Martha de Boer had een korte affaire met een Iveco T-Way

Tekst en foto’s Martha de Boer

Op donderdag 24 augustus was het dan zo ver. Na lang aandringen mocht ik (Martha de Boer, red.) mijn MAN TGS 10×8 inruilen voor een Iveco T-WAY. In een 10×4 uitvoering weliswaar, maar het was een beginnetje. Na alle positieve verhalen te hebben gehoord van de collega’s die met veel plezier met de S-WAY op pad zijn was het nu de beurt aan de vijfasser divisie, om eens naar een ander merk te gaan kijken.

De buitenkant ziet er niet erg imponerend uit, in het wit met een zwarte neus. Van de trekkers weten we hoe goed de rode kleur staat, en dat een paar witte accenten op de juiste plaats de Iveco een knap smoelwerk geven. Instappen dan maar, want ongeacht het uiterlijk, zal er toch gewoon mee gewerkt moeten worden. Via de lage instap kom je in een cabine die duidelijk een andere indeling heeft dan de MAN. Met een flinke plof, zoals je van personenauto’s met veel geluidsisolatie bent gewend, trek je de deur achter je dicht. De zitpositie is goed in te stellen, de stoel kan behalve naar voren en naar achteren, ook omhoog, omlaag en kantelen. Een optie die je zeker weten moet aankruisen: stoelventilatie! Geen moeilijke vragen, gewoon doen. Het stuur is verstelbaar met de knop onder je voeten, en kun je desgewenst helemaal op schoot leggen. Doordat de sleutel in het dashboard steekt en niet onder het stuur, prikt er geen sleutelhanger in je knie. Achter de stoelen is weinig ruimte, tussen de stoelen daarentegen kun je heel veel kwijt. Een koelkast is optioneel te verkrijgen, een opbergkist om je tas of andere grotere spullen vast te leggen, is een aanrader.

Het dashboard strekt zich van links tot rechts voor je uit, met bovenop ruimte om papieren (jawel, daar word nog steeds gebruik van gemaakt) te kunnen neerleggen. Lager in het dashboard vind je kleinere vakken voor de gebruikelijke drinkbekers, tandenstokers, zonnebril, lipgloss en ander spul dat je binnen handbereik wilt hebben. Bovenin tegen het dak zitten een paar grote opbergvakken voor de spullen die je niet direct tijdens het rijden hoeft te pakken. Direct voor je neus zit een klokkenwinkel die deels analoog, deels digitaal informatie over de staat van de auto doorgeeft. Let wel: als je nu een T-WAY bestelt, dan krijg je deze uitvoering. In 2024 krijgt eerst de S-WAY een nieuw en volledig digitaal dashboard, dat zal niet lang daarna ook in de X-WAY en T-WAY verschijnen.

Een korte uitleg over al die letters: de S-WAY is de trekker, de X-WAY wordt meer gezien als werkverkeer met bijvoorbeeld de opbouw van een betonmixer, de T-WAY is de echte terreinbuffel. Wanneer je die in 10×8 uitvoering besteld natuurlijk, want deze 10×4 demo zal waarschijnlijk niet heel ver van de rijplaten af komen.

Terug naar het dashboard, want er is nog meer over te vertellen. In deze uitvoering zit de radio boven geplaatst, onder de tachograaf. Om een zere schouder te voorkomen is de muziek via knopjes onder het stuur (je moet het net even weten) te bedienen. Zijn de chauffeurs in het bedrijf wat meer tech-saffy, willen ze hippe dingen als Apple Carplay (of die andere voor Android), of smeken ze om een achteruitrijcamera zodat de rondlopende uitvoerder in alle richtingen in de gaten kan worden gehouden? Dan krijg je een extra beeldscherm in de auto. Die komt in het midden van het dashboard, boven de luchtstroomopeningen maar niet zo hoog dat ie de dode hoek aan de voorkant groter maakt, en is naar de bestuurder toe te draaien voor een betere afleesbaarheid.

Betere afleesbaarheid van het uitzicht is er ook, want het dashboard is relatief laag, waardoor je een goed zicht hebt naar voren toe. Om te zien wat er achter je gebeurt, zijn de spiegels groot genoeg. En voorzien van een aerodynamische kap, die smaller gevormd is dan de spiegelkap van een MAN, waardoor verstoppertje spelen bij een kruising een stuk lastiger wordt voor het verkeer uit zijstraten vandaan.

Tijd om te gaan rijden. Trap op de rem, druk op de startstopknop en de motor komt tot leven. Zet de automaat in de juiste richting met de knoppen op het dashboard, en je kunt de horizon tegemoet rijden. Tijdens de proefrit ligt die horizon in Schagen, waar een vracht zand geladen mag worden voor Andijk. Een mooie route om alles te testen, binnendoorwegen, een paar drempels, wat rotondes, en zelfs een smal dijkweggetje langs het IJsselmeer. Het lijkt bijna wel vakantie, wat wordt onderstreept door de camping die pal naast het losadres ligt.

Al bij de eerste rotonde valt op dat het sturen licht gaat, niet zo wiebelig als bij de S-WAY gelukkig, al schijnt dat volgens de ervaren mannen ook wel te wennen. De T-WAY heeft iets meer gedraai aan het stuur nodig dan de TGS om de bocht te kunnen ronden, zeker op een rotonde waar je twee of drie kwart rond gaat, valt dat op. Bij het afremmen naar de rotonde toe moet je er ook bedacht op zijn dat het rempedaal stevig ingetrapt moet worden, eer de auto begint te vertragen. Nogmaals een kwestie van wennen. En ik merk aan mezelf dat dit ervoor zorgt dat er eerder wordt begonnen met uitrollen en de motorrem gebruiken, wat bij een langere proefrit (zeg: een jaar of 5) zal leiden tot minder slijtage aan de remmen en dus lagere onderhoudskosten.

De demo is voorzien van een achterraam. In dit geval voegt zoiets niet heel veel toe, je kijkt pal tegen de voorkant van de bak aan. Bij een andere opbouw kan dat extra raam wel handig zijn. Wees er dan wel op bedacht dat er iets meer motorgeluid naar binnen komt dan wanneer je een dichte achterwand met geluidsisolatie aanvinkt, wat bij deze opbouw nog eens wordt versterkt door de weerkaatsing van de kiepbak.

Om te kunnen laden moet natuurlijk het dak open gegooid worden. Zet de automaat in N, druk op het PTO-knopje op het dashboard, en zoek daarna het juiste knopje naast de stoel. De demo is door Iveco zelf (of een daarvoor aangewezen bedrijf, daar wil ik even vanaf wezen) opgebouwd, bij Spaansen heeft men de gewoonte om kale auto’s aan te schaffen en die zelf op te bouwen, waarbij wordt gekozen voor het elektrisch aansturen van kleppen, sneppen en knevels, waardoor het niet nodig is om eerst de PTO in te schakelen.

Tijdens het laden zakt de liftas automatisch. Ga je de zandbaan in, dan wil je natuurlijk dat die extra wrijving in de lucht hangt, dus kun je het systeem ook handmatig bedienen. In alle enthousiasme is vergeten tijdens het laden de motor uit te zetten, in tegenstelling tot wat ik van de TGS gewend ben, schakelt de Iveco zichzelf niet na een paar minuten uit. Wat op deze dag eigenlijk goed van pas komt, want het is precies tijdens de proefrit regenachtig, dan wil je graag dat de luchtblazers bezig blijven om de ramen doorzichtig te houden.

Vracht geladen, bon geschreven, op naar Andijk. Op tijd beginnen met op het harde rempedaal te trappen, lekker aan het stuur slingeren dat gerieflijk op schoot ligt, en ja, met de rugzak vol zand valt dan op dat de vering is iets anders is afgesteld dan die van de MAN 10×4 en 10×8 die ik gewend ben. Qua hardheid en scheefhangen in de bochten zit het tussen die 2 in, dus je leunt iets meer opzij in bochten maar niet met de spiegel aan de grond. En je hebt ook wat meer comfort bij drempels, kuilen en andere obstakels in het wegdek, zonder dat de auto blijft deinen. Mijn persoonlijke voorkeur gaat uit naar de knalharde vering van de TGS 10×8, waarmee je verrassend hard op- en afritten kunt pakken zonder een knietje aan de grond te krijgen. Gelukkig is die manier van (niet-) veren ook beschikbaar op de T-WAY. Even doorgeven aan de chef inkoop dus, voordat er iets besteld gaat worden.

De cruisecontrol die je gebruikt op de langere stukken provinciale weg is gemakkelijk in te stellen met knoppen op het dashboard. Een adaptieve cruisecontrol, die afstand houdt van een voorligger en daar de snelheid op aanpast, is optioneel te verkrijgen in een pakket met nog wat van die ADAS (advanced driver assistance systems, systemen die de bestuurder moeten helpen om niet in benarde posities te komen). Op grote voertuigen zijn deze systemen verplicht, omdat vijfassers nog vaak worden gezien als (land)bouwverkeer is het optioneel. Over de verhoging van de verkeersveiligheid kun je twisten, aangezien de systemen in de verschillende merken nog niet perfect werken, en ik van verschillende collega’s hoor hoe hun trekker (dit geldt voor zowel Iveco, MAN, DAF als Mercedes) plotseling afremt voor een verkeersbord dat langs een bocht staat, of een bord boven de weg dat door de schaduw een obstakel lijkt. En wat je al helemaal niet wilt, is tijdens een gemotiveerde rit door een zware zandbaan een remingreep krijgen vanwege een bultje zand of een kraan waar je vlak langs rijd. Behalve cruisecontrol beschikt de T-WAY ook over een snelheidsbegrenzer, in het dashboard aangeduid als SL (Speed Limiter). De bediening hiervan gaat met dezelfde knoppen, het instellen is wat minder intuïtief dan bij de cruisecontrol. Na wat uitproberen en puzzelen lukt het wel om niet harder dan 50 km/h door een dorp heen te rijden, al zal dit systeem iets meer tijd vragen om te wennen.

Bij het losadres aangekomen, positioneer je de auto net voor de vracht die een collega eerder al heeft gelost, zet je de automaat in N, klik de PTO aan, snep open, kiephendel achterover, en geniet je van het uitzicht tot de bak boven is. De motor is niet geruisloos (het is gewoon een dikke dieselbrommer) maar de 510 paarden onder de kap doen zo rustig hun werk, dat de paarden in het naastgelegen weidje zonder schrik even komen kijken wat je allemaal uitspookt. Natuurlijk moet dat op de gevoelige plaat worden vastgelegd, en ondanks de wat tamme kleurstelling van de demo kan het dan gebeuren dat omstanders ook een kiekje willen maken van deze kraakverse T-WAY.

Tijdens de rit is er ook tijd om opvallende punten te bespreken met de verkoper, die als bijrijder een klein lesje in zandtransport krijgt. Bijvoorbeeld het ‘kruipen’, wanneer je stilstaat zonder voet op de rem en de automaat in D, begint de T-WAY stiekem vooruit te rollen. En tijdens de regenbui die nogal wisselde in hevigheid, valt ook op dat de interval van de ruitenwissers niet is aan te passen. Dit is een belangrijk punt voor de chauffeurs: deze dingen kun je aanpassen in de boordcomputer van de auto. Niet eerst langs een garage moeten en de laptop van een monteur aansluiten, nee je kunt zelf door het menu bladeren en het aanpassen, zodat een chauffeur de auto naar eigen hand kan zetten. Je kunt wel merken dat Iveco echt met de bestuurder mee denkt.

Na het kiepen en het schieten van de laatste plaatjes ging de rit terug naar Winkel, waar ik de T-WAY helaas weer moet inleveren. Iveco is zo populair dat het amper lukt om een demo voor langere tijd te krijgen, en ja natuurlijk is een uurtje rijden eigenlijk te kort om gedegen antwoord te geven op vragen over verbruik en onderhoudskosten. Dat zijn juist de punten waar een chef inkoop naar kijkt. Vanuit het perspectief van de chauffeur zou ik willen zeggen: dit is een geschikte auto om mee te werken. Afhankelijk van wat je huidige merk is, zullen er wat punten zijn die meer of minder gewenning vragen, over het algemeen is het goed toeven in een T-WAY. Zeker wanneer je met de stoelventilatie ingeschakeld door zonverlichte regenbuien de horizon tegemoet rijdt.

3 Comments

  1. Cees van Rietschoten 9 september 2023 Reply
  2. Kees van winden 9 september 2023 Reply
  3. Ben Lippens 9 september 2023 Reply

Reageer

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *