Beste Babette: reisblog toer naar de Gross Glockner

Beste Babette, zoals je weet zijn er de afgelopen paar weken geen kilometers gemaakt met de vrachtwagen, maar met de motor en auto. Om het verhaal en de grote bult foto’s in hapklare brokken te verdelen, zodat het later makkelijker is om nog eens terug te bladeren, heb ik hier een dagtripje uitgelicht: de dag dat we naar de Gross Glockner gletsjer reden.

Het is een beetje ingewikkeld soms, want de Gross Glockner is een gletsjer die aan een doodlopend stuk weg ligt, en om de berg over te kunnen steken moet je via de Grossglocknerhochalpenstrasse rijden, waar dan ook weer de Edelweiss-spitze naast ligt, het hoogste punt waar je via de weg heen kan rijden. Dus als ervaren toerrijders het over de ‘Gross Glockner’ hebben, dan bedoelen ze waarschijnlijk de grote bundeling van bochtige wegen, met hier en daar een tunneltje om het oversteken wat makkelijker te maken.

We reden er met een toeristische route naartoe, zodat we langs de berghutjes kwamen die vanuit het dal hoog en onbereikbaar lijken te liggen. Natuurlijk reden we ook de doodlopende weg in naar de gletsjer, waar een informatiecentrum, souvenirshop en eetgelegenheid is. Het is zo’n populaire plek, dat er een parkeergarage van 4 verdiepingen is. Rijdt via de wokkel zo ver mogelijk naar boven, dan hoef je minder ver te wandelen naar het uitkijkpunt.

Er staan vaak borden langs de weg dat je moet uitkijken voor murmeltieren die de weg oversteken. In de praktijk kom je ze maar weinig tegen, tot je bij het bordje over het randje kijkt en er meerdere ziet lopen. Of je bent onderweg naar het uitkijkpunt en er zit er toevallig eentje langs het pad, dan moet je oppassen dat je niet tegen de mensen aanstoot die in de rij staan om een foto van het grappige beestje te maken. Je kunt ook het informatiecentrum inlopen en daar een selfie maken met een murmeltier. En een ibex, een berggeit die was uitgestorven in dat gebied maar een aantal jaar geleden weer is teruggebracht door de mensen. Daarom heeft ie ook een halsband om, dan kunnen ze kijken waar de kudde rondspringt en wat ze allemaal uitspoken.

Heb je de gletsjer bekeken, dan rijd je terug naar de rotonde en kun je de weg over de bergen heen vervolgen. Onderweg kom je dan nog een gedenkhuisje tegen, waar de mensen worden herdacht die bij het aanleggen van deze weg zijn overleden. Of tenminste *smiley die z’n schouders ophaalt* dat hebben wij er maar van gemaakt, want alle bordjes zijn natuurlijk in het Duits. Even voorbij dat huisje zit een grote horeca-zaak, waarnaast het weggetje naar boven loopt naar de Edelweiss-spitze. Een mooi uitkijkpunt, er staan ook borden met de namen van de bergtoppen, zodat je weet naar welke berg en welk land je zit te kijken. Tenminste, als het niet mistig is, zoals op de dag dat wij er reden.

De Hochalpenstrasse is ook weer een tolweg. Logeer je in een hotel dat is aangesloten bij de toeristische motorrijdersbond, zoals het Blue Mountain Hotel in Verditz, dan kun je daar alvast een tolkaartje kopen met korting. Het weer beneden in het dal en boven op de berg kan nogal van elkaar verschillen. Stap je bij het hotel in de warmte op, neem dan voor de zekerheid een extra laagje kleding en dikkere handschoenen mee. Bij het uitkijkpunt bij de gletsjer is de kou geen probleem, je warmt vanzelf op als je het laatste stukje naar boven loopt, maar de rest van de weg duurt nog erg lang, zeker als je kou zit te lijden.

Deze route wordt ook veel gebruikt door autofabrikanten om nieuwe modellen te testen, de stapel van verloren deuren op de parkeerplaats onder aan de Edelweiss-spitze is daar een stille getuige van. Of de auto verstopt onder de kleden ook een concept is, of dat die gewoon de rit niet heeft overleefd en daar is achtergelaten om weg te roesten, is niet helemaal duidelijk.

Deze weg is een aanrader voor toerrijders. Het asfalt is nog wat beter dan op de Nockalmstrasse, maar er is wel meer (toeristisch) verkeer. Automobilisten zijn niet te vertrouwen, ze gaan stapvoets door bochten en geven opeens gas als je wilt gaan inhalen, of ze slaan opeens af naar een uitkijkpuntje of om ruimte te maken voor sneller verkeer. Motorrijders zijn er ook in verschillende gradaties, wij hebben onszelf inmiddels aangeleerd dat als er iemand in de spiegel opduikt, je even zwaait wanneer er ruimte is om in te halen. Op die manier weet de snellere rijder dat je hem/haar hebt gezien, en hoef je niet zenuwachtig te gaan rijden omdat er iemand in je spiegel blijft hangen. Want als er iets duidelijk wordt op dit soort wegen, dan is het wel dat je vooral niet over je eigen grenzen heen moet gaan. Mis je een bocht, dan is de kans groot dat je een muur of een afgrond treft.

Reageer

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *