Mythos Alfa Romeo in Technik Museum Sinsheim

Sinds 19 september 2019 heeft Technik Museum Sinsheim een derde hal geopend. Deze hal is bestemd voor tijdelijke tentoonstellingen, van ongeveer een jaar. Zouden ze de merken op alfabetische volgorde af gaan? Want het eerste thema is ‘Mythos Alfa Romeo’. Lang niet alle bezoekers wisten hal 3 te vinden (achter in hal 2 is de ingang), bovendien was er ook al flink opgeruimd. Daar ging mijn kans om een DTM 155 van dichtbij te bewonderen… Maar het was alsnog de moeite waard!



Antonio Giovinazzi en Kimi-Matias Räikkönen

Nicola Larini, Arturo Merzario, Nino Vaccarella, Enzo Ferrari en Andrea de Adamich.

Giuseppe Farina en Juan Manuel Fangio.

Sandro Nannini en Tazio Nuvolari.



Een Dieci was druk aan de slag met de Gebhardt JC853 waar Dickens, Yvon en De Thoisy in 1986 de 24 uren van Le Mans mee reden. Voor zover ik weet zit hier een Ford Cosworth motor in en is er geen directe band met Alfa Romeo, wellicht wordt deze voor de volgende tentoonstelling geplaatst?



De lokale Alfa Romeo dealer heeft een Giulia op een draaischijf gezet als voorbeeld van een huidig model.


Soms is het verhaal van een auto nog mooier dan de auto zelf. Deze Aerospider (voluit Alfa Romeo Jankovits 6 C 2300 Aerodinamica Spider) ontstond uit een samenwerking tussen Vittorio Jano (chef-constructeur bij Alfa Romeo) en de gebroeders Jankovits. Deze allereerste ‘supercar’ was zijn tijd ver vooruit met de middenmotor, met een windtunnel ontworpenbody en nog veel meer noviteiten. Het doel was om een raceauto te bouwen om de Duitse hegemonie in de racerij te doorbreken. Na drie jaar ontwikkelen was de auto zo goed als klaar, maar er kwam een groot probleem: omdat de Grand Prix van Italië wederom door een Duits team gewonnen was, werd Jano door Mussolini persoonlijk ontslagen. Omdat de Jankovits-broers de auto zonder Jano niet verder konden ontwikkelen, bouwden ze hem maar om tot een auto voor weggebruik. Na de Tweede Wereldoorlog gebruikte Gino Jankovits de auto om het communisme te ontvluchten. Kerstavond 1946 reed hij in volle vaart de Joegoslavisch-Italiaanse grens bij Rijeka over. Het kostte hem een set banden en de achterkant zat vol kogelgaten, maar hij kwam veilig in het ‘vrije’ westen. Met auto maar zonder geld, dus de auto werd verkocht aan een militaire officier. In 1967 dook de auto pas weer op, in Engeland nota bene. In de jaren ’90 keerde de auto terug naar Italië en werd hij gerestaureerd naar hoe hij als racewagen was.


In 1986 reed Marco Apicella met deze Dallara Alfa Romeo F386 met Nova motor in de Formule 3, hij werd dat jaar tweede in het Italiaanse kampioenschap. Hij streed met deze auto onder andere tegen Jean Alesi, Nicola Larini en Bernd Schneider. In 1993 heeft Apicella met Jordan één Formule 1 race gereden.


Van het midden van 1962 tot en met het eind van 1978 bouwde Alfa Romeo de Giulia. Deze was getekend door Orazio Satta Puliga. Deze man ontwierp ook vliegtuigen, zo wist hij ook zonder gebruik van windtunnels de auto een relatief lage (0,34) cW-waarde mee te geven. Het getoonde exemplaar komt uit 1973 en is uitgerust met een 95 pk sterke 4-cilinder 1.6-motor.



In 1977 werd de Giulietta (Tipo 116) als opvolger van de Giulia gepresenteerd. Deze was binnenshuis bij Alfa Romeo ontworpen onder leiding van Ermanno Cressoni. Ik vind het model prachtig, maar de gemiddelde consument uit de jaren ’70 was dat helaas niet met me eens. Het model wordt verantwoordelijk gehouden voor de neergang van het Italiaanse merk op bepaalde markten. Dit exemplaar is een late, uit 1984. Onder de motorkap ligt een viercilinder 2-liter motor te spinnen, die 172 pk kan leveren.


Van 1969 tot en met 1975 werd de Alfa Romeo Junior Zagato gebouwd. De auto was getekend door Ercole Spada. De techniek kwam van de Giulia, de body van Zagato, waar de eindassemblage ook plaats vond. Het exemplaar in Sinsheim is in 1972 gebouwd.


In februari 2003 werd de in 2000 geïntroduceerde Alfa Romeo 147 reeks uitgebreid met de GTA versie, tegelijk werden er met dit model in diverse landen merkencups georganiseerd. In Nederland deden daar niet de minste namen aan mee, denk bijvoorbeeld aan Sandor van Es, Allard Kalff, Sebastiaan Bleekemolen, Phil Bastiaans, Jan-Joris Verheul, Paulien Zwart, Sandra van der Sloot en Tim Coronel.

Nog een Alfa Romeo GTA, dit keer een 1300. Ook deze was voor de autosport ontwikkeld. Vooral de genagelde peraluman body-onderdelen springen in het oog.



Pure schoonheid, de Alfa Romeo Montreal, getekend door Marcello Gandini, destijds hoofdontwerper bij Bertone. Hij kot aan zijn naam doordat hij op de wereldtentoonstelling van 1967 in Montreal voor het eerst aan het publiek getoond werd. De lamellen voor de koplampen klappen om op het moment dat het licht ingeschakeld wordt. De Montreal was het eerste Alfa Romeo model waar seriematig een 8-cilinder motor werd ingebouwd.


De Alfasud was het eerste seriemodel van Alfa Romeo met voorwielaandrijving. De Oostenrijkse Rudolf Hruska, die eerder voor Porsche en FIAT werkte, was verantwoordelijk voor de technische ontwikkeling, Giorgio Giugiaro tekende de sierlijke lijnen van het model.



Net als de 147 GTA had ook de Alfasud een eigen raceklasse, de Alfasud Trofeo. De getoonde Alfasud ti reed van 1977 tot en met 1979 voor het team van Helmut Hähn uit Mannheim mee in deze klasse, vanaf 1980 in enkele toerwagenraces, in totaal heeft deze auto 88 races gereden. Voor wie niet zo thuis is in de Duitse autosport, het team van Hähn is het team waar onder andere Jochen Mass zijn eerste successen vierde.

Alfa Romeo 4C Spider op eenzame hoogte.


Op basis van een Alfa Romeo 6C 2300 B bouwde Italiaanse carrosseriebouwer Castagna deze (hoogstwaarschijnlijk unieke) vierpersoons cabriolet.



In 2016 haalde Alfa Romeo het Nordschleife ronderecord voor vierdeurs limousines. Deze Alfa Romeo Giulia Quadrifoglio legde het traject in 7 minuten en 32 seconden af.




Deze Alfa Romeo 4C deed in 2013 iets langer over hetzelfde rondje, maar de tijdvan 8 minuten en 4 seconden was wel het record voor voertuigen met minder dan 250 pk.


Zelf had ik het niet verwacht, maar de Alfa Romeo Stelvio Quadrifoglio is dus een stuk sneller op de Ring dan de 4C! In de herfst van 2017 haalde deze auto met een tijd van 7 minuten en 51 seconden het ronderecord voor SUV’s.

Terwijl de andere Formule 1 teams met V8 en V12 motoren reden, ontwikkelde Alfa Romeo in 1986 deze ongeblazen V10 motor. In 1988 werd de motor gebruikt voor een op de 164 gebaseerd model voor de ProCar series. Samen met Abarth is de motor verder ontwikkeld voor deelname in het World Sportscar Championship. De 10 cilinders staan in een hoek van 72 graden, de motor heeft 3.500 cc inhoud en levert 456 kW (620 pk) bij 13.300 omwentelingen per minuut.


De 1:1 DTM 155 was er dan misschien niet, dit windtunnelmodel in schaal 1:4 uit 1992 van de Alfa Romeo 155 V6 TI is ook leuk. Deze heeft ongetwijfeld bijgedragen aan Nicola Larini zijn kampioenschap in de Duitse Koningsklasse in 1993.



Vóór Wolfgang Egger de Alfa Romeo 8C Competizione ontwierp, heeft hij eerst goed de geschiedenisboeken van zijn werkgever bestudeerd. De naam 8C refereert, net als bij het gelijknamige model uit de jaren ’30, naar de 8 cilinder motor. Deze V8 komt uit de stal van concerngenoot Ferrari, maar levert meer vermogen dan bij de Maserati Coupé war de auto verder grotendeels op gebaseerd is. De body is vervaardig uit door carbon versterkt plastic, en heeft qua looks gelijkenissen met de Alfa Romeo TZ uit de jaren ’60.


Q4 is de naam die Alfa Romeo gebruik voor voertuigen met aandrijving op alle wielen, zoals in dit geval een Alfa Romeo 156 Crosswagon Q4 uit 2004. Die ziet er zonder body wel wat kaal uit.



Het andere uiterste wordt er naast getoond, een body zonder aandrijflijn. Van een Alfa Romeo Giulietta Sprint Speciale om precies te zijn. De eerste 101 auto’s van dit model werden “Low nose” genoemd en werden gebouwd om een racemodel te kunnen homologeren waar de FIA een minimum van 100 stuks van wilde zien.




Op de autosalon van Geneve in 1962 persenteerde Alfa Romeo de 2600-serie als opvolger van de 2000. De 2600 was er in drie uitvoeringen: Berlina (sedan), Sprint (coupe) en de hier getoonde prachtige cabrio Spider. De carrosserie werd bij Carrozzeria Touring met de hand geklopt.

Zo mooi als de open versie vind ik hem niet, maar de Alfa Romeo 2600 Sprint mag er ook zijn!


De Alfa Romeo Giulia Super was de autosport-uitvoering van de reguliere Giulia Nuova 1300. Het onderstel en de 128 pk sterke twee-liter motor maakten het een echt rallymonster, maar ook op het circuit haalde men flink wat successen. De teller is de 500 overwinningen al voorbij (inclusief 7 Europese kampioenschappen) maar loopt met dank aan een aantal fanatieke deelnemers aan historische races nog steeds op.

Van de Alfa Romeo 6c 1750 waren er af fabriek 5 versies: Sport, Super Sport, Berlina, Torpedo en Spider. De eerste eigenaar van dit exemplaar vond dat blijkbaar niet genoeg keus, hij of zij kocht er een met een Zagato body.


Zes jaren na de onthulling van de eerste 6c was het al weer tijd voor de vierde motor voor het model. De 1750 was via een 1900 inmiddels gegroeid naar 2300 cc. De eerste auto met deze motor was de Turismo in 1934, maar nadat met dat model in 1937 de Mille Miglia werd gewonnen, paste men de naam aan. Dit is dus een Alfa Romeo 6c Mille Miglia Coupe.


De overwinning van de Targo Floria van 1923 door Ugo Sivocci en Antonia Ascari met een Alfa Romeo RL had grote gevolgen voor het merk. Men ging nu écht de sportieve kant op, bovendien werd er een overwinningskrans aan het logo toegevoegd.

Het Europees Toerwagen Kampioenschap werd in 1967, 1969, 1970, 1971, 1972, 1978 en 1979 gewonnen met een Alfa Romeo 1600 GTA. Daarnaast sleepte met model nog 25 nationale titels her en der binnen. Jochen Rindt en Jochen Mass zijn maar enkele voorbeelden van coureurs die dankzij dit model het ereschavot mochten beklimmen.
Als laatste voertuig de Alfa Romeo Matta, mijn persoonlijke favoriet van de tentoongestelde Alfa’s. Deze auto had eerder al een eigen blogpost.



In de winkel van het museum, onder het gigantische logo, kun je diverse Alfa Romeo spulletjes kopen. Zo is er toch nog een Alfa Romeo 155 in DTM versie aanwezig.