Trendsetter of trendvolger? – Martha de Boer test de Fiat 500e


Trendsetter of trendvolger?

Onlangs kondigde Fiat Chrysler Automobiles aan dat ze meer gaan inzetten op electrische auto’s, te beginnen met de populaire Fiat 500. De merkengroep moet wel, want de wereldwijde regels voor uitstoot worden steeds verder naar beneden toe aangescherpt. FCA is niet alleen eigenaar van Fiat en Chrysler, maar ook van merken als Dodge en Jeep, grote en onzuinige Amerikaanse bakken. Ook merken als Alfa Romeo en Maserati vallen onder de paraplu, sportieve en onzuinige Italiaanse sportwagens. Er zijn wel autootjes als de Panda, 500, Ypsilon van Lancia en Mito van Alfa Romeo die kleiner en zuiniger zijn, maar dat compenseert niet genoeg voor de dikke SRT’s, Quadrifoglio’s en Abarths die er worden verkocht. Electrisch dus, om aan de regelgeving te kunnen voldoen en ondertussen nog steeds grote en sportieve auto’s te mogen verkopen. Maar wacht eens even… Heeft Fiat niet al een electrische 500 gemaakt? Jazeker, voor de Amerikaanse staat Californië, waar de strengste emissieregels ter wereld gelden, word in Mexico de 500 al omgebouwd tot 500e. Die auto word in slechts 2 staten geleverd en is al sinds 2012 op de markt. Daarmee zou je kunnen zeggen dat Fiat een trendsetter is met een electrische stadsauto, want veel andere merken zagen meer heil in een grotere auto. Dankzij weinig vraag in Amerika naar dit model, en gunstige regels voor electrische auto’s in Nederland, komen er veel 500e’s deze kant op. Je kunt dus een trendsetter zijn door zo’n auto te kopen voordat ie door Fiat zelf in Nederland word verkocht.

Als je naar de auto toe loopt…

Zie je aan details dat het om een andere uitvoering van de 500 gaat. Nu zijn er al veel uitvoeringen, van sportief tot luxe, lekker laag bij de grond of juist veel chroom erop. De 500e kenmerkt zich door de andere voor- en achterbumper, voorzien van gaatjes voor een betere luchtstroom en het 500e logo. De zijskirts (ook met logo en de illusie van gaatjes) moeten verhullen dat deze versie iets hoger op de wielen staat. Dat is gedaan om onder de auto wat meer ruimte te creëren voor het accupakket, dat laag in de auto tussen de wielen is geplaatst. Ook zit er standaard een stoere spoiler op en zijn de spiegelkappen iets aangepast om de luchtstroom makkelijker over en langs de auto te laten glijden. Voor autospotters opvallende onderdelen, de gemiddelde 500-rijder zou de e naast een regulier model moeten zetten om de verschillen te zien. Afgezien van de details is het natuurlijk overduidelijk een 500, een klein autootje dat stevig op zijn wielen staat en fris uit de ronde koplampen kijkt.

Trek je de deur open…

Dan zie je een interieur dat niet verschilt van de gewone 500, hooguit in de aankleding en kleurstelling. Gezeten op de met leer beklede stoelen kijk je uit over een plastic dashboard, met over de gehele breedte een gekleurd paneel dat mooi aansluit bij de kleur aan de buitenkant. Achter het stuur zit een digitaal dashboard, in de middenconsole vind je de radio, duidelijke knoppen voor de kachel, airco, stoelverwarming en de automaat. Geen pookje of draaiknop, maar druktoetsen om de automaat in D, N, R of weer terug in P te zetten. Boven op het dashboard is een navigatiesysteem gezet, wat eigenlijk een beetje in de weg staat. Het is duidelijk een auto die al wat langer op de markt is, want er zit geen ingebouwd touchscreen in waarmee je radio en navigatie kan bedienen. De ontwikkeling van die techniek is de laatste jaren zo hard gegaan, dat auto’s er al snel wat verouderd uit zien van binnen. Maar is dat echt erg? Heb je al die gadgets daadwerkelijk nodig? Misschien is dit juist wel makkelijker, omdat je niet hoeft te zoeken naar knoppen die ergens in een menu zijn weggestopt.

Zet het contact aan…

En het digitale dashboard licht op. Omdat je geen motor hoort pruttelen, zie je onder de afbeelding van een snoezig witte 500 even ‘not ready’ staan, dat in een fractie van een seconde overspringt naar ‘ready’. In het dashboard word met getallen aangegeven hoe hard je rijd, links een ‘tankmeter’ die de inhoud van de accu aangeeft in procenten, rechts een ‘toerenteller’ die met groen, rood en blauw laat zien of je rustig rijd, het rechter pedaal stevig intrapt of aan het afremmen en regenereren bent. Onderin staat het aantal kilometers dat je nog kan rijden voordat de stekker er weer in moet. Het stuur, dat ook in leer is verpakt, is alleen in hoogte verstelbaar, niet in diepte. De stoel kun je een stuk naar voren of achteren schuiven en is zelfs in hoogte verstelbaar. Met 1,80 meter houd je krap 2 vingers ruimte tot het dak wanneer de stoel in de hoogste stand staat, in de laagste stand voelt het lekker sportief aan. Het stuur moet je dan ook in een lage stand zetten, anders kun je net niet zien hoeveel actieradius er nog over is. Aan de voorstoelen zijn armleuningen bevestigd, daaronder zitten 2 bekerhouders voor de achterpassagiers. Om je eerlijk te zeggen heb ik (Martha de Boer, red.) daar niet eens durven plaats nemen. De voorstoelen zijn makkelijk voorover te klappen en schuiven dan ook een stukje naar voren, maar het ziet er wel erg knus uit achterin. Sowieso geeft de 500 je een knus gevoel, want met de zwarte hemelbekleding en dikke raamstijlen heb je echt het gevoel in een klein coconnetje te zitten. Wel een luxe coconnetje, want er zijn meerdere en verschillende aansluitpunten in de middenconsole en het dashboardkastje te vinden voor mobiele telefoons en muziekdragers. De telefoon kun je dan makkelijk in 1 van de 2 bekerhouders kwijt die voor in de middenconsole zitten. Ook in de deuren zitten opbergvakken, het dashboardkastje is nog vrij groot en ook is de kofferbak opvallend ruim voor zo’n kleine auto. De stereotype 500-rijder staat niet echt bekend als bierdrinker, maar flessen wijn en 2 boodschappentassen met hippe hapjes kun je er wel in kwijt. Er zit een dubbele bodem in de kofferbak, om het laadsnoer of dure spullen uit het zicht te bewaren.

Druk op de D knop…

En je rijd geruisloos weg. Het sturen gaat licht, wat fijn is in een stadsauto, maar in snelle bochten is de 500e daardoor wat lastig te plaatsen. Het flinke aantal newtonmeters van de electromotor, in combinatie met de 2 tinten grijs en rode streep op de testauto, geven je het gevoel met een Abarth onderweg te zijn. Het is een snelle auto, maar dan vooral bij stoplichtsprintjes of inhaalacties. Bochten gaan wat minder en voor drempels, die je in stedelijk gebied helaas veel tegenkomt, moet je echt afremmen, want door de korte wielbasis en het relatief hoge gewicht van 1300 kilo komt er nogal een stevige duw uit het onderstel vandaan. Over rabberig straatwerk daarentegen rijd je dan weer redelijk comfortabel. Alleen oppassen dus voor kuilen en hoge putdeksels. Dat de techniek van electrische auto’s snel is verbeterd, merk je ook aan het remmen. Laat het gaspedaal los en de 500 e blijft lang doorrollen zonder echt snelheid te verliezen. In nieuwe auto’s kun je verschillende standen kiezen voor het afremmen op de motor, met goed anticiperen is het gebruik van de rem dan bijna niet meer nodig. De 500e heeft die techniek nog niet, en wil je snelheid kwijtraken, dan zul je echt het rempedaal erbij moeten pakken. Begin je zachtjes te remmen en moet je toch iets harder trappen dan je had verwacht, dan reageert het pedaal soms wat bijterig, alsof na het afremmen op de motor opeens de remmen in de wielen overactief worden. Rustig afremmen of het pedaal kort en hard intrappen (zoals je bij een sportieve Abarth zou doen) is beide mogelijk, een combinatie daarvan levert een knikje met het hoofd op. Om het hoofd weer achterover te knikken kun je ‘vol gas’ accelereren, zeker op vochtig asfalt voel je de auto een moment zoeken naar grip voordat het ESC lampje in het dashboard oplicht en de 113 peekaas je vooruit katapulteren. Heel vermakelijk natuurlijk, maar het kost je wel wat actieradius.

Hoe groot is die actieradius dan?

Volgens Fiat kun je 140 kilometer uit de 24 KWh grote accu halen. Omdat de 500e niet officieel in Nederland is geleverd, is er niks over te vinden in de ev-database. Volgens de site ‘verbruiken’ kom je 130 kilometer ver. De testauto gaf met een volle accu een rijbereik aan van 112 kilometer, wat te maken kan hebben met de rijstijl tijdens een vorige rit (op basis daarvan word de nog te halen afstand berekend) en een procentje slijtage aan de accu’s, omdat de testauto uit 2016 stamt en inmiddels al dik 55.000 kilometers heeft gereden. Het is geen heel grote afstand, maar als je voornamelijk in de stad rond rijd, of juist in ruraal gebied tussen een paar dorpjes pendelt, kun je met 100 kilometer heel ver komen. Niet meteen wegklikken dus, maar even realistisch kijken hoeveel je nu echt per dag rijd. Het opladen via het stopcontact duurt 10 uur, bij een 1-fase laadpunt 6 uur, en met een 3-fase laadpunt zakt het al naar ruim 2 uurtjes. Omdat de auto alleen tweedehands in Nederland word aangeboden, kan het geen kwaad om voor aankoop de accu te laten testen. Alle accu’s verliezen in de loop der jaren wat aan kracht, kijk maar hoeveel uur je mobiele telefoon nog meegaat als ie een paar jaar oud is, bij een electrische auto is dat niet anders. Gelukkig is het uitmeten van een accu sneller gedaan en geeft het meer duidelijkheid dan het grondig nakijken van een motorblok.

Kleine auto, kleine prijs?

In Amerika ben je eigenaar van een 500e voor zo’n 33.000 tot 36.000 dollar, in Nederland vind je ze met wat gebruikservaring vanaf een kleine 10.000 euro. Veel geld voor een kleine auto, weinig geld voor een hippe kar, want kekke auto’s mogen altijd wat meer kosten. Zeker als je op zoek bent naar een later bouwjaar, met een aparte kleur en/of uitgebreide aankleding, kan de prijs oplopen tot boven de 20.000 euro. Om de keuzestress wat te beperken, is de 500e niet geleverd als cabrio. Wil je niet steeds 10 uur lang moeten wachten tot de batterij weer is opgeladen, houd dan rekening met een 700 tot 900 euro kostende wallbox (exclusief installatiekosten) om de stroom wat sneller in de auto te krijgen. Met de beperkte actieradius kan een abonnement op een laadpas handig zijn, en woon je in de stad zonder een eigen oprit, dan ben je sowieso aangewezen op een laadpas en de laadpalen in de buurt. Daar staat tegenover dat je, als de aanschafwaarde 12.000 euro of meer is en je de auto pas na 1 juli op je naam laat zetten, een korting van 2000 euro krijgt van de overheid. Ook betaal je geen motorrijtuigenbelasting, wat in de maandelijkse kosten weer scheelt.

Zou ik deze zelf kopen?

Om je eerlijk te zeggen, heeft de Fiat 500 nooit op mijn verlanglijst gestaan. Te hip en daardoor te duur voor zo’n klein autootje. Aan de grote verkoopaantallen te zien, is de prijs voor veel mensen geen enkel probleem. Als electrische en tweedehands auto word het wel weer heel interessant, want de actieradius is misschien niet groot, maar afdoende wanneer je vooral in en om je woonplaats rondrijd, of de gemiddelde 36 kilometer naar het werk forenst. De 500e is ruim genoeg om als boodschappenauto dienst te doen, en je zou zelfs een paar kinderen of een carpoolende collega mee kunnen nemen. Zeker in een luxe uitvoering of aparte kleur is het een leuke auto om te zien, en zullen mensen je niet snel vol medelijden aankijken omdat je zo nodig de wereld moet redden met een electrische maar nogal saaie auto. Dat de 500(e) al een paar jaar meedraait, is alleen door ervaren autospotters te zien, omdat het uiterlijk slechts op kleine punten iets veranderd bij een facelift of nieuw model. Aan jou dus de keuze: ben je een trendsetter, kies je nu al voor een 500e en bedek je de kleine imperfecties met de mantel der (auto)liefde? Of ben je een trendvolger en wacht je op de nieuwe 500e, die niet alleen verder is uitontwikkeld wat betreft het rijden en regenereren, maar ook een stuk duurder is?

De Bicolore waar ik tijdens deze test mee reed, stond te koop bij autobedrijf Renses, die je vind op www.renses-online.nl en aan de Parelweg 11 in Alkmaar, en is helaas al verkocht. Gelukkig zijn er wel 3 500e’s bijgekomen in het assortiment, waaronder een zwarte met een panoramadak en een Sport-uitvoering. Renses bied de mogelijkheid om je auto te laten wrappen, zodat je er geheel naar eigen smaak een Abarth-look-a-like van kunt maken, of een stereotiep snoezig vrouwenautootje. Ook kun je er meer informatie krijgen over wallboxen, laadpalen en laadpassen, zodat je kunt kiezen wat in jouw situatie het beste werkt.


De tekst, test en foto’s zijn aangeleverd door Martha de Boer, die hier niet voor is betaald.

2 Comments

  1. Jan Clevering 9 april 2020 Reply

Reageer

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *