Beste Babette (deel 57) reisverslag met de Franse Slag


Beste Babette, zoals gezegd vertrokken we pas donderdag naar het vakantiehotel. Aangezien Wingman en ik allebei niet zo goed zijn in vakantievieren, lagen we woensdag iets te laat op bed “want het is toch vakantie!” en vertrokken we donderdag dus een half uur later dan gepland. We worstelden ons door de Nederlandse spits. Onderweg moest er ook nog getankt en wat gegeten worden, ik zou toch zweren dat we nog in Nederland zaten, maar op de balie van de bakkerij waar je ook liters diesel of benzine kon afrekenen, stond een bordje met ‘pastry’ en een rijtje Engelse lekkernijen waar je uit kon kiezen. Wingman snakte naar een krossantje, ik koos voor een gezond klinkend oot koekie *smiley die verbaast om zich heen kijkt* een oot koekie, zei ik tegen de mevrouw achter de kassa, kijk hier staat het, op het lijstje met peestries. De vrouw pakte een koek achter het glas vandaan, keek nog eens naar de lijst met peestries en naar de koek, liep verdwaasd naar een collega in de keuken achter de kassa (de broodjes worden daar dus wel echt vers belegd) en kwam terug met het nieuws dat een oot koekie word gemaakt van oot miel, tsjoklut en krenberries. Dat is havermoutmeel, chocola en uhm, wat zijn krenberries in het Nederlands? “Cranberry,” zeg ik, “die rode besjes die goed zijn tegen blaasontsteking.”. Niet normaal, we waren de landsgrenzen nog niet eens voorbij, en er was al een taalprobleem aan het ontstaan. De grens met België was vrij duidelijk. We gingen van een gladde snelweg met grote klaverblad constructies naar knip-en-plakwerk, vreemde op- en afrit constructies waar opeens en rotonde in zit en wegwerkzaamheden waarbij 6 kilometer lang een rijbaan was afgesloten voor 3 mannen en een kraantje die ergens in de middenberm aan het studderen waren. Vervolgens pikten we een stukje Duitsland mee, waar ook vele kilometers lang een rijstrook was afgezet *smiley die aan het stuur knaagt* en waar je gewoon helemaal niemand ziet werken. Daarna reden we dan eindelijk Frankrijk in, waar het asfalt een mengeling van Nederlands en Duits was, waar we een lang stuk binnendoor reden, langs plaatsen als ‘Hornbach’ en ‘Bitche’. Vond Wingman leuk, kon ie eindelijk eens zien waar ik nou vandaan kwam *smiley die met z’n ogen rolt* het was zo gezellig in de auto dat ik af en toe maar even wegdoezelde. De Fransen kon ik eigenlijk alleen van de vooroordelen die me door anderen zijn aangepraat. Inparkeren doen ze volgens het boem-is-ho-principe en verder rijden ze als dwazen. Tegen alle verwachtingen in was Wingman druk bezig met inhalen, want op de provinciale wegen waar je 90 mocht rijden, deden de Fransen het wel erg rustig aan. De spits leek al om een uurtje of 2 te beginnen, gelukkig gingen we al snel het buitengebied in, waar ons hotel zou staan. Onderweg kwamen we nog een Bugatti Chiron tegen *smiley die zit te juichen in z’n tuigje* een echte, die ook echt aan het rijden was en niet alleen aandacht stond te trekken op een parkeerplaats. Daarna vonden we het hotel. Oud en hokkerig, we konden we aftandse herriebak maar net kwijt op de knusse parkeerplaats. Via een lift, lange gangen en nog een trap tussendoor, kwamen we bij de kamer. Is dat een Frans geintje ofzo? Laat die Hollanders zonder creditcard maar lekker zwoegen onderweg naar hun kamer toe… Omdat we de eerste van het reisgezelschap waren en allebei het badpak waren vergeten, zijn we lekker op de kamer en in bad gaan zitten. We hadden een bolletje-pijltje beschrijving nodig om bij de bar te komen, vervolgens gingen we in colonne naar een ondergrondse kamer, alsof we een stiekem samenzijn van petrolheads hadden. De reisleiders deden een welkomstwoordje, er was een fotograaf mee die werd voorgesteld, we dronken onze welkomstborrel op en gingen daarna weer kruipdoor-sluipdoor via via naar het restaurant. Het was een geslaagde eerste dag, het eten was goed en ik sprak zelfs nog een paar vrouwen die vorige week ook aan de Ladies Rally hadden meegedaan.

We zaten al op tijd aan het ontbijt, want elke dag begint met een briefing, en daar wil je niet te laat bij zijn. Deze eerste dag echter, ging ik ruim voor 9 uur nog even naar het toilet, om bij terugkomst in de foyer allemaal mensen te zien weglopen *smiley met opengesperde ogen* dat heb ik nog nooit meegemaakt, dat de briefing eerder was dan de afgesproken tijd. Om stipt 9:00 stapte ik naast Wingman in de auto, routeboek op schoot, klaar voor de strijd. Het eerste stuk zaten we in een Audisandwich. Een S3 en Q8 voor ons, en een RS6 en S5 cabrio die in de spiegel bleven rijden. Daarachter een Renault Megane RS, een rijtje Porsches en ook nog ergens een Ford Focus RS. De dag begon regenachtig, hier en daar hing de mist als een dikke deken tussen de bomen, en zagen we niet veel meer dan een paar rode lampjes voor ons, en witte achter ons. Konden we op een rustig tempo even bijkletsen wat we allemaal al hadden zien rijden, en welk gezicht bij welke auto hoorde. De hegemonie van Porsche leek wel voorbij, er reed nu zelfs een Golfje mee. Anderen bleven wel bij Porsche en hadden een praktische Cayenne of Macan, maar een haast ondoordringbare rij van 911’s, Boxsters en Caymans was het niet meer. In de groepswatsep werden we gewaarschuwd voor werkzaamheden en een wegafsluiting, omrijden kon met een grote slinger, wij kozen ervoor om via de navigatie naar de koffiestop te rijden. Daarbij kwamen we ook langs de fotograaf, die zijn Suzuki Swift Sport ergens in de berm had geparkeerd in een poging wat plaatjes van langsrazende auto’s te kunnen schieten. Na de koffie/thee en een flinke punt taart, ging de reis verder. Een enkel droog moment werd al snel weer verdreven door regen, mist of een combinatie van beiden. Tegen de verwachting in gingen sommige lokalo’s netjes aan de kant, wanneer ze een rij sportwagens in hun spiegel zagen opduiken. Anderen bleven trouw aan hun stereotype en deden geen enkele moeite om de sportieve rijders er langs te laten. Terwijl onderweg toch wel bleek dat hier vaker toeristen recreatief rondrijden. Ondanks de regen kwamen we toch aardig wat motorrijders tegen, en vrijwel het complete, nog rijdende, wagenpark van NSU *smiley met opengesperde ogen* het hield maar niet op, na elke bocht leken er nog meer op te duiken. In de route zat ook een doodlopend weggetje naar een mooi uitkijkpunt. Tenminste, zo was ons verteld. Wij zagen niet meer dan een lappendeken van asfalt, die ons hobbelend naar boven voerde, waar we uitkeken op een grijze muur en mistflarden die als witte wieven over de parkeerplaats vlogen. Verder met de route, door weersomstandigheden werkte de ruitenwissermotor nog harder dan de benzinemotor in het vooronder, toch kon Wingman er wel van genieten. De nieuwe schokdempers waren op de snelweg niet heel comfortabel geweest, hier in de bergen kwam de auto nu een stuk beter uit de verf. We toerden verder naar de lunch, waarna Wingman op de schouder werd getikt. De reisleider neemt vaak een speeltje uit de Porsche-stal mee, om geïnteresseerden onderweg een rijles-voor-gevorderden te geven. Nadat hij bij een vorige trip een keer met de aftandse herriebak mocht rijden, inclusief deinende onderstel en wazige besturing, wilde hij nu Wingman wel eens zien in een auto waarin alles strak is *smiley die in z’n handen wrijft* wat betekende dat ik een stukje met het slagschip mocht toeren. Natuurlijk verdween de 718 Boxster nog voor de tweede kruising uit het zicht. Later vertelde Wingman dat ze in de sport+ hadden gereden, zodat hij lekker kon flipperen (schakelen met de flippers achter het stuur), dat hij de ABS had getest en dat ze zelfs nog een stuk met het dak open hadden gereden. Ik waarschuwde hem alvast dat er mogelijk binnenkort post van de gendarmerie op de mat kan vallen *smiley die in de gordijnen hangt* toen ik bijna de TomTom van het raam af sloeg omdat er plotseling een vrouw op luide toon zei dat we straks moeten afslaan, werd mijn concentratie weer terug naar de weg gebracht door een enorme flits uit de berm vandaan. Wingman vond het een grappig verhaal, tot hij zelf bijna de bomen in reed omdat het navigatiesysteem begon te praten *smiley die grinnikt in z’n knuistje* ach we hebben zo’n lol samen onderweg.

Als ik de datum goed heb onthouden, was het die dag 4 oktober, Dierendag in Nederland. Of ze in Frankrijk ook een Le joure de l’animale hebben, durfde ik niet te vragen. Het Engels is geheel volgens de stereotiepering nogal aan de karige kant. De menukaarten, zowel in het hotel als bij de lunches onderweg, waren in het Frans. Er stond niet eens in kleine letters een vertaling onder, zo erg was het. Wat we die dag precies hebben gegeten weet ik dus niet. De lunch begon met een erwtensoep en een slap gebakken ei erin, gevolgd door droge kip (of een andere vogel, maar alles smaakt uiteindelijk naar kip) gevuld met paddestoelen. Het avondeten bestond uit foie gras (die wist ik wel, dat is gans) wat je smeert op een stukje brood dat aan de LINKERkant van je bord ligt *smiley die met z’n ogen rolt* etiquette in de betere restaurants, het blijft lastig. Het hoofdgerecht was vis, wat voor vis? Een dooje, dat zag ik wel.

Dag 2 begon weer met een briefing, dit keer was ik wel op tijd. Het was fris maar droog, dus stonden we allemaal buiten op de parkeerplaats, waarna we gezamenlijk bij het hotel vandaan reden. Als een roedel blije honden reden we door Roedel, vervolgens ging het in colonne verkeerd en moest ik even herberekenen op welk punt ik ongeveer precies weer verder moest in het routeboek. Ondanks de goede start, kwamen we toch weer in de regen en mist terecht. We konden nog net een verlaten ski-resort langs de weg ontwaren, verder navigeerden we op de rode lichten voor ons. Je kon aan de auto voelen dat de weg naar beneden liep, maar hoe steil precies was niet te zien. Bij de briefing was nog iets verteld over een punt in de route, waar je een soort van bospaadje op lijkt te rijden. Er stond letterlijk ‘bij rood/witte paal afslag, klein weggetje in de bocht, slecht wegdek’ in het boek. Omdat er niemand meer direct voor ons reed, moest ik weer navigeren. Dat ging op zich goed, tot we bij de kilometerstand van het lastige bospaadje opeens midden in een dorp zaten. Dan maar de plaatsnamen op de borden volgen en doorrijden naar de koffiestop, waar we hoorden dat we er weinig aan hadden gemist *smiley die het zweet van z’n voorhoofd veegt* niet veel meer dan een veredeld geitenpad door de mist, dan was onze route toch wat beter geweest. De koffiestop zat in een soort van bakkerij/snoepwinkel, de geuren en kleuren kwamen je tegemoet zodra de deur openging. Het was vreselijk. Bij elk diner en elke lunch krijgen we genoeg te eten, ik had ook geen trek, maar kon de verleiding gewoonweg niet weerstaan. Dan maar een typische florentine eten, een dun koekje dat bij nader inzien wel wat machtig was. Om vervolgens in steenkolenfrans de kaffee, tee e un florentine proberen af te rekenen bij een haastige oude vrouw die veel te snel stug Frans bleef praten. Na de koffie ging het navigeren niet helemaal goed, bij nader inzien bleken er wat tekens verkeerd te staan in het boek, hoewel we ondanks dat de goede weg hadden gevonden het dorp uit, was ik blij dat we konden aansluiten bij een paar TomTomrijders. Er reed ook een aftandse Saab mee, met het Saab logo in de lederen bekleding gedrukt, dat wel, die net als Wingmans aftandse hok verrassend snel over de bergweggetjes knalde. Het tempo ging flink omlaag toen we werden gewaarschuwd voor steenslag *smiley met opengesperde ogen* op tactische plaatsen was er nieuw asfalt en wat grind geplaatst, waardoor we in vierwieldrift door de bochten gleden. In de groepswatsep was al een foto voorbij gekomen van een boom op de weg, daar aangekomen bleek niemand de moeite te hebben genomen om de boel op ruimen *smiley die z’n mouwen oprolt* als echte Meilandjes on Toer ging er een spanbandje van de boom naar de trekhaak om de weg weer vrij te krijgen voor de paar auto’s die nog achter ons aan kwamen. Daarna bleef het tempo laag, niet alleen vanwege boos kijkende wandelaars (pure jaloezie!) maar ook omdat de weg vol bleek te zitten met grote en diepe gaten. Slalommend gingen we verder, een 911 en de Megane RS achter ons aan. Bij de lunch werden we weer verrast met Franse dingen, van gezonde (want niet zo lekkere) smoothie tot stoofpotje met weer iets dat naar kip smaakte, en als afsluiter een lekker luchtig chocoladebommetje.

Daarna toerden we verder in een VAG-colonne. Tussen de verschillende Porsches reed een vierwielaangedreven Golfje mee, die de boel verrassend goed bij kon houden. Onderweg kwamen we ook nog een andere toerclub tegen, eerst reed een Lamborghini ons tegemoet, daarna zagen we een paar tenten op een parkeerplaats staan, waar een Ferrari onder stond te schuilen. Het weer was die middag een stuk beter dan ’s ochtends en er zaten veel lange stukken met glooiende wegen in de route, waar Wingmans houthakkersbolide zich goed thuis voelde. De Intrax schokdempers kwamen goed tot hun recht, en met blije gezichten kwamen we weer terug bij het hotel. Dat de weersomstandigheden ook een vorm van eigen interpretatie zijn, bleek wel toen ik hoorde dat de eigenaar van de BMW 3-serie cabrio, een auto van een paar types geleden met wat kleine gebruikssporen in het interieur, de hele dag met kap open had gereden. Terwijl de Porscher-rijders, met verwarming in de stoel en het stuur, regelmatig wat langzamer gingen rijden om de kap te kunnen openen of weer te sluiten. Het avondeten was gezellig, lekker met vrouwen praten over iets anders dan technische dingen onder de motorkap. Omdat het alweer de laatste avond was, zochten we massaal de bar op voor een afzakkertje, een slaapmutsje en/of een Twents atje. De Franse barman was er druk en het leek een latertje te gaan worden. Tot er plotseling iemand tips ging geven over hoe je je vrouw moet africhten *smiley die een wenkbrauw optrekt* toen was het tijd om Wingman naar zijn kamer te sturen.

De derde toerdag startte wederom met een briefing, zij het nu een halfuur later omdat het zondag was. En we de koffers weer in moesten pakken. De start begon weer in een colonne, het weer was wisselvallig maar dat begon ondertussen al een beetje te wennen. De colonne viel uiteen in kleine groepjes en gezamenlijk reden we naar de koffiestop. Geen snoepwinkel dit keer, maar een tentje waarvan de eigenaar nogal verrast leek dat er mensen kwamen. Er ontstond een kleine chaos toen bleek dat er ruim 30 mensen iets van kaffee of cappucino wilden bestellen, de rij bij de bar was langer dan de rij voor de toiletten. Na de koffie sloten we aan bij de enige Ferrari in het gezelschap, en een 911 Turbo (al die 911’s lijken op elkaar, maar deze had toevallig in grote letters TURBO op de kont staan). Een lokalo in een Citroën C5 schrok nogal van het beeld in de spiegel en joeg zijn gezapige sedan tot ongekende snelheden *smiley die grinnikt in z’n knuistje* die de Ferrari op minder dan half gas kon volgen. De Vogezen zijn ongetwijfeld vreselijk mooi als je onbelemmerd zicht hebt, het schijnt dat je een uitzicht hebt tot aan Tokio, maar de wegen zijn hier en daar wat twijfelachtig. De kuilen en het grind wat we af en toe op slingerwegen troffen is tot daar aan toe, er stonden veel wegen met vrij nieuw en strak asfalt tegenover. De drempelgekte in dorpjes daarentegen *smiley die met z’n ogen rolt* hou op schei uit! Het is nog erger dan in Nederland, zo hoog zijn de springschansen. Veel van de auto’s moesten er schuin overheen. En dan die tankvallen *smiley die aan het stuur knaagt* zo’n halve drempel die midden in de weg ligt, geflankeerd door paaltjes, waardoor je er ook niet schuin overheen kunt rijden. Met de herriebak ging het goed, maar veel reisgenoten moesten de rijhoogte wat bijstellen om er overheen te kunnen komen. De witte paaltjes die her en der als snelheidsremmer zijn geplaatst, waren dan wel weer interessant als chicane, maar ik kan me voorstellen dat die met enige regelmaat omver worden gekegeld. Net voor de lunch zaten er nog een paar mooie lange stukken in de route. Dat ik “19 kilometer rechtdoor!” zat te schreeuwen, terwijl Wingman met veel gebrul door de bochten heen knalde. Alsof we het toetje voor de maaltijd geserveerd kregen. Door het stevige tempo waren we wat eerder dan de aangekondigde ‘late lunch’ bij het restaurant, maar het eten smaakte er niet minder om. Een zalmtaartje, hert en daarna eindelijk zo’n typisch Franse macaron. Sommigen waren ’s ochtends al afgezwaaid omdat de plicht weer riep, de rest van het gezelschap nam nu afscheid. Wat ging het toch weer snel voorbij, zo’n weekendje. Op de navigatie reden we naar België, waar Wingman een hotel had geboekt om de reis nog iets langer te rekken. Via regen, file en baustelle toerden we naar De Vergulde Toekan in Verviers, waar het er binnen bijna net zo sjiek uit zag als in het Parc Hotel in Obernai. We hadden een grote kamer, met het bed boven op de vide, vond ie leuk ofzo, beetje traplopen na al die dagen zitten. De eersten meldden zich al thuis terwijl Wingman nog lekker lag te badderen. Na een afzakkertje aan de bar doken we het bed in.

Om maandag naar huis te rijden. Nog even bij vrienden langs, die ongeveer langs de route woonden, bij Wingman’s werk langs, omdat het toch op de route lag, en daarna snel naar huis, voordat de middagspits in al zijn hevigheid zou losbarsten. Lekker weer eens op de eigen bank zitten en tv kijken *smiley die zich nog eens uitrekt* en op tijd te bed, want Wingman moest vanochtend alweer aan de gang. Kilometers maken voor de baas, maar ik betwijfel of dat net zulke mooie kilometers waren als we afgelopen dagen hebben gehad. Dolf en Anita *smiley die een kushandje doet* wederom bedankt voor een heel fijne vakantie. En alle reisgenoten natuurlijk dat jullie de trip zo gezellig hebben gemaakt.

Editors note: de foto’s staan in omgekeerde volgorde. Voor de ultieme ervaring vanaf hier naar beneden gaan en vanaf daar weer naar boven werken.


Een stuk richting huis, in België, stond deze dikke bolide op de stoep bij De Vergulde Toekan.


Dit was dag 2 geloof ik. Iemand uit de groep had de route gevolgd op z’n telefoon. Start en eind waren in Obernai, wat net linksonder Straatsburg ligt.


Samen met de Ferrari en de 911 Turbo een lokalo in zijn Citroën C5 opjagen. De Fransoos reed net hard genoeg om buiten de foto’s te blijven.


De laatste koffiestop, hierna nog 1 stuk te rijden naar de lunch, toen was de vakantie alweer voorbij.


Ook een foto uit de groepswatsep, zulke kuilen kwamen we op een stuk van een paar kilometer lang tegen. En ze waren niet allemaal zo handig gemarkeerd met een kleurtje.


Er is nog een filmpje van, ik ga proberen die ook nog onlijn te krijgen, maar hier waren we dus spontaan even aan het houthakken gegaan. De rest was er halvers overheen, halvers door de berm omheen gereden.


Maar goed, sommigen hebben dan ook wat meer parkeerruimte nodig dan anderen….


Inparkeren voor gevorderden. Wagenbeheersing gaat ook over het kunnen inschatten van de afmetingen.


Mooi uitzicht! En let ook op de wolken langs de bergen. Soms werd het mistig en kwamen we er later achter dat we letterlijk in de wolken waren. Net daaronder werd het zicht dan weer een stuk helderder.


Even overleggen: dak open of dak dicht?


Ow kijk, hier ging het al iets beter. Gelukkig reed de fotograaf nog een paar auto’s daarvoor.


Nog zo’n geweldig actieshot! Het Golfje was geen willekeurige leasebak maar een vierwielaangedreven hot hatchback, die weinig moeite had om de Porsches bij te houden.


Waanzinnig uitzicht zo nu en dan. Met de witte RS (er reden ook een zwarte Audi RS en een grijze Focus RS mee) en een witte 911 achter ons aan.


Met de Saab op J8 naar de Q8.

Volg de Saabrijder. Die trouwens ook stevig doorreed.

De bestuurder van de Ferrari reed zijn eigen tempo, of wilde ook een paar actiefoto’s maken, en stond hier even aan de kant. Geen reden tot paniek, er werd geen schade gereden na het klikken van de camera.

In de achtervolging, als ik het goed zie bij een 911 en de Megane RS.

Actiefoto’s, het is een sport op zich… Gelukkig hadden we meerdere mensen mee die betere camera’s hebben dan ik op mijn telefoon, dus klik hier grinnikend voorbij en wacht rustig af tot de professionals hun beeldmateriaal hebben uitgeplozen.

Anita kijkt nog even de route na en/of schopt tegen de bandjes van de lesauto. De Alpine hadden we tot dit moment nog niet zien rijden, omdat ie bij elk eetmoment eerder aankwam en eerder vertrok als ons. Nu kan ik dan eindelijk zeggen dat ie er niet alleen leuk uitzag, maar ook prettig klonk.

En het andere rijtje. De Cayenne had een Litouws kenteken en reed niet met ons mee. Er was nog wel een Cayenne in de groep, maar helaas moest dat koppel afhaken wegens ziekte.

De parkeerplaats bij het hotel, met recht een bont gezelschap.

Regen en mist, dus we deden het Macan *smiley die lacht om z’n eigen grap*

Een groot stuk taart, wat er een beetje luguber uitzag, maar het waren gewoon zwarte bessen. Met een kopje marmottenthee erbij.

De eerste koffiestop. Veel bekende neuzen, gelukkig ook een Saab 9000 en een Audi Q8, gewoon omdat het kan.

Terug naar mijn geboortegrond, het plaatsje Bitche. Of nouja, omdat we te lui waren om te stoppen en een foto te maken bij het plaatsnaambord, zijn we er gewoon langs gereden en kon ik een foto maken van de route.

Onderweg naar Obernai begon de voorpret al in de groepswatsep. Zo kwam een reisgenoot dit gezelschap tegen bij een tankstop.

Nieuwsgierig geworden na het vakantieverhaal en de foto’s? Kijk dan eens op dolfdekking.nl wat voor reizen je met de auto kunt maken.

Reageer

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *