Grutte Pier

Pier Gerlofs Donia, beter bekend als Grutte Pier, is een held uit de Fryske geschiedenis. Pier werd rond 1480 in Kimswerd geboren, zijn vader was een boer, zijn moeder van adel. Pier was de aanvoerder van de Arumer Zwarte Hoop, een rebellenleger met onder andere veel Gelderse huursoldaten, die op zee piraterij bedreven en op land streden voor een vrij Fryslân. Ze waren hiermee waarschijnlijk de inspiratie voor de geuzen tijdens de 80-jarigeoorlog. Toen Pier op 28 oktober 1520 in Sneek stierf, volgde zijn neef Wijerd Jelckama hem op als aanvoerder.


Het beeld van Grutte Pier voor de kerk in Kimswerd.

Pier was aanvankelijk boer te Kimswerd. Hij was getrouwd en had een zoon Gerlof en een dochter Wobbel. In 1515 werd de boerderij van Donia door een groep Saksische huurlingen geplunderd en in brand gestoken. Hierbij werd de vrouw van Pier gedood, evenals vele dorpsgenoten en andere familieleden. Na de dood van Piers vrouw kreeg zijn moeder de voogdij over zijn kinderen. Pier was zijn gehele bezit verloren en begon te roepen om een strijd tegen de bezetters. Hij richtte te Arum het eerder genoemde leger ‘de Arumer Zwarte Hoop’ op. Die naam is verwijzing naar de naam ‘De Zwarte Hoop’, een berucht huurleger uit deze periode. Deze troepenmacht bestond voornamelijk uit arme boeren, verarmde edelen, struikrovers en bandieten


‘Green man’ op de kerk van Kimswerd.

In de grootste zeeslag uit zijn loopbaan wist Pier 28 Hollandse schepen te veroveren. De 500 bemanningsleden die levend in handen van de Friezen vielen, werden zonder pardon overboord geworpen. De Hollanders gaven Pier de bijnaam “Kruis der Hollanders”, een naam die hijzelf maar al te graag gebruikte. Pier was een veel besproken figuur, zelfs Erasmus heeft over hem geschreven.


De herberg van Kimswerd draagt de naam van haar beroemdste bewoner.

De 19e-eeuwse historicus Conrad Busken Huet schreef het volgende over Grutte Pier:
Hij was een boom van een kerel, donker van gelaat, breedgeschouderd, met een lange zwarte baard, van nature een ruw humorist, door de omstandigheden in een grote wreedaard herschapen. Uit persoonlijke wraak over bloedig onrecht, wat hem is aangedaan (in 1514) met het doden van bloedverwanten en de vernietiging van zijn eigendom, werd hij een vrijheidsstrijder.
Deze beschrijving stamt uit de geschriften van de mysterieuze biograaf van Donia, Petrus Thaborita. Het opvallende uiterlijk van Pier trok vaak de aandacht van zijn tijdgenoten. Zijn donkere gelaat en woeste uitstraling in combinatie met zijn “angstaanjagende donkere ogen, als kolen zo groot”, joeg hen grote schrik aan, zowel op het slagveld als daarbuiten. Met name wanneer Pier boos was, was hij naar verluidt erg angstaanjagend.


Wat zou Pier er van vainden dat zijnnaam nu word gebruikt om suikerbroodijs aan te prijzen?

Aan Pier wordt een reusachtige gestalte en een bovenmenselijke kracht toegeschreven (zie de anekdote aan het einde van dit artikel). Hij zou munten tussen duim en wijsvinger hebben kunnen buigen. Ook kon hij een paard van ongeveer 1000 pond (500 kg) op de schouders nemen.
Bronnen schrijven hem veelal een lengte van zeven voet (2 meter 15) toe.[5] Pier wordt ook gezien als bedenker van het sjibbolet “Bûter, brea en griene tsiis, wa’t dat net sizze kin, is gjin oprjochte Fries” wat zoveel betekent als: “Boter, roggebrood en groene kaas, wie dat niet zeggen kan is geen oprechte (ware) Fries”. Hij zou dat hebben gebruikt om na te gaan of de opvarenden van schepen op de Zuiderzee wel Fries waren. Was dat niet het geval, dan zouden ze onverbiddelijk door Pier met zijn enorme zwaard onthoofd zijn en werd hun schip geplunderd. Volgens zijn Hollandse tegenstanders had hij tevens de gewoonte opgevat Hollandse opvarenden overboord te gooien.
Volgens de sage droegen Grutte Pier en zijn mannen de buit van de geplunderde schepen af aan hertog Karel van Gelre, die steun in de strijd tegen de Hollanders had toegezegd. Toen bleek dat Karel in 1517 zelf een machtspositie in Friesland probeerde te verwerven, was Pier zo teleurgesteld dat hij zich in 1518 uit de strijd terugtrok. Zijn laatste jaren bracht hij door in Sneek, waar hij op 28 oktober 1520 in zijn bed overleed. Hij werd in Sneek in de Grote Kerk begraven.


De naar Pier vernoemde straat in Kimswerd.

Het volksverhaal van de Fiveval: Greate Pier wie in hiele sterke keardel. Op in kear wied er us oan ’t ploeijen. Hy hie ’t hynder foar de ploege spand. ’t Wie noch in âlderwetske ploege mei in houten balke. Doe kom der in fremde man op him ta en dy frege: “Wite jo hwer’t greate Pier wennet?” Doe sloech Pier it hynder foar de ploege wei. En hy naem de ploege yn ‘e rjochterhân en tilde him in ein fan ‘e groun en doe wiisde er mei de ploege op in hûs. En hy sei: “Sjoch, dêr wennet er.” Mei de oare fûst sloech er himsels op it boarst en sei: “En hjir stiet er.”


Pier word 500 jaar na zijn dood nog steeds geëerd in Fryslân. Hier staat zijn afbeelding achterop een betonpomp.

Grutte Pier domineerde veldslagen met zijn reusachtige zwaard. Dit stalen slagzwaard, waar recentelijk een exacte replica van is gemaakt, was 2,15 meter lang en woog 6,6 kilo. Volgens de overlevering kon hij met dit zwaard de hoofden van meerdere vijanden tegelijkertijd afhakken. De meeste andere strijders waren in theorie “slechts” in staat per slag één hoofd te scheiden van de romp. In de praktijk lag deze score waarschijnlijk nog lager en moesten minder getalenteerde strijders meerdere hakbewegingen maken alvorens het gewenste resultaat was bereikt. De hoge mate van efficiëntie die Grutte Pier tijdens veldslagen kon tentoonspreiden, verschafte hem een tactisch voordeel ten opzichte van zijn tegenstanders. Na Piers dood nam zijn neef Wijerd Jelckama het bevel over zijn troepen over en ook het zwaard van zijn oom kreeg Wijard in zijn bezit.


Streekgenoot Wout Zijlstra word door zijn enorme kracht wel eens vergeleken met Grutte Pier.

Text gebaseerd op wikipediatexten.

No Responses

Reageer

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *