In memoriam: Osamu Suzuki

Op Eerste Kerstdag, 25 december 2024, is Osamu Suzuki (geboren als Osamu Matsuda) op 94-jarige leeftijd aan een kwaadaardig lymfoom overleden in het ziekenhuis van zijn woonplaats Hamamatsu.

Osamu Matsuda werd geboren in Gero, Japan, op 30 januari 1930. Na zijn afstuderen aan de Chuo-universiteit in 1953, begon Osamu zijn carrière als kredietverstrekker bij een lokale bank. Hij trouwde eind jaren vijftig met Shoko Suzuki, de kleindochter van de patriarch van Suzuki Motor Corporation, Michio Suzuki. Omdat de familie Suzuki geen mannelijke erfgenaam had, trouwde Osamu met een lid van de familie en volgens de Japanse gewoonte nam Osamu de familienaam Suzuki aan om Osamu Suzuki te worden.

Osamu Suzuki kwam in 1958 in dienst bij de Suzuki Motor Corporation. Hij vervulde verschillende functies, waaronder junior managementfuncties, en klom in 1963 op tot directeur. In 1967 werd hij junior managing director en in 1972 werd hij gepromoveerd tot senior managing director. In 1978 werd Osamu president en chief executive officer van de onderneming. In 2000 trad hij af als CEO om het voorzitterschap van Suzuki Motor Corporation op zich te nemen, wat hij tot 2021 bleef. Ook na zijn pensioen was hij nog bijna dagelijks op kantoor te vinden, nu in een adviserende rol.

Met meer dan vier decennia als hoofd van Suzuki Motor Corporation werd Osamu Suzuki beschouwd als een van de langstzittende leiders in de wereldwijde auto-industrie. In die periode bouwde hij Suzuki uit van een relatief kleine autofabrikant tot een speler op wereldformaat. Hij hanteerde een ‘marketing door diplomatie’ beleid, waardoor hij steeds nieuwe markten voor de kleine auto’s wist te vinden.

Er werden fabrieken gebouwd in onder andere Australië, Pakistan, Thailand en op de Filipijnen. Door een alliantie met General Motors werd ook de Europese markt veroverd. Een van de meest opmerkelijke prestaties van Osamu Suzuki is zijn entree op de Indiase markt begin jaren 80. In 1982 vormde Suzuki een partnerschap met de Indiase overheid om Maruti Udyog Limited te lanceren en de markt te transformeren die tot dan toe werd gedomineerd door ouderwetse auto’s die op verouderde technologie reden. In het volgende decennium veranderde de fabriek in het centrum van Suzuki-productie voor het Indiase subcontinent en de Oost-Europese markten, met een productie van ongeveer 200.000 eenheden per jaar. In 1993 verkocht Suzuki respectievelijk 3 van de 4 en 2 van de 3 verkochte auto’s in India en Pakistan en verkocht het meer auto’s dan welke andere Japanse fabrikant dan ook. Aan het begin van de 21e eeuw had Suzuki 60 fabrieken in 31 landen en werden de auto’s in 190 landen verkocht.

Osamu Suzuki bouwde het Suzuki-imperium op conservatieve wijze op door wereldwijd naar potentiële kopers te zoeken en door de kosten fors te verlagen. Hij zou bezorgd zijn over verspillende uitgaven en altijd op zoek zijn naar manieren om kosten te besparen. Er wordt gemeld dat hij ooit, tijdens een routinematige fabrieksinspectie, 215 gevallen van verspillende uitgaven noemde, zoals het verwijderen van 1.900 gloeilampen om 40.000 dollar aan elektriciteitskosten te besparen, het vragen aan de leidinggevenden om retour-treinkaartjes te nemen in plaats van rechtstreekse kaartjes, waardoor twee dollar per kaartje werd bespaard. Ook de kleur van de fabrieksvloer werd veranderd, om op verf te besparen.