Beste Babette (deel 93) simpel denken


Beste Babette, de werkweek begon maandag in Schagen, waar we zand mochten laden voor Heerhugowaard *smiley die zich nog eens uitrekt* een bekend rondje inderdaad, dus het kwartiertje ’s ochtends werd gebruikt om rustig thee te drinken, in plaats van het digitale stratenboek te bestuderen. Na een paar rondjes was het alweer tijd voor de eerste schaft, die werd gebruikt om uit het raam te kijken naar de crossfitters, van de sportschool aan de overkant. In (iets te) strakke kleren liepen ze over straat met een grote schijf van 10 kilo op hun schouder. We vroegen ons af of het wel goed is voor je rug, om zo’n gewicht mee te torsen bovenop een scheve rug, terwijl sommigen dan ook nog probeerden te rennen *smiley die met z’n ogen rolt* waarom niet gewoon die 10 kilo in een kruiwagen gooien? Kan je gewoon recht lopen, stuk beter voor je rug, en met gemak ook nog veel meer gewicht meenemen. Die niet-crossfitte chauffeurs kwamen tot de conclusie dat we er waarschijnlijk te simpel over denken.

Net zoals we simpel denken over een onderwerp dat heel veel werd besproken op de radio; namelijk stikstof, en dan vooral de uitstoot daarvan. Na wat tussenrapporten met opbeurende titels als ‘Niet alles kan overal’, kwam de Commissie Remkes nu met het definitieve adviesrapport over wat te doen met de stikstof. En wat vooral niet te doen, zodat we minder uitstoot hebben en aan de akkoorden van Parijs kunnen voldoen. Nog voordat het rapport naar buiten kwam, werden de messen al geslepen en de advocaten opgepept bij de milieu-instanties, zij waren al bij voorbaat van mening dat er niet genoeg gebeurde om de wereld te redden. Terwijl Remkes juist nog een stap verder ging dan de ingezette koers, zo bleek toen het rapport uiteindelijk naar buiten kwam, want de uitstoot moet in 2030 geen 26% maar 50% gedaald zijn *smiley die wit wegtrekt*

Simpel als de chauffeurs zijn, dachten we dat het probleem wel aardig was blootgelegd de laatste tijd. Er is een enorme afname van uitstoot, sinds mensen moeten thuiswerken en er niet meer word gevlogen. Toch was het vooral de agrarische sector die er bekaaid vanaf kwam. We mogen straks weer elke dag met de auto in de file staan en 2 keer per jaar op vliegvakantie, maar de boeren die dichtbij natuurgebieden wonen moeten verplicht kunnen worden uitgekocht, in plaats van vrijwillig zoals de overheid eerst voorstelde. Toch sprankelde er iets van hoop bij mij, toen de quote “een boer kan niet groen zijn, als ie rood staat” werd herhaald. Er was dus wel iets van aandacht voor het lage inkomen en de beperkte financiële mogelijkheden om te investeren in verduurzaming en schonere maar dure technieken.

Interessant was wat er over biomassa werd gezegd. Natuurlijk is het opstoken van groenafval en andere reststromen een goede manier om energie en warmte voor de omgeving op te wekken, maar kleinere installaties werken niet zo efficiënt als eigenlijk zou moeten. Dus stop met subsidie aan dat soort projecten. Zonde van de investeringen die er kort geleden zijn gedaan, wanneer een installatie weer word ontmanteld, en ja er moet iets langer gebruik gemaakt worden van gas, maar op de lange termijn is het volgens de rekenaars van Remkes toch beter om te stoppen met die gesubsidieerde constructies.

Beter nieuws was er voor de bouw, volgens het rapport word die sector onevenredig hard geraakt door de regels omtrent stikstof. Terwijl we de bouw juist hard nodig hebben, zeker tijdens de coronacrisis die langzaam in een financiële crisis begint te veranderen, als aanjager van de economie. Als de electrische stoomtrein die ons langzaam maar zeker naar betere tijden sleept. Volgens het rapport stoot de bouwsector slechts een paar procent uit, en dat is dan ook nog een opeenstapeling van de aanleg, bouw en het gebruik van wegen en gebouwen. Daar moet onderscheid in gemaakt worden, en voor de aanleg en bouw moet een drempelwaarde bepaalt worden, zodat een aantal langjarige projecten aan (snel)wegen en de bouw van 75.000 woningen door kan gaan *smiley die zit te juichen in z’n tuigje* dat is helemaal in ons straatje!

Simpel als ik ben, is het de afgelopen weken wel duidelijk geworden dat we minder extra asfalt nodig hebben dan eerst gedacht. Als veel mensen blijven thuiswerken en zo af toe, buiten de klassieke spitstijden om, naar het werk reizen, scheelt dat al heel veel files. En vliegen blijkt opeens ook niet zo heel belangrijk meer te zijn. Maar meneer Remkes gaat ervan uit dat mensen weinig leren van een crisis, en straks weer massaal in de file en het in het vliegtuig stappen. Daar kan ik hem niet helemaal ongelijk in geven, ondanks dat we een paar jaar geleden nog een financiële crisis hebben gehad (2008 tot zo ongeveer pak ‘em beet laten we zeggen 2015), zouden we nu ook alweer in een recessie zijn weggezakt, ook zonder corona. Hopelijk blijft een groot deel van die driekwart van de thuiswerkers, die in een enquête had aangegeven ook na corona te willen blijven thuiswerken, ook echt thuis. Dan hebben we in ieder geval nog iets positiefs uit deze crisis gesleept, wat ons verder helpt in de stikstofcrisis.

We kunnen heel lang over het rapport blijven praten, uiteindelijk is het maar een advies, en moeten we afwachten of de overheid er ook echt iets mee gaat doen. Geen opbeurende gedachte, als je bedenkt dat er wel meer adviesrapporten slechts deels of helemaal niet worden overgenomen. Gelukkig was er die dag weer eens gebak op kantoor *smiley met slagroom op z’n neus* een stapel lege schoteltjes stond op de balie bij de planning, maar de planner had voor mij nog 1 stukje oranjekoek weten te bewaren *smiley die een kushandje doet* dan is mijn hele dag weer goed.

Dinsdag begon weer met een bakkie thee in Schagen, om vervolgens de collega’s de achtervolgen naar Heerhugowaard. Met een autootje of 8 reden we in de rondte. Sinds kort gaat dat helemaal digitaal, krijgen we alleen nog een kassabonnetje bij de trechter maar hoeven we geen bonnen met tijden en aantallen vrachten meer in te vullen. Voor mijn gevoel liep het was vlotter dan gisteren, maar ja, geen bon met tijden, dus ik weet niet of het echt zo was.

Er kwam wel wat kroos in de schroef toen tegen de middag het motorretje waarmee de kleppen en knevels bediend worden, een vreemd geluid maakte. Tijdens het indrukken van de knopjes hoor je het gejank achter de cabine, met een beetje oefening en het raam op een kiertje kan je ook horen of de kleppen helemaal dicht of open zijn, nu bleef dat ding janken, ondanks dat ik de knopjes al had los gelaten. Snel naar de garage bellen, waar ik de tip kreeg om er met een hamer op te slaan en/of het relais los te trekken. Die zat ergens in de accubak *smiley die met z’n ogen rolt* telefoon tussen oor en schouder geklemd terwijl het motorretje hartverscheurend bleef doorjanken en dan de deksel van de accubak proberen los te trekken en allerlei zekeringen eruit gaan pulken. Je raad het al snoes, dat gesprek eindigde met de woorden “ik hoor het niet meer janken, die is stuk. Kom deze kant maar op.”

Precies 1 minuut na het begin van de schafttijd in de garage, kwamen we het pad op vlammen. Eerst maar eens eten dus, gezellig in een versierde kantine. Terwijl ik nog druk bezig was de warme thee naar binnen te werken, zag ik dat de monteur jou alvast naar binnen reed. De hele garage kon meegenieten van jouw technisch malheur, want de geur die van het motorretje af kwam, was in niets te vergelijken met het konijnenvoer met extra knoflook wat ik af en toe in mijn lunchtrommeltje heb *smiley die grinnikt in z’n knuistje* en dan was het ook nog lekker warm, zodat de deuren open stonden en het luchtje lekker naar binnen waaide. Terwijl de ene monteur aan mij uitlegde waar dan eigenlijk die ene belangrijke relais zat, en dat ik vooral niet de zekeringen eruit moest trekken omdat dan andere systemen in de war raken, begon de andere monteur het zwartgeblakerde motorretje te demonteren. Kon ik op het gemakkie, met het juiste gereedschap en zonder tijdsdruk, het relais loshalen, een nieuwe zoeken in het magazijn, een borsteltje over de accu’s halen die stoffiger waren dan de woonkamer, nieuwe relais vastschroeven, deksel weer op de accu’s klikken, kleppen testen, kilometerstand doorgeven aan de monteur en daarna weer volgas naar Schagen toe *smiley die het zweet van z’n voorhoofd veegt* het was op het randje, maar we konden de 8 vrachten waar in de boordcomputer om werd gevraagd, ook echt leveren.

Woensdag kon ik een beetje uitslapen. Geen zandrace vandaag maar eindelijk weer eens naar de schoonheidsspecialiste *smiley die ligt te juichen onder een kleedje* wat een heerlijkheid! Wat een genot! Wat was ik vergeten hoe pijnlijk een diepe reiniging en een bindweefselmassage kunnen zijn! Maar wat heb ik ervan genoten. Anderhalf uur lang werd er gefrunnikt, geverfd, geharst en bijgepraat. Omdat er tussen de afspraken tijd moet zitten om de ruimte te luchten, zodat een volgende klant niet mijn besmette adem binnenkrijgt, konden we in de tuin nog even een bakkie thee doen. Op anderhalve meter afstand. En niet te lang, want ze moest ook nog alle potjes, tubes, bakjes en het aanrecht schoonmaken voordat de nieuwe klant kon plaatsnemen op de stoel waarop een schone set kleedjes lag *smiley die met z’n ogen rolt* het blijft een grote onzin. Schoonheidsspecialisten werken altijd schoon en veilig, puistjes uitknijpen met je blote handen doe je alleen thuis voor de spiegel, een professional draagt handschoenen. Peelings worden met een kwast aangebracht, massages mogen wat mij betreft met de blote handen. Hoe vaak de kraan niet opengaat om dan weer warm, dan weer koud water te pakken voor het oppeppen of schoonvegen van mijn gezicht. En elke keer worden ook de handen gewassen. De enige die de potjes en tubes aanraakt in een salon, is de specialist. Als de klant iets pakt, dan is het omdat die crème word gekocht en daarna in de handtas verdwijnt. Zou ik daarna de supermarkt in gaan, dan moet ik eerst zelf het karretje schoonmaken (wat ik niet doe, boodschappen doen geeft al stress, daar kan ik geen schoonmaakstress bij gebruiken), vervolgens ga ik de schappen langs die allemaal met de hand zijn vol gezet door vakkenvullers, de mensen voor mij hebben al overal tegenaan staan ademen, dingen gepakt en daarna toch weer terug gezet, vervolgens pak ik de producten, leg ze in mijn vieze karretje, plaats ze vervolgens op de lopende band waarna de caissière ze stuk voor stuk aanraakt *smiley die wit wegtrekt* *smiley met opengesperde ogen* eigenlijk zou ik daar meteen alle boodschappen, stuk voor stuk, met een dettoldoekje moeten afnemen, voordat ik ze in mijn boodschappentas doe. En na sluitingstijd? Gaan de vakkenvullers dan alle schappen langs om alle producten even schoon te vegen?

Laten we ervan leren en bij een volgende pandemie, of de tweede corona-golf in het najaar, de supermarkten sluiten. Alle plekken waar veel mensen komen om allerlei dingen aan te raken, moeten dicht. Zelfs een bowlingbaan, waar je kan afspreken wie welke ballen gebruikt, is minder vies dan een grootgrutter waar iedereen maar op etenswaren staat te ademen. Boodschappen kun je gewoon via internet bestellen. Dan kunnen de kappers en schoonheidsspecialisten lekker open blijven, want daar loop je niet in grote groepen rond en hoef je ook niet van alles aan te raken *smiley die in z’n handen wrijft* zo, weer een probleem opgelost.

Donderdag was het lekker fris. Na een paar zonnige dagen werden we nu verrast met een regenbuitje, dat ongeveer de hele ochtend duurde. Wederom reden we van Schagen naar Heerhugowaard, maar het ging iets minder soepel dan andere dagen. De grote kraan staat al een paar dagen stil voor onderhoud, daarom is er een mobiele loswalkraan gekomen om de trechters vol te gooien. Voor degene die niet bekend zijn in Schagen: op de kerk na is de kraan zo ongeveer het hoogste punt van de stad. Op een enorme stellage die heen en weer kan rollen over de verschillende soorten zand heen, staat dat apparaat te pronken. De hoogte van de trechters is bepaald door de grote kraan, maar de mobiele kraan heeft geen stellage, voor de beeldvorming: de kraan staat naast de trechters te zwoegen als een Keeshondje die op een Bouvier probeert te kruipen. We kunnen dus ook maar een paar trechters gebruiken, omdat de andere gewoon te ver weg staan. En nu kwam er dan ook nog een boot met ander zand tussendoor, die eerst nog leeg geschept moest worden. Dus werden we een keertje met de shovel geladen. Het rondje daarna was er wel weer een boot met gewoon zand, maar dat kwam slecht de trechter uit, dus moesten we even met de kraan worden geladen.

Geen paniek, na de eerste schaft liep alles weer, dus konden we ongestoord de beloofde 8 vrachten wegbrengen.

Op de radio werd verteld dat Unilever, een bedrijf dat je veel in de vieze supermarkten ziet, op papier helemaal Brits gaat worden. Voorheen was het zowel Nederlands als Brits, met hiero de afdeling die de etenswaren beheerde, en in het Verenigd Koninkrijk de afdeling die cosmetica en niet-eetbare dingen regelde. Nu gaat het papiertechnisch gezien dus helemaal over naar de andere kant van het water, omdat een bedrijf op die manier beter te runnen is ofzo. Er werd wel gezegd dat de werkgelegenheid in Nederland blijft *smiley die het zweet van z’n voorhoofd veegt* gelukkig maar, want het aan de gang houden van die mensen heeft de Nederlandse overheid al genoeg gekost. Zo was er een paar jaar geleden nog een akkefietje met de dividendbelasting. Als ik het goed heb begrepen, komt het erop neer dat grote bedrijven dan minder belasting hoefden te betalen, als ze maar in Nederland zouden blijven. Terwijl dezelfde minister president die dat heeft geregeld, ook eens heeft gezegd dat hij ervoor zou zorgen dat alle Nederlandse burgers 1000 euro zouden krijgen *smiley die achter z’n oor krabt* de bedrijven waar miljoenen, zo niet miljarden in om gaan, kregen een kadootje, Jan Modaal zit ondertussen nog steeds te wachten op die 1000 euro. En het grappigste is *smiley die grinnikt in z’n knuistje* dat een paar ministers hemel, aarde en de complete Tweede Kamer hebben bewogen om lagere belastingen te regelen voor bedrijven als Unilever en Shell, en dat 1 van die bedrijven dan nu gewoon zegt “neh, dit werkt niet lekker zo. We gaan naar Groot Brittannië, kunnen we ook in de Foetsie-index blijven staan met onze aandelen. Maar we laten nog wel een paar mensen in Nederland werken hoor! Maak je daar maar geen zorgen over. Kusje! Doeidoei!” en dan de beteuterde reactie van een economie-minister, dat we dit niet licht moeten opnemen, terwijl je in zijn stem de weggedrukte snik kunt horen van iemand die zojuist gedumpt is met de belofte wel vrienden te blijven. Heerlijke radio! Wat alleen niet duidelijk is geworden voor mij, of het nu Unilever blijft of dat we het Joennieliffer moeten noemen *smiley die aan z’n kin krabt*

Vrijdag bleef hetzelfde, maar werd het wel even anders. Nog steeds mochten we zand brengen naar Heerhugowaard, alleen moesten we nu laden in Alkmaar. Iets ander rondje, iets korter, maar we moesten ook niet te snel rijden, want omdat er bij de sluizen in Zaandam word gewerkt, schijnen er niet zoveel boten naar die loswal te kunnen komen *smiley die op het toetsenbord zit te rammen* waar je als botenplanner al geen rekening mee moet houden, het is ongeloveloos.

Op de radio kwam het bericht voorbij dat minister Bloemenschoen, ook bekend als minister De Jonge van corona-persconferenties, het aantal bedden op de intensive care structureel wil verhogen van 1200 naar 1700, zodat we beter zijn voorbereid op een volgende pandemie of de tweede corona-golf. Geen enkel probleem, dat is wel te regelen. Als het geen mondkapjes of desinfecterende handgel is, kun je wel aan bedden en andere spullen komen. Ruimte is er genoeg, volgens mij staan er nog een paar oude ziekenhuizen leeg. Of we onteigenen een kantoorgebouw, dan moeten die mensen maar gaan thuiswerken. Het enige wat hij dan nog even moet oplossen, is het structurele tekort aan personeel, dat is ontstaan na structurele bezuinigingen in de afgelopen jaren. Tijdens corona werd alles overhoop gegooid omdat niemand wist hoe of wat. Nu kijken zorginstellingen en vakbonden terug en zien ze hoe het personeel eronder te lijden heeft gehad, dat het netjes is gegaan volgens de richtlijnen maar dat een volgende keer er toch wat dingen anders moeten. Om besmettingsgevaar te voorkomen mochten alleen mensen met spoedeisende dingen naar het ziekenhuis. Geplande operaties voor nieuwe knieën en heupen werden opgeschoven, mensen met hartklachten, kanker, diabetes en andere risico’s bleven weg uit angst om besmet te worden. Dus al het personeel van die afdelingen kon naar corona-afdelingen doorgeschoven worden. Dat gaan we bij een volgende epidemie dus niet meer doen, want nu moet al dat achterstallig onderhoud ingehaald worden, en dat kost ook weer veel capaciteit. Dat betekent dat er nog minder mensen beschikbaar zijn voor de IC’s. Nieuwe mensen opleiden dan? Ja strak plan, maar ook dat gaat nog een tijdje duren. Niet alleen de duur van de opleiding zelf, ook degenen die al bezig waren, lopen vertragen op in hun studie, omdat veel scholen de stagelopers terugriepen uit angst voor corona. Hoe minister Bloemenschoen dat allemaal wil gaan oplossen, werd niet verteld.

Inmiddels begon de temperatuur al lekker op te lopen. Niet alleen buiten, ook in de cabine *smiley die met opengesperde ogen strak in z’n tuigje hangt* de shovelmachinist had de vorige vracht in een bochtje naar kraan toe geschoven, een beetje schuin naar beneden toe. Zoals we altijd doen, volgden we netjes dat spoor, tot ik erachter kwam dat we wel een beetje erg schuin en halvers achterover stonden. Even naar voren trekken lukte natuurlijk niet meer, dan toch maar kiepen *smiley die z’n handen voor z’n ogen houdt* niet in de spiegel kijken, dan zie je ook niet dat de boel schuin hangt. Gelukkig sprak de machinist de geruststellende woorden dat de bak netjes recht omhoog ging. Helaas kwamen we daarna niet meer zelf naar boven *smiley die aan het stuur knaagt* het is leuk om met de sperren te knoeien, maar als de machinist zegt dat ie maar 1 wiel echt ziet draaien, dan is de lol er gauw vanaf *smiley die diep zucht* dus moest de ketting er maar aan zodat we daarna weer verder konden rijden in de benauwende warmte. Na 12 vrachten was het klaar, snel met de ramen open terug naar de zaak, lekker afkoelen.

’s Nachts kwam er nog een verfrissende regenbui voorbij, maar zaterdagochtend voelde het alweer warm aan. De thermostaat gaf 23 graden aan, fijn dat we niet hoeven te stoken, maar veel warmer dan dit hoeft het van mij niet worden in huis. Op de fiets naar de supermarkt had ik precies de goede snelheid te pakken, hard genoeg om de verkoelende rijwind te voelen, rustig genoeg om niet te gaan zweten.

Toch moest ik mijn klamme lijf die avond in een nette jurk hijsen, want we gingen uit eten *smiley die zit te juichen in z’n tuigje* om de verjaardag van Vriendin te vieren, en omdat het eindelijk weer eens kon. Bij de ingang van het terras stond een vrouw klaar om ons de weg te wijzen naar de tafel, nadat we onze handen hadden ingesmeerd met zo’n vieze, plakkerige desinfectiesmeersel. Er werd inderdaad netjes anderhalf meter afstand gehouden tussen de tafels, technisch gezien hadden we er niet tussendoor mogen lopen. Maar omdat we corona collectief hebben afgeschaft, maken we ons daar niet meer druk om. Wel nog even het vragenlijstje invullen, of we uit 1 huishouden komen (ja) en of we iets mankeren (nee, nee, nee, nee en nee), daarna mochten we gewoon de menukaart vasthouden en eten bestellen. Het was bar gezellig, lekker bij gekletst, goed gegeten, we hebben mekaar daarna weer terug gerold naar de auto en thuis viel ieder in z’n eigen huishouden in een voedselcoma-achtige slaap.

Na zo’n topavond moest er natuurlijk wel even uitgeslapen worden. Nu staan alle ramen weer open, in de hoop dat het een beetje koel blijft, en dan gaan we rustig aan bekijken wat de rest van deze warme dag ons gaat brengen. Fijne zonnigdag allemaal, blijf vooral kalm en probeer de slaapkamer wat af te koelen voordat je vanavond op bed gaat, dan kunnen we morgen uitgerust, scherp en veilig weer de weg op.

Reageer

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *