswagen Scirocco (de oude nog) in metallic groen. Is het een schutkleur in het Zwarte Woud of een is er een nieuwe trend aan het ontstaan? De ontvangst bij het hotel in Hinterzarten was een stuk gezelliger dan in de hippe stad gisteren. Voor de deur stond een meneer in nette kleding aan te wijzen waar de parkeerplaats was, de ingang van de parkeergarage waar we tegen vergoeding in mochten en vervolgens de receptie. Tussen de bomen en de gele kentekenplaten laadden we de koffers weer uit en stapten we de lobby binnen, waar we niets hoefden te doen, alleen een envelop pakken met onze naam erop. Informatie en de kamersleutel zaten daar in, de man achter de tafel wees naar de lift, waar we konden eten vanaf hoe laat en waar het zwembad was en wenste ons een prettig verblijf in het Engels *smiley die zit te glunderen in z’n tuigje* dat is nog eens vakantie vieren. In een ietwat oubollige kamer maar wel met een ruime badkamer zonder ramen werden de koffers uitgepakt, hier zouden we 2 nachten blijven. Even rondkijken, even relaxen op bed, make up bijwerken en naar de bar *smiley die begint te kwijlen* die geheel was opgetrokken in Absolutely Fabulous-stijl. Mannen in nette pakken bedienden niet heel vlot, des te meer tijd was er om ons te vergapen aan de panterprintjes die de stoelen en bar sierden. Hoerig rood en gedimde spotjes in het lage plafond, het was een fantastische plek om te zijn. Meer van de reisgenoten druppelden de bar binnen voor een borrel en een goed verhaal, er werd wat op de piano gepingeld en de zanger was aan het warmzingen, het was bijna jammer dat we onder het lage plafond door moesten naar de eetzaal aan de andere kant van het karakteristieke gebouw. ’s Middags hadden we aan de pasta gezeten in een lokaal restaurantje dat pal naast een hotel met bijna dezelfde naam zat, nu kregen we vis, vlees of vegetarisch voorgeschoteld, al naar gelang de keuze die bij de receptie was gemaakt. Het was voortreffelijk maar het feest was nog niet voorbij. De laatste verrassing kwam bij een bezoek aan het toilet, waar je werd begroet met geloei van koeien die hun grote koebel lieten tinkelen *smiley die zit te juichen in z’n tuigje* hoe vinden ze zulke plaatsen toch?

Zaterdag begon met de briefing, in een frisse ochtendwoei voor de deur van het hotel. Daarna reden we eerst een stuk over de provinciale wegen met lange slingers, waar de lokalo’s werden verrast door een niet aflatende stroom aan Porsches en andere sportwagens. Naast Wingman’s herriebak reden er diverse Porsches mee, waaronder een rode een blauwe, maar ook de andere Duitse 3 waren vertegenwoordigd met diverse BMW’s, een Audi en een Mercedes. Uit het Verenigd Koninkrijk waren 2 Mini’s en een BAC gehaald, Italië was in stemmig zwart vertegenwoordigd door een Lamborghini en een Ferrari en een bordeauxrode Corvette zorgde voor wat Amerikaanse versterking. Sommige automobilisten zetten hun auto aan de kant, wanneer ze de koplampen zagen opdoemen in hun spiegels, anderen werden ingehaald voor ze er goed en wel erg in hadden. De vrouw bij het tankstation was blij verrast toen er een aparte auto bij de pomp stopte, nadat alle 4 de plaatsen bezet waren door uitbundige sportwagens die gulzig aan de slang hingen, kreeg ze een wazige blik in haar ogen en een vreemd trekje rond haar mond *smiley die een witte bloes aantrekt* de provinciale weg werd ingeruild voor wat smallere wegen, er kwam zelfs een stuk bos met haarspeldbochten voorbij. Naar boven toe was geen probleem, naar beneden bleek toch even te zwaar voor de remmen onder Wingman’s auto. In een wat rustiger tempo reden we door naar de koffiestop. De lokale bakker werd overspoeld door uitzinnige Hollanders en er werden veel punten taart aangesneden. Na de koffie, thee en een stukje rabarbertaart gingen de gordels weer om. De route leidde door het bos, over slingerend groen asfalt. Er kwam daar zo weinig verkeer dat het mos op de rijbaan groeide, na 25 sportwagens met brede banden zal het meeste er wel af zijn gegumd. De wegen openden zich langzaam weer, het uitzicht werd wat breder en na een lekker potje sturen doken we de file in *smiley die op het stuur trommelt* even via wat tegenwerkende verkeerslichten door een stadje heen, waarna we weer het buitengebied en Zwitserland in doken. Met de waarschuwing dat de bekeuringen daar wat hoger waren, ging het tempo wat omlaag. Na een beetje spoorzoeken vonden we de lunchstop, een restaurant dat er van buiten uitzag als een aflopende zaak, maar van binnen verrassend netjes was. In vlot tempo kwam de bediening voorbij met drinken, salade, een pizza of stuk lasagne en tiramisu als toetje *smiley die over z’n buik wrijft* dan wil je eigenlijk wel even een halfuurtje op de bank liggen. Wingman wilde na het eten vooral zo snel mogelijk naar de auto toe, want een reisgenoot had hem geattendeerd op wat vonken van de voorwielen af. Rook hadden we wel duidelijk gezien, vonken niet. Met een vogeltje dat vast zat in de voorbumper en een versleten voorband reden we terug naar het hotel. Rustig toerend volgden we de rondingen van het landschap, zagen we een vosje in het open veld rondscharrelen en een adelaar daarboven rondcirkelen. Een prachtig landschap, zeker als je noodgedwongen wat langzamer moet rijden en van het uitzicht kunt genieten. We waren als eerste terug bij het hotel, konden we mooi nog even een stukje zwemmen voordat we die avond weer in de tijgertjesbar aanschoven voor een borrel.

Zondag was het laatste ochtendmaal. De voorwielen hadden flink op hun kloten gekregen deze trip, het was beter om rustig aan huiswaarts te keren. Nog een laatste keer verzamelden we op de parkeerplaats, waar de reisleidster nog een groepsfoto wilde maken rondom de kleinste auto die er mee reed. Na het proppen om iedereen in beeld te krijgen, werd zij zelf nog even in het kuipje van BAC gepropt. De reisleider kwam ook aangelopen en pas halverwege zijn briefing kwam hij erachter dat zijn vrouw verstopt zat tussen het sportstuurtje en de luchtinlaat. Met veel gelach werden voor de laatste keer auto’s opgezocht, namen we afscheid van de reisgenoten en zwaaiden we iedereen uit voordat we zelf uitcheckten en aan de reis naar huis begonnen. Het was een mooie trip geweest, uitdagende wegen die misschien toch iets te uitdagend waren voor Wingman’s bakbeest. We hebben 2 mensen leren kennen die een Lightyear hebben besteld (een electrische auto die word opgeladen door de zonnepanelen op de auto zelf, een geniaal Nederlands product), veel mensen leren kennen die voor de hobby graag hun auto de sporen geven, geleerd dat je mannen met grijs haar in een grijze auto niet moet onderschatten, maar nu was het voorbij. Terwijl de rest naar de koffiestop en de lunch toerde, reden wij als zondagsrijders over de snelweg. Hertjes huppelden achter de vangrail langs, een ooievaar wachtte midden in een weiland tot er een nieuwe baby uit de kool zou groeien, we werden ingehaald door Volvo’s met een Zweeds kenteken en veel extra antennes op het dak *smiley die achter z’n oor krabt* waren die op rooftocht of waren ze autonoom rijdende auto’s aan het testen? We zagen een nieuwe Suzuki Jimny in fris groen (toch een trend dus), meerdere Mustangs, dikke Mercedessen, een nieuwe Bentley Continental GT, tweemaal een witte Cupra Ateca (voorheen Seat, tegenwoordig is Cupra een zelfstandig merk), een Shelby Cobra en zelfs een Carver! Bij een tankstop controleerde Wingman zijn banden nog eens, waarna hij besloot om bij de Poolse vrachtwagenchauffeurs om een krik te vragen. Een reisgenoot had zaterdag verteld dat de ANWB in sommige landen een service heeft waarbij een band, als ie ergens op voorraad is, op de locatie zelf gewisseld kan worden. Na het doorverbinden met de ADAC kreeg Wingman te horen dat zijn auto wel afgesleept kon worden naar een garage om maandag de band te wisselen, of dat er maandag om 5 uur iemand bij het hotel zou komen om de band te wisselen, maar dat er zondag niets aan werd gedaan. Er zat nog lucht in de band, dus het was geen noodgeval. Ondanks het rustige tempo op de snelweg wilde Wingman nu toch wel even het voor- en achterwiel wisselen, dus stonden we na de lunch tussen de witte kentekenplaten de auto op te krikken, terwijl de behulpzame Poolse chauffeur in het Engels vroeg naar de auto en dat vertaalde aan zijn collega die met een kopje koffie in de hand erbij stond te kijken. Daarna nog even onder de motorkap kijken naar het enorme blok, de hoeveelheid pk’s vertalen en toen was het wel duidelijk waarom de banden er zo aan toe waren. De ADAC bleek gelijk te hebben, het was geen noodgeval, zonder klapband zijn we thuis gekomen. Knikkebollend hebben we nog naar de Formule 1 race in Spanje zitten kijken, Hamilton won voor Bottas en Verstappen pakte de derde trede op het ereschavot, na alle indrukken de afgelopen dagen was het nu echt tijd geworden om weer in het eigen bedje te kruipen. Geen chocolaatjes op het kussen, niet netjes opgemaakt, geen raam naar de badkamer, maar oh wat lag het toch weer lekker.

Maandag mochten we uitslapen. Geen briefing, geen route, wel een stapel wasgoed en een hoop ongelezen veesboekberichten. Eigenlijk zouden we vandaag pas thuis komen, dus dit dagje gebruikten we om nog wat te kunnen chillaxen voordat de baas weer om onze gunsten vraagt. Fijne avond allemaal en geniet van de foto’s. Het is niet allemaal goede kwaliteit maar er kleven goede herinneringen aan *smiley die zit te springen in z’n tuigje*

Reageer

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *