Eysink 10/12 pk bij Louwman

Zo heel nu en dan kom je nog wel eens een Eysink motorfiets tegen op een oldtimermeeting, personenwagens vrijwel nooit. Logisch, de Eysink 10/12 pk uit 1912 van Louwman is het enige overgebleven exemplaar. Van de Eysink trucks en veegmachines zijn (helaas!) zelfs geen exemplaren bewaard gebleven.

Dick H. Eysink richtte in 1886 de Amersfoortse Rijwiel-, Automobiel- en Machinefabriek op. In 1897 bouwden zijn zonen Menno en August de eerste Nederlandse auto. Wikipedia over de Eysink auto’s:“Eysink staat bekend als de eerste Nederlandse autoproducent (1897) en was ook het eerste Nederlandse automerk dat alles volledig zelf maakte, inclusief motoren. In 1897 bracht Eysink de eerste Nederlandse auto op de weg. In de jaren daarna werd een groeiend aantal automobielen geproduceerd. Na een stilstand in de productie werd er in 1907 weer geadverteerd met auto’s. Men profiteerde van het stilvallen van de productie bij Spyker. Tot rond 1910 werden vooral grote auto’s gebouwd, totdat bleek dat kleine auto’s beter verkochten: Eysink probeerde het in die markt, maar was eigenlijk al te laat. Hun meest bekende auto was de zogenaamde Bèbè, een kleine auto die vlak voor de Eerste Wereldoorlog in opkomst kwam. Het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog pakte goed uit voor Eysink. De import stopte vrijwel en orders van het Nederlandse leger zorgden voor een overvolle portefeuille. Tegen 1917 liep de vraag terug, waarna de productie weer op volle toeren liep na het einde van de oorlog. Al snel daarna kwam de import van extreem goedkope Amerikaanse auto’s op gang. Eysink kon niet opboksen tegen de groeiende concurrentie uit Amerika. De hoge prijzen deden Eysink uiteindelijk de das om.
Na de oorlog werden er nog een paar auto’s gemaakt. Sinds die tijd maakte Eysink alleen nog maar fietsen en motorfietsen. Eysink heeft door de jaren waarschijnlijk iets meer dan 300 automobielen geproduceerd, waarvan er nog maar 1 bewaard is gebleven. Deze is gerestaureerd door het bedrijf Toncar.”