Het Digitaal Museum – Asquith Motor Company

De Asquith Motor Company werd opgericht in juli 1981 door Crispin Reed en Bruce West. Reed en West werkten voorafgaand aan de oprichting van ‘Asquith Motor Carriage Company Ltd’ samen als eigenaren van een meubel reproductie bedrijf.

Begin jaren ’80 van de vorige eeuw wilden de mannen een oude ‘Austin 12’ bestelbus restaureren en gebruiken voor het lokaal bezorgen van hun meubelen. Het klassieke uiterlijk van de Austin zou daarbij de nodige aandacht trekken als rijdend reclameobject. In het laatste slaagde oude bestelbus voortreffelijk, de wagen bleek alleen niet betrouwbaar genoeg om de meubeldistributie te verzorgen.

Door het gebruik van de Austin kregen Reed en West aanvragen van andere bedrijven om ook zo’n klassieke bestelbus te leveren. De mannen besloten om het idee van een klassieke bestelbus op nieuwe componenten verder uit te werken. Ambachtslieden die voorheen dure reproductie Chesterfields, commodes en stoelen hadden gemaakt, werden aan het werk gezet op de fabricage van de voertuigen. Het is dan ook niet verwonderlijk om in de Asquith producten luxe antieke kenmerken te vinden zoals lederen bekleding met knopen en wortelnotenhout dashboards. De eerste Asquith voertuigen werden gemaakt in de fabriek in Braintree in Essex.

In 1982 begonnen Reed en West met het bouwen van retro-style bestelauto’s, model ‘Shire’, op Ford Transit 100L-chassis. In 1984 werden de mallen verkocht aan Hunnable Holdings in Yeldham, Great Yeldham, Essex. De Asquith Motor Carriage Company Ltd fabriek in Essex had 30 fulltime vakmensen in dienst. Zij maakten meer dan 1.000 voertuigen, welke veelal geëxporteerd werden naar landen als Japan en de VS.

De Shire en Mascot delen tegenwoordig dezelfde Iveco Daily basis, met een klassieke opbouw van glaszvezel. De buitenmaten van beide voertuigen zijn gelijk.

De Asquith Shire/Mascot:
Lengte: 5670 mm
Breedte: 2110 mm
Hoogte: 2500 mm (inclusief dakborden)
Wielbasis: 3750 mm
Leeggewicht: 3500 kg
Laadvermogen: 1650 kg
GVW: 5500 kg

Het Iveco Daily 3750 chassis wordt geleverd met direct ingespoten Common Rail 2.3 liter 4-cylinder turbodieselmotor van 116 pk. Het vermogen wordt via een handgeschakelde 5-versnellingsbak overgebracht op de aangedreven as. Optioneel kunnen zowel de Shire als de Mascot geleverd worden een 136 pk Iveco motor van 2.8 liter.

De Asquith Mascot biedt plaats aan negen passagiers en een bestuurder. De stahoogte binnen de Mascot is 185 cm.
Midden jaren ’90 leverde Asquith de Palace personenbus. Deze retrostyle touringcar bood plaatst aan 14 tot 17 passagiers, afhankelijk van de gekozen stoelopstelling. De Palace werd gebouwd op basis van de Mascot, maar met een bredere en hogere opbouw achter de bestuurderscabine.

In 1991 kondigde het bedrijf de productie aan van een taxi in de stijl van de jaren dertig die zou voldoen aan de voorschriften van het London Public Carriage Office voor een speciaal gebouwd chassis. De bestelauto- versie van deze taxi kreeg de naam Shetland, terwijl de versie voor personenvervoer simpelweg ‘Taxi’ genoemd werd.

Geïnspireerd op de Morris Minor bestelwagen uit 1929, was de Asquith Shetland gebaseerd op een nieuw gegalvaniseerd stalen Reliant Fox-chassis met een aluminium 848 cc-motor van de Reliant Kitten. Deze krachtbron produceerde 40 pk en gaf aan de Shetland een topsnelheid van 70 mph (112 km/h). Bij compacte buitenmaten kreeg de Shetland een vrachtruimte van 1,7 kubieke meter. Latere versies van de Shetland kregen een 1,0 liter Suzuki motor en een 5-versnellingsbak van dezelfde Japanse fabrikant.

Aan het einde van de jaren negentig kwam het bedrijf in zwaar weer terecht: de productiekosten waren gestegen, onderzoek en ontwikkeling van nieuwe voertuigen kostte veel tijd (en geld) en de annulering van een grote order voor Japan leidde tot surseance van betaling.

Het bedrijf werd in 1997 overgenomen van de bewindvoerders door Mike Edgar. Hij stelde twee teams samen. De ontwerpers kregen leiding van Paul Keegan en de ingenieurs werden aangestuurd door Eddie Parsons. Verdere investeringen waren nodig om het bedrijf vooruit te helpen en Edgar merkte snel dat de productie in het Verenigd Koninkrijk te duur was. Hij zocht naar partnerschappen in andere landen. In die tijd werden relaties aangegaan met externe bedrijven in Barcelona (Spanje) en Katowice (Polen). In het Duitse Dresden werd een fabriek opgezet om Shires en Mascots te bouwen, maar deze sloot in 2001 toen de rivier de Elbe de fabriek overstroomde en belangrijke onderzoeksgegevens vernietigde.

In 2003 werden de mallen en rechten gekocht door Simon Rhodes en werd Asquith Motor Company Ltd opgericht om nieuwe versies van de originele voertuigen te ontwikkelen. Vanwege verschillen in kwaliteit, taal en afstanden bij de buitenlandse bedrijven, werd besloten om bij deze faciliteiten te stoppen met het maken van nieuwe voertuigen.
In 2005 kocht Asquith Motor Company Ltd de activa van de ‘Vintage Motor Company Ltd’, gevestigd in Doncaster. De belangrijkste bezittingen waren The Royale Windsor (een limousine uit de jaren 40) en The Royale Sabre (een sportwagen uit de jaren 40).

Asquith is momenteel bezig met ontwikkeling van nieuwe versies van de Mascot bus en Shire bestelwagen op het chassis van de huidige generatie Iveco Daily.

BP-31-JZ Asquith Shire – Replivan B.V. (foto: Jaco Terlouw)
Asquith Shire

BP-31-JZ Asquith Shire – De Bijenkorf (foto: Jaco Terlouw)
Asquith Shire

BZ-98-TG Asquith Shire – H. van der Berg Verhuizingen (foto: Marco Havers)
Asquith onbekend/overig

DW 044LL Asquith Shire – Coca-Cola (foto: The Junktimers)
Asquith Shire

Asquith Mascot (foto Buttonfreak)
Asquith Mascot

Asquith Shetland – Perfect Select B.V. (foto: Jaco Terlouw)
Asquith Shetland

Tekst: Jaco Terlouw.

No Responses

Reageer

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *