Binnengekomen berichten week 23 2024

“Niet alleen brood,” lacht de 27-jarige eigenrijder als we hem spreken. “Ik werk al sinds mijn 17de in het transport van hamburgers voor HAVI. Eerst als stagiaire, later als chauffeur en op de planning. En al die tijd kriebelde er iets. Hoe mooi zou het zijn om dit werk te doen maar dan op je eigen truck? Als zelfstandig ondernemer.”

Vorig jaar februari hakte Casper de knoop door. “Als ik het niet probeer, houd ik waarschijnlijk altijd dat gevoel van ‘had ik het maar geprobeerd’,” geeft hij uitleg. En nu kan het ook nog makkelijk. Mijn vriendin en ik hebben drie jaar geleden een huis gekocht en we hebben nu nog geen kinderen. Dus ben ik vorig jaar mei begonnen. Heel voorzichtig. Want het moet financieel allemaal wel passen. En ik wist écht niet hoe het zou gaan. Dus heb ik eerst een truck gehuurd.”

Casper heeft twee grote opdrachtgevers. Voor de ene rijdt hij veel brood en de andere is een grote fastfoodketen waarvan hij diverse filialen bevoorraadt. Hij kiest bewust voor transport in de levensmiddelensector. “Dit werk gaat altijd wel door en bovendien geniet ik hier echt van. Het is een combinatie van rijden, heel veel manoeuvreren op plaatsen waar je denkt ‘dat past niet’, sjouwen met rolcontainers en veel contact met de afnemers. Het is een mooie balans van én lekker sturen én toch zo’n 13.000 stappen per dag maken. Dat eerste jaar was echt super.”

Maar er ontbrak nog een ding: een eigen truck. En dan precies zoals Casper hem wilde hebben als ultiem visitekaartje van zijn bedrijf CNJ Transport uit Leusden. Na een korte oriëntatieronde, zat hij al spoedig met de Scaniadealer uit Nijkerk om tafel. “Die hebben mij uitstekend geadviseerd. En dus is het een 460R geworden. Met luchtvering rondom voor het comfort, de zuinige Super-aandrijflijn voor de economie en het gewone dak voor de old skool look die mij voorstond. Zij hebben ook de lease en de verzekering verzorgd. Een onderhoudscontract maakt het af: zo weet ik precies waar ik maandelijks aan toe ben en kan ik zorgeloos starten.”

“Ik ben altijd al een Scania liefhebber geweest. En nu er dan eentje komt met mijn naam op de deur, wil ik hem ook precies zo hebben als in mijn droom. Nou niet helemaal. Want dan had er naast mijn naam ook nog een V8 schildje op de deur gezeten. Maar je moet wel realistisch blijven: als beginnende nationaal rijdende ondernemer kun je met 460 pk uitstekend uit de voeten met een lading brood achterin. En het kan dan wel eigenrijder heten, maar je bent toch in eerste instantie ondernemer.”

De truck is verder precies opgebouwd zoals Casper hem graag wil hebben. Zo heeft het voertuig o.a. een oldskool lichtbak met twee Michelin poppen, luchthoorns, toplampjes, een onderlip, vlonder, latten onder de skirts, breedtepalen en dubbelbranders. Ook met het spuitwerk is er flink uitgepakt. “Hij moest Toyota blauw worden. Met een zwarte band en witte accenten. De stalen velgen zijn in de kleur mee gespoten. En binnen heb ik het dashboard gedeeltelijk in RAL 9010 wit laten spuiten. Maar niet de knoppen hoor, dat gaat te ver. Er zit een luxe interieur in en ik heb de vloer laten customizen. Maar verder is de enige uitspatting die ik mij veroorloofd heb een cremekleurig driespaaks retrostuurwiel. Ja ik weet het, die heeft geen airbag. Maar ik vind dat zó fijn sturen. Bovendien heb ik de auto met retarder en ACC gekozen. En heeft Scania van zich zelf een uitstekend AEB-systeem. Dus durf ik dat wel.” Aangezien veel losadressen zich in stedelijke gebieden bevinden is de truck uitgerust met diverse camera’s voor beter zicht rondom.

De auto werd opgebouwd door Opbouwer in Scherpenzeel en gespoten door Van Winkoop. “Dus nu gaat het echt beginnen. Waar ik over vijf jaar wil staan? Eigenlijk weet ik het niet. De transportprijzen zijn goed en ik verwacht dat er werk genoeg zal blijven omdat er steeds minder handjes zijn. Dus ik denk dat het met mijn droom om zelf met een eigen truck de weg op te gaan wel goed komt. En misschien krijg ik morgen een geweldig aanbod en heb ik no time een twee auto staan. Maar veel meer moet het niet worden. Teveel personeel lijkt mij helemaal niets.”

Yasmeen Koloc started playing tennis when she was 4 years old. She played competitively for 11 years before a wrist injury stopped her in her tracks. Inspired by her father Martin Koloc, two-time European truck champion in the 90s and CEO of Buggyra ZM Racing, and her twin sister Aliyyah who races in the 24h Series and the FIA W2RC, she tried racing cars for the first time at 16. “When I saw my sister racing, I wanted to try as well, and I loved it right from the start,” Yasmeen says about her beginnings in racing. “I initially started on the simulator, but shortly afterwards I went straight into racing in the Clio Cup. Then I tried Formula 4, off-road rallying, and GT4 endurance racing. I really trained on the job, so to speak, as I didn’t have any racing experience in karting or elsewhere beforehand.”

Learning by doing
The same can be said about how she started working in engineering. “When I had an accident in Spa two years ago, I hurt my wrist quite badly. Since then, I have been recuperating but I am still not back to 100%. As I haven’t been able to drive myself, but still went to the races with the team, last year the team engineers joked with me and said I should help them with the engineering side of the race. As I successfully completed an MBA in motorsports, specializing in motorsports engineering, I thought to myself ‘why not?’,“ Yasmeen remembers.

This year is Yasmeen’s first full season as a junior performance engineer, working alongside the more experienced engineers of Buggyra ZM Racing. “No day is the same, but some of my tasks include collecting data from the car, monitoring tire and fuel use, reading onboards, or helping to set up the car. Recently, I have also been learning about race strategy. That’s quite hard but I really enjoy it!”

Once a racer, always a racer
Being a racer herself is a big advantage in her engineering work. It helped her at the start of her new job as she had seen the engineers at work many times before, so it wasn’t a completely new experience for her. But more importantly, she understands the driver and the car. “Being a race driver for sure helps my work today,” Yasmeen explains. “As a racer, I can feel the car. So now as an engineer, I have the advantage that I know what the car feels like, even though I am not sitting in it. I can say what works and what doesn’t. Or I can set a fast lap on the simulator, and we develop our race car to that.”

As if that wasn’t enough, Yasmeen has also been working as a driver coach at Buggyra Academy, a place where young talented racers are trained to move up the motorsport ladder. “As I have experience in racing, I coach some of the kids that are learning in our Buggyra Academy. I train them on the simulator, so they get to know the track. I help them to prepare as best as possible for the race itself, and to become a good racer on and off the track,” she explains.

Working with her sister
Yasmeen’s twin sister Aliyyah started racing a year before her and has been racing ever since. After having tried different series like Yasmeen, for the last two years Aliyyah has been focusing on GT endurance racing and off-road rallying, including the world-famous Dakar. In the beginning, working with Aliyyah in her new role took some getting used to for Yasmeen. “At first, it was a little strange and I was sad that I wasn’t driving. But I discovered a new role, and it is really fun working with Aliyyah in that new role. We are close, so she usually comes to me first with any questions she might have or to talk about the race. Plus, I have all the data from my sister’s driving now which is a great learning experience for me!,” Yasmeen says.

Sinds 2012 is Pon Luxury & Performance Cars de officiële partner en exclusieve distributeur van Bugatti in Nederland. Het Koopmanshuis op de Pon Campus in Leusden was sindsdien de locatie waar klanten en liefhebbers het merk in ons land konden beleven. Aan dat tijdperk komt nu een einde, met de verhuizing van Bugatti naar de Maasstad.

BUGATTI EN RIMAC: SAMEN ÉÉN
Bij Carport Rotterdam is Bugatti gevestigd op de derde verdieping van het indrukwekkende onderkomen van Pon Luxury & Performance Cars. Daar wordt het merk binnenkort vergezeld door het nieuwe, elektrische performance-merk Rimac. Bugatti en Rimac delen er ook een gezamenlijke lounge voor bezoekers. Later dit jaar volgt de officiële gezamenlijke opening van Bugatti en Rimac in Carport Rotterdam, maar gisteravond nam Bugatti alvast een voorproefje, samen met tal van klanten en VIP-genodigden.

CHIRON & VEYRON
De nieuwe showroom van Bugatti Rotterdam is geheel ontworpen op basis van de nieuwe corporate identity van het merk uit Molsheim. Op de derde verdieping biedt de vestiging plaats aan twee Bugatti-modellen en momenteel zijn er de Chiron en Veyron te bewonderen. Aanvullend beschikt de showroom over een speciale configuratieruimte waar klanten hun nieuwe Bugatti tot in het allerkleinste detail op maat kunnen samenstellen.

Op de begane grond van Carport Rotterdam is aanvullend exclusief voor Bugatti een workshop ingericht waar klanten vanaf nu terecht kunnen voor het onderhoud van hun Bugatti.

“Al bij de eerste oogopslag is de Transporter – die op alle fronten volledig nieuw is ontworpen – direct te herkennen als opvolger van de T6.1 en een lid van de Bulli-familie”, vervolgt Kirzinger. “Het design volgt consistent het iconische Bulli-DNA. Dat wordt en profil meteen duidelijk in de karakteristieke contourlijn onder de zijramen, die we de Bulli-lijn noemen. Dit unieke DNA is overal in het exterieur design terug te vinden en maakt de nieuwe Transporter tot het origineel in zijn klasse.”

Het design van de nieuwe Transporter in hoofdlijnen
Front: Accenten van de T5 komen terug in de vorm van de radiatorgrille, die van de T6.1 in de koplampen en features van de T1 zijn te herkennen in de iconische strakke lijnen. In de nieuwe Transporter zijn deze kenmerken echter aanzienlijk geëvolueerd. Tegelijkertijd is dat design ook al verwerkt in het huidige Bulli-gamma. “Het ontwerp van de voorzijde van onze zevende-generatie Transporter maakt meteen duidelijk dat hij lid is van de Bulli-familie, als aanvulling op de Multivan en ID. Buzz.”

En profil: Het zijaanzicht van de Transporter, die 5.050 mm tot 5.450 mm lang is, wordt gedomineerd door het ‘cleane’ design dat zo typerend is voor een Bulli. “Net als bij de T6.1 hebben we de bovencontour van de koplampen in een lijn doorgetrokken naar de flanken. Deze lijn loopt helemaal door naar de achterzijde en creëert daarboven een uitgesproken lineaire kromming: de Bulli-lijn. Deze lijn scheidt het bovenste en onderste deel van de carrosserie en vormt een eerbetoon aan de T1”, licht Kirzinger toe.

Ook het aanbod aan Transporter-velgen – 16, 17 en 19 inch – is nieuw ontworpen. Opvallend zijn de 19 inch Indianapolis lichtmetalen velgen met diamantgeslepen velgrand en zes zwarte spaken en binnenvlakken. De tankklep van de diesel- en plug-in hybrideversies die in de B-stijl van de carrosserie is geïntegreerd, is wederom optimaal toegankelijk, zoals bij de T6.1 en de grote Crafter. De laadpoort van modellen met plug-in hybride- en volledig elektrische aandrijving bevindt zich onder de rechter koplamp.

Achter: De achterzijde van de nieuwe Transporter heeft een homogeen design en krijgt daarmee de heldere en karakteristieke trekken van een Bulli. De bestelbus wordt opnieuw leverbaar met keuze uit een achterklep of twee achterdeuren. Hoewel volledig nieuw ontworpen en technologisch doorontwikkeld, slaat de opvallende vorm van de achterlichten met LED’s naar de zijkanten toe een stilistische brug naar de T5.

“Via een horizontale lijn onder de achterruit en een zwarte handgreepstrip boven de kentekenplaat hebben we een gladde horizontale strook tussen de C-vormige achterlichtunits gecreëerd, die we hier ook gebruiken om het iconische design van de nieuwe Transporter te onderstrepen”, aldus Kirzinger. “Zoals altijd bij een bedrijfswagen van Volkswagen is er geen lijn die niet logisch is. De beschreven horizontale lijnen onder de achterruit en boven de handgreeplijst zijn daar een goed voorbeeld van. Ze omlijsten het Volkswagen-logo en lopen tot op de millimeter nauwkeurig door tot in de achterlichten.”

Vorm volgt dus opnieuw functie, ook bij deze zevende-generatie Transporter. Andere voorbeelden zijn de achterklep of achterdeuren: hun uitsparing reikt tot ver in de bumper, wat resulteert in een lage tildrempel van slechts 575 mm tot 638 mm (afhankelijk van de versie).

De elektrisch aangedreven Lion’s City E Low Entry is door MAN Truck & Bus in eerste instantie ontwikkeld met het oog op de Nederlandse markt. Het Nederlandse OV kenmerkt zich door relatief veel zitplaatsen die in de rijrichting zijn geplaatst. De MAN Lion’s City E Low Entry koppelt dat aan maximale flexibiliteit door de mogelijkheid een grotere afstand tussen het meubilair te bieden. Al direct na de introductie bleek ook buiten Nederland grote interesse te bestaan voor het slimme en flexibele concept. Inmiddels wordt de Lion’s City E Low Entry in diverse Europese landen ingezet.

Een bus met pluspunten
De MAN Lion’s City E LE is ontworpen met een heldere en duidelijke visie: het mogelijk maken van emissievrije mobiliteit in steden, zonder daarbij concessies te hoeven doen. Daarom is het accuconcept modulair. Voor een zo groot mogelijke actieradius – maximaal 350 kilometer – kunnen vervoerders kiezen voor het maximale aantal accupakketten. Door een of meer accupakketten te verwijderen, ontstaat extra ruimte voor passagiers. Bovendien worden de laadtijden hierdoor korter. De accu’s zijn in 2,5 – 5,0 uur te laden. De energie die bij het remmen wordt teruggewonnen (recuperatie), wordt omgezet in stroom waarmee de accu eveneens wordt opgeladen.

Slim en efficiënt: de eManager
Bij inzet van Lion’s City E Low Entry-modellen biedt MAN de eManager aan. Met behulp van deze digitale partner zijn de laadmomenten van de bussen eenvoudig en zorgvuldig te plannen, en staat de bus op het gewenste tijdstip klaar met de benodigde acculading. De eManager houdt de batterijstatus continu in de gaten en helpt bij een slimme routeplanning. Daarmee wordt de inzet van een Lion’s City E Low Entry nog efficiënter.

Comfort voor iedereen
Afhankelijk van de gekozen uitvoering en configuratie biedt een Lion’s City E Low Entry 33 tot 60 zitplaatsen. Daarbij zijn er ruim voldoende staanplekken beschikbaar. Door de Low Entry-opzet is de toegankelijkheid voor rolstoelen en kinderwagens optimaal. De stille elektrische aandrijving draagt bij aan het hoge comfortniveau.

De chauffeur beschikt over een verstelbare stoel die optimaal comfort biedt. Dankzij het ergonomische bedieningsconcept zijn alle belangrijke functies onder handbereik. Het digitale display zorgt ervoor dat de vitale informatie in een oogopslag zichtbaar is. Ook daarmee wordt het rijden in een Lion’s City E Low Entry eenvoudiger en makkelijker.

Praktijkervaring: demo én een dedicated OV-team in Nederland
In lijn met de komst van de Lion’s City E Low Entry heeft MAN de OV-tak van de organisatie aanzienlijk verder uitgebreid en versterkt. Een dedicated team ondersteunt OV-aanbieders niet alleen bij de configuratie van de ideale elektrisch aangedreven busvloot, maar ook bij een zo efficiënt mogelijke inzet ervan. Uiteraard biedt MAN ook op andere fronten een buitengewoon hoog serviceniveau.

Foton, a commercial vehicle company under BAIC Group in China, shares the same commitment with Iveco Group to promote the green transformation of the global automotive industry, pursuing multiple routes through new energy technologies such as pure electricity, hybrid and hydrogen fuel cells for commercial vehicles. The potential cooperation will also support Foton to further advance its globalisation strategy.

This partnership is part of Iveco Group’s overarching electrification strategy to extend its light commercial vehicle line-up to the Gross Vehicle Weight (GVW) category that falls below the iconic DAILY range of GVW 3.5 – 7.2 tons, adding both chassis cab and panel van all-electric models under the GVW 3.5-ton threshold.

With Foton, Iveco Group will investigate the option of utilising the IVECO sales channels for the commercialisation of an electric panel van in Europe and South America in the lightest category of up to GVW 3.5 tons. The future panel van will potentially positively impact the regional and local supply chains in Europe and South America, in addition to further supporting the growth of the IVECO point of sales and workshop network. Earlier this year, Iveco Group also signed a supply agreement with Hyundai Motor Company for an electric GVW 2.5 – 3.5-ton chassis cab to be sold and serviced in Europe by IVECO. Iveco Group’s collaborations with Foton and Hyundai aim to create a comprehensive line-up of electric commercial vehicle offerings weighing less than its iconic DAILY.

The MoU between Iveco Group and Foton is also opening the two companies to joint exploration of additional future synergies, including the possible localisation of activities in Europe and South America, to be evaluated at a later stage. Supply opportunities including through Iveco Group’s powertrain brand FPT Industrial, will also be discussed.

Present during the signing were a delegation from Iveco Group including Gerrit Marx, CEO; Luca Sra, President of the Truck Business Unit; Sylvain Blaise, President of the Powertrain Business Unit; Marco Liccardo, Chief Technology & Digital Officer; Angela Qu, Chief Supply Chain Officer; and Ángel Rodríguez Lagunilla, Chief Manufacturing Officer; and leadership from Foton, including Chairman Chang Rui; Executive Vice President Lu Zhenghua; Vice President Chen Qingshan; Vice President Qin Zhidong; Vice President of International Cooperation Ma Rentao; and Vice President of Power Transmission Feng Jing.

De Actros L Edition 3 die in gebruik is genomen is in veel opzichten een unieke auto. Jeroen Smit, Key Accountmanager Trucks bij dealer Gomes Noord-Holland, legt uit: “De Edition 3, op zich al een zeer exclusieve verschijning, is zo goed als altijd uitgevoerd als trekker, maar dit is een 480 pk sterk, rondom luchtgeveerd, Lowliner chassis. Hierdoor kunnen auto’s in de hoogte geladen worden. Bovendien heeft deze een custom opbouw, waardoor op het trekkende gedeelte van de combinatie 3 auto’s mee kunnen. Er is geen enkele Actros L Edition 3 die zo is uitgerust. Dan is er ook nog een op maat gemaakte aanhangwagen waarop de berger eveneens 3 auto’s kwijt kan. Deze is gespoten in de typische Edition 3-tint Maansteen Grijs. Dit, naast de vele speciale optische aanpassingen, maakt het nieuwe repatriëringsvoertuig van Hoogwout tot een waar unicum in de truckwereld.”

Gomes en Hoogwout al jaren partners
De aflevering van deze speciale Actros L Edition 3 is een logisch gevolg van een sterke en verregaande samenwerking tussen Hoogwout Berging en Gomes Noord-Holland. Smit: “Hoogwout is onze partner voor het operationele gedeelte van de berging van alle auto’s van onze klanten. Collega Dennis Ton rijdt daarbij al jaren op een Actros en is ambassadeur voor het merk: als truckvlogger deelt hij namelijk video’s van zijn bergingsavonturen door heel Europa. Omdat het trekkende gedeelte en de trailer gemakkelijk los te koppelen zijn, heeft hij de flexibiliteit om op de meest bijzondere plekken te komen. Toen Maarten Pels (directeur Hoogwout, red.) vertelde dat hij iets speciaals zocht voor de laatste dienstjaren van Dennis zei ik meteen: “Als je écht het maximale wilt doen, dan kun je de Actros Edition 3 overwegen. Ik vertelde over de zeer luxe uitrusting en de gelimiteerde oplage van 400 stuks. “Ga het maar regelen”, zei Maarten.”

“Zoals de chauffeur het wil”
Bij de opbouw van een speciale bergingscombinatie als deze komt veel kijken. Jos Hotting, wagenparkbeheerder bij Hoogwout Berging, legt uit: “Tijhof Autotransportsystemen uit Almelo heeft de combinatie technisch tot in de puntjes op elkaar laten aansluiten en het – zoals altijd – precies zo gedaan als wij het willen. Zo is bijvoorbeeld de brandstoftank een aantal centimeter verplaatst, om net even meer bergruimte te creëren voor de chauffeur. Vervolgens hebben de heren van Gomes het geheel helemaal naar onze smaak ingericht: de truck is in de huisstijl van Hoogwout voorzien van lichtbak, verstralers en werklampen. Die laatste zijn nog eens extra bijzonder, omdat ze zijn ingebouwd in het plaatwerk. In plaats van opbouw kiezen we daar wel vaker voor: het geeft een nette uitstraling. Normaal gesproken is al ons materieel uitgevoerd in knalgeel, maar voor deze wilden we graag een uitzondering maken. De herkenbare, exclusieve kleur hebben we doorgevoerd in de trailer. Zo blijft het een échte Edition 3.”

Probleemloze kracht
Jos Hotting is blij met het resultaat. Hij vertelt: “Gomes en Tijhof hebben geweldig werk verricht. Hierbij wil ook nog even vermelden dat ik zeer te spreken ben over de service, kennis en toewijding van afleverspecialist Joey Grandiek en monteur Tiemen Groot. Zij stonden altijd voor ons klaar, namen onze wensen steeds mee en boden inzicht en flexibiliteit. En ik was al tevreden hoor, over Mercedes-Benz Trucks en Gomes: de vorige Actros van Dennis is nu ruim 7 jaar in gebruik en heeft er bijna een miljoen kilometer op staan. In die tijd is deze truck een ronduit probleemloze kracht geweest in ons wagenpark. Er is eens een turbo vervangen en een radiator, maar dat was het ook wel. Met zo’n kilometerstand vind ik dat indrukwekkend. Deze nieuwe truck zal het ook weer goed gaan doen. Het begin is in elk geval goed: ik heb Dennis nog nooit zo happy gezien!”

Van tevoren was al duidelijk dat het weer een grote invloed op de 52e editie van de jaarlijkse 24-uursrace op de Nürburgring zou hebben. Op donderdag verliepen de eerste beide trainingen al onder wisselende omstandigheden, terwijl de derde kwalificatie op vrijdag op een droge baan plaatsvond, maar met name voor zaterdag werden regen en mist voorspeld. In de gecombineerde uitslag van de drie kwalificatiesessies eindigde de auto van Coronel en zijn teamgenoten op de zevende plaats in de klasse, wat dus ook de startplaats van het team voor de race was. “Bepalend was hoeveel verkeer je tegenkwam, je moest net even mazzel hebben”, zei Coronel. “In één sector heb ik een goede vier seconden verloren. Dat was dus jammer, maar voor de rest zat ik er gewoon bij en ging het echt goed.”

Op zaterdag startte de race om 16.00 uur, terwijl het al tijdens de formatieronde begon te regenen. Coronel nam de start in de Porsche met het startnummer 127 voor zijn rekening en vertrok op regenbanden. Dat bleek de juiste keuze: hij stoomde vanaf de zevende startplaats direct op naar voren en nam nog op het Grand Prix-circuit de leiding in de klasse, waardoor hij zijn startgroep de Nordschleife op voerde. “Aan de leiding rijden was superspannend, want je moet zelf het wegdek aanvoelen, hoeveel grip er is, maar dat ging gelukkig allemaal goed”, meldde hij naderhand. Tijdens zijn stint vocht Coronel een mooi duel uit met een van de andere Porsches, waarbij de twee 911’s elkaar in het verkeer een paar keer afwisselden aan de leiding in de klasse. Uiteindelijk wist Coronel aan het eind van een dubbele stint de auto als leider in de klasse binnen te brengen voor de rijderswissel.

Nadat ook zijn teamgenoten hun stints hadden afgewerkt, stapte Coronel op de late zaterdagavond weer in. Toen werden de omstandigheden echter bijna met de minuut slechter. Zijn relaas: “Ik reed bij Schwedenkreuz, waar we normaal gesproken 250 rijden, en ik zei al tegen het team via de boordradio: ‘Dit geloof ik gewoon niet!’. Ik had alleen maar de witte lijn om me aan te oriënteren, zo weinig zicht was er. En inderdaad werd een halve ronde later de rode vlag gezwaaid als teken dat de race gestaakt werd. Het was ook echt niet te doen.” Vanuit de wedstrijdleiding kwam na de onderbreking rond 23.30 uur het bericht dat er in ieder geval tot 7.00 uur op zondagochtend niet zou worden gereden.

Daarmee begon het lange wachten. “Ik ben lekker naar mijn campertje gegaan en heb geslapen, want er was verder toch niks wat we konden doen”, aldus Coronel. Ook op zondag werd de situatie er niet beter op. Uiteindelijk werden er vanaf 13.30 uur nog vijf ronden achter de safety-car gereden, maar een herstart op racetempo zat er vanwege aanhoudend slecht zicht op meerdere plaatsen niet meer in, zodat de wedstrijdleiding de race tenslotte voor beëindigd verklaarde.

Dat de verkoop van EV stagneert, komt met name komt door de onzekerheid over het voortzetten van de korting in de bijtelling na 2025. Ondanks de lichte daling in het aantal registraties, verwachten de brancheorganisatie voor heel 2024 een verkoop van 360.000 auto’s.

Top 5 meest geregistreerde merken in mei 2024
1. Kia (3.328 registraties, 11,7% marktaandeel)
2. Volvo (3.089 registraties, 10,9% marktaandeel)
3. Toyota (2.163 registraties, 7,6% marktaandeel)
4. BMW (1.716 registraties, 6,1% marktaandeel)
5. Volkswagen (1.690 registraties, 6% marktaandeel)

Top 5 meest geregistreerde modellen in mei 2024
1. Kia Niro (1.414 registraties, 5% marktaandeel)
2. Tesla Model Y (1.126 registraties, 4% marktaandeel)
3. Volvo EX30 (1.063 registraties, 3,8% marktaandeel)
4. Volvo XC40/EX40 (869 registraties, 3,1% marktaandeel)
5. Kia Picanto (704 registraties, 2,5% marktaandeel)

Meest geregistreerde EV-modellen in mei 2024
1. Tesla Model Y (1.126 registraties, 11,6% marktaandeel)
2. Volvo EX30 (1.063 registraties, 11% marktaandeel)
3. Kia Niro (711 registraties, 7,3% marktaandeel)
4. Volvo XC40/EX40 (536 registraties, 5,5% marktaandeel)
5. Tesla Model 3 (527 registraties, 5,4% marktaandeel)

“We hebben ons marktaandeel op de Europese markt in de afgelopen twintig jaar verdrievoudigd en de fabriek in Slowakije heeft daaraan aan belangrijke bijdrage geleverd. Met name de hier gebouwde Sportage en de Ceed-modellen staan aan de basis van ons succes in deze regio”, zegt Marc Hedrich, President van Kia Europe.

Kia Slowakije produceert momenteel bijna 1.500 exemplaren van de Ceed-modellen en Sportage per dag. In de afgelopen jaren waren Groot-Brittannië, Duitsland, Zweden en Spanje de grootste exportlanden. De fabriek investeert doorlopend om de efficiency te verhogen, de veiligheid van werknemers te vergroten, de impact op het milieu te verminderen en maximale klanttevredenheid te garanderen.

Kia Slowakije heeft zich in de afgelopen decennia ontwikkeld tot een grote speler in de regio. Zo heeft de onderneming via een stichting, die in 2013 werd opgericht, een verscheidenheid aan projecten ondersteund op het gebied van onderwijs, gezondheidszorg, milieu en inclusie. De productiefaciliteit heeft momenteel ongeveer 3.800 mensen in dienst en werknemers blijven er gemiddeld 11 jaar in dienst. Zo’n 1.300 medewerkers werken al ruim vijftien jaar voor Kia Slowakije. Het bedrijf heeft zich in de afgelopen twintig jaar dan ook bewezen als een stabiele werkgever en als een strategische partner van de stad Žilina en omliggende gemeenschappen.

Ook het Vehicle Processing Center (VPC) van Polestar in België draait nu op 100% hernieuwbare elektriciteit. In het VPC worden de modellen van Polestar gereedgemaakt voor aflevering aan Europese klanten, waarbij ze ook worden opgeladen met groene stroom.

Terwijl de productie van de Polestar 3 en Polestar 4 wordt opgevoerd, gaat Polestar in eerste instantie zo’n 65% van de uitgaande vrachttransporten over zee uitvoeren met hernieuwbare brandstof. Dit betreft de routes van Azië naar het VPC in Zeebrugge, België. Polestar is ook van plan om in de tweede helft van het jaar hernieuwbare brandstoffen toe te passen in de zeevracht vanuit Noord-Amerika, wanneer de productie van de Polestar 3 gaat starten in South Carolina. Door het gebruik van B30 Biobrandstof, die 30% Fatty Acid Methyl Esters (FAME) bevat, kunnen de emissies van deze transporten over zee met ongeveer 20-25% worden verminderd, vergeleken met conventionele zwavelstookolie.

Polestar heeft ook stappen ondernomen om de intercontinentale inkomende zeevracht voor productiematerialen en de distributie van reserveonderdelen koolstofvrij te maken. Deze transporten verlopen nu voor 100% op FAME-brandstof, waardoor de uitstoot van broeikasgassen met 84% is verminderd in vergelijking met fossiele brandstoffen. De FAME-brandstof is gebaseerd op hernieuwbare bronnen, waaronder afvalolie. Er worden geen grondstoffen gebruikt die verband houden met palmolie of palmolieproductie.

Jonas Engström, Head of Operations bij Polestar: “Onze nieuwste maatregelen vormen samen een belangrijke stap om de doelstelling van Polestar, klimaatneutraliteit bereiken in 2040, te halen. Echt klimaatneutraal worden betekent het elimineren van alle broeikasgasemissies in onze activiteiten en in alle fasen van de levenscyclus van onze auto’s. En daar hoort ook de uitstoot van onze toeleveringsketen bij. Nu we een versnelde groeifase ingaan, waarbij ons modellengamma en onze productievoetafdruk groeien, leggen we ook extra nadruk op het vinden van duurzame logistieke oplossingen.”

Het begon in 1924 met een paard en wagen voor een bodedienst naar Rotterdam. Honderd jaar later telt Verwaal Transport 44 vrachtwagens, waarvan 16 met kraan. Het familiebedrijf richt zich op hoog, lang en breed transport.

Jubileumlogo
Kees Zanen (60) gaat in de nieuwe MAN TGX 26.480 6×2/4 jubileumtruck rijden. Hij was er al weken voor de aflevering druk mee, zo vertelt directeur Jan Verwaal. “Onze slogan is ‘uitzonderlijk in vervoer’, en Kees is dan ook een uitzonderlijk chauffeur”, zo vertelt hij. Kees is al 43 jaar bij Verwaal Transport in dienst. “Dit is Kees’ laatste auto”, vertelt Verwaal. “Met deze auto wil hij zijn pensioen halen.”

Speciaal voor de jubileumtruck heeft de MAN de grootste GX-cabine gemonteerd. Rondom siert het speciale jubileumlogo de vrachtauto. Ook achterop de cabine, boven de voorruit en in de onderbroken band boven de zijruiten is dit speciale logo te vinden.

Wederzijds respect
De 6×2 trekker is voorzien van een gestuurde voorloopas. Rondom is de MAN voorzien van glimmende, lichtgewicht Alcoa-velgen die uitstekend staan bij de felrode lak. Achter de cabine zijn RVS-kisten opgebouwd voor gereedschap en bindmateriaal. De MAN is voorzien van digitale aslastindicatie. Een Climatronic standairco en -kachel ontbreken eveneens niet, net zoals adaptive cruise control met stop&go.

“De jubileumtruck moest een MAN worden”, stelt Verwaal. Met name dankzij een aantal overnames rijden er meerdere merken bij Verwaal Transport, maar de band met MAN en Leeuwen Truck & Vans uit Waddinxveen is hecht. Al vanaf de jaren ‘80 rijdt het bedrijf voornamelijk met het merk. “We hebben een heel goede relatie met de garage en de vertegenwoordigers van Leeuwen Trucks & Vans, en met de familie Van Leeuwen. We begrijpen elkaar, we worden snel geholpen en er is wederzijds respect”, aldus Verwaal.

Anlässlich des Produktionsjubiläums hat das Werk auch das Fahrzeug aus der Sammlung geholt, das 1978 als allererstes Fahrzeug mit Stern in Bremen vom Band lief: ein Mercedes-Benz S123 T-Modell.

„Das Produktionsjubiläum von 10 Millionen Fahrzeugen untermauert einmal mehr die Effizienz und Flexibilität des Standorts Bremen. Ich gratuliere allen Kolleginnen und Kollegen zu dieser herausragenden Teamleistung. Ihr Engagement, Ihr Herzblut und Ihr Anspruch, für jeden Kunden den perfekten Mercedes-Benz zu bauen, machen die Erfolgsgeschichte dieses Werks erst möglich.“
Jörg Burzer, Mitglied des Vorstandes der Mercedes-Benz Group AG, Produktion, Qualität und Supply Chain Management

„Anlässlich dieses eindrücklichen Jubiläums lohnt sich ein Blick in die Vergangenheit: 1978 rollte unser erster Pkw vom Band, heute feiern wir das 10-millionste Fahrzeug made in Bremen. Das ist für unser Werk ein besonderer Meilenstein. Ich freue mich sehr und bedanke mich herzlich bei allen Kolleginnen und Kollegen, die an den 10 Millionen Fahrzeugen mitgebaut und damit Bremer Automobilgeschichte geschrieben haben. 2019 waren wir das erste Werk, das elektrische Fahrzeuge in die Großserienfertigung integriert hat – seitdem bauen wir elektrisch und sind damit als Werk für die Zukunft gut aufgestellt. “
Michael Frieß, Standortverantwortlicher und Leiter Produktion des Mercedes-Benz Werks Bremen

„Es ist für alle Bremerinnen und Bremer wirklich ein Grund zu feiern, dass wir in so kurzer Zeit so viele Fahrzeuge mit dem Stern bauen konnten. Für mich ganz persönlich sind 10 Millionen Fahrzeuge eine sehr imponierende Zahl. Wir haben eindrucksvoll gezeigt, dass hier in Bremen Autobauen Mannschaftssport ist.
10 Millionen Fahrzeuge aus Bremen sind für mich ein Beweis für die Qualitätsarbeit aller hier im Werk – am Fahrzeug direkt oder „umzu“, wie wir hier sagen. Ich bin stolz darauf, dass wir mit unserer Bremer Leistung gemeinsam eine hervorragende Grundlage für weitere Millionen Fahrzeuge gelegt haben.“
Michael Peters, Vorsitzender des Betriebsrats des Mercedes-Benz Werks Bremen

Het S-Strap ladingzekeringssysteem, dat Imbema sinds kort voert, staat voor ‘Supersnel Spanband Systeem’. Want de S-Strap vergemakkelijkt het werk van een chauffeur enorm. Je schuift de zijkant open, belaadt je trailer en trekt vervolgens de spanbanden vanuit het dak naar beneden over de lading heen. Je ratelt de banden vast met de al gereedhangende ratel en klaar is kees.

Eenmaal op het losadres haal je de spanning van de ratel af, trek je het losse eind eruit en laat je de spanband los. Door het elastiek trekt de spanband zichzelf tegen het dak van de trailer aan, waar hij vervolgens dankzij een magneet rammelvrij blijft hangen. Direct klaar voor de volgende inzet.

Daarmee is de S-Strap een supersnel spanband systeem met alleen maar voordelen. Je hoeft hem niet om te gooien en hij zit nooit gedraaid, waardoor de spanband inwendig niet kan verzwakken en veel langer meegaat. Maar het grootste voordeel is toch wel dat je niet elke keer een half uur bezig bent met het oprollen van je banden. Waarna ze eenmaal opgeborgen, vaak toch weer door elkaar raken. Als je al een kist hebt om 22 spanbanden in op te bergen.

De S-Strap maakt niet alleen het werk van een chauffeur stukken makkelijker en prettiger. Hij rijdt ook een stuk veiliger. En het scheelt enorm veel tijd. Want met het vastzetten en ontzekeren van de lading en het oprollen van de spanbanden, gaat zomaar een uur per volle trailer verloren. Dus ook de baas vaart er wel bij. Want op een wagenpark van 15 auto’s, geeft dat zo een hogere inzetbaarheid van 20 uur per week. Alleen daarmee al verdient de investering zich in korte tijd terug.

Het S-strap ladingzekeringssysteem is ontworpen voor een schuifzeiltrailer. Er zijn twee systemen die in de basis hetzelfde werken. Het verschil zit hem in de zijdelingse verstelling. Bij het standaardmodel hangen de spanbanden gemonteerd op vaste afstand van elkaar. Prima als je voornamelijk (blok)vracht pallets vervoert.

Maar bij stukgoed is dat anders. Dan heb je baat bij het S-Strap slide systeem, waarbij je de spanbanden op een rail kunt verschuiven en op de juiste plaats over de lading recht naar beneden kunt trekken.

Gemiddeld heb je 15 spanbanden op een trailer nodig. Maar als je elke rij pallets met twee spanbanden wilt of moet vastzetten, worden het 22 spanbanden.